Nepnieuws! De mythe van de verdwenen bibliotheken

Posted by Frank Huysmans on 27 mei 2017 | 3 Comments

“Over een langere periode laat [het] aantal [bibliotheekvestigingen] een dalende trend zien: van circa 1.100 (hoofd)vestigingen in 2011 naar 770 in 2015.”

Dit schreef minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 25 januari 2017 in een brief aan de Tweede Kamer.

Het verkeerd informeren van de Kamer geldt zoals u weet als een politieke doodzonde. Nu zal minister Bussemaker dit wel overleven, al was het maar omdat ze inmiddels demissionair is. Bovendien heeft ze de informatie uit wat je noemt onverdachte bron: de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB).

Mythe

Het is een hardnekkige mythe. Er zijn helemaal geen driehonderd bibliotheekvestigingen verdwenen. Dit cijfer zingt al sinds 2012 rond in kringen van beleidsmakers, uitgevers, auteurs en anderen die het boek een warm hart toedragen. Maar het klopt niet.

Ik kan niet nagaan hoe lang deze informatie al op de website van de VOB staat. De oorsprong van het getal ligt in 2010. Ik was destijds werkzaam bij het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) en verantwoordelijk voor onderzoek naar het bibliotheekstelsel. Een van de eerste dingen die ik deed, was een onderzoek in opdracht geven naar de te verwachten gemeentelijke bezuinigingen op het bibliotheekwerk.

Het ergste geval

Verreweg het grootste deel van de subsidies die bibliotheken ontvangen, is van gemeenten afkomstig. Door de kredietcrisis liepen de inkomsten van de gemeenten ernstig terug. Diverse gemeenten hadden ‘hun’ bibliotheek al laten weten dat die niet gespaard zou blijven bij de onvermijdelijke bezuinigingen die gingen volgen. Ons onderzoek moest inventariseren wat de verwachte omvang van de subsidiedaling zou zijn, en hoe de bibliotheekorganisaties die zouden denken op te vangen.

Uit het onderzoek kwam naar voren dat in het ergste geval dertig procent van de ongeveer duizend bibliotheken de deuren zou moeten sluiten. Dat klonk niet best. De VOB besloot een alarmerend persbericht uit te brengen. Daarin stond dat als de voorgenomen bezuinigingen werkelijkheid zouden worden, driehonderd bibliotheekvestigingen gesloten zouden worden. De nuancering (‘in het ergste geval’) kwam er niet in terug.

Rondzingen

Vanaf dat moment is het getal van 300 vestigingen – dertig procent van de duizend – gaan rondzingen. Dat het een poging tot beïnvloeding van de politiek was, ging verloren in de publieke discussie. Neem bijvoorbeeld een opiniestuk van auteur Philip Huff in NRC Handelsblad (21 november 2014):

“Maar voor een lezer heb je een bibliotheek nodig, en een boekwinkel, en bibliotheken verdwijnen dus, zoals de commissie-Cohen vaststelde – in de afgelopen tien jaar driehonderd vestigingen –, schoolbibliotheken hebben geen budget meer, en de boekhandels blijven leeg.”

De cijfers onder de loep

Hoe zit het dan wel? Laten we eens kijken naar de getallen zoals ze op de VOB-website staan. Hieronder een screenshotje van de actuele tabel op de VOB-site. Op 1 januari 2012 telde Nederland 1073 vestingen en hoofdvestigingen. En als je de tabel letterlijk neemt, waren er géén servicepunten, miniservicepunten, afhaalpunten, zelfbedieningsbibliotheken en geen bibliotheekbussen en -haltes.

Tabel op VOB-site (screenshot 26 mei 2017)


Als je de tabel opnieuw letterlijk neemt, zijn er amper een jaar later nog maar 843 (hoofd)vestigingen over. Oftewel: in 2012 zouden elke week een dikke vier vestigingen zijn gesloten. Nederlanders raken misschien opgewondener van een nieuw model iPhone of de laatste ruzie tussen Geer en Goor dan van een dreigende bibliotheeksluiting. Maar ik meen toch te kunnen stellen dat een dergelijke bibliothecaire annus horribilis aan de opiniepagina’s en de Handelingen der Tweede Kamer niet zo makkelijk was voorbijgegaan.

Maar, werpt u tegen, er waren begin 2013 wél ineens 220 servicepunten en een dikke honderd miniservicepunten. Plus nog eens 26 bussen die vijfhonderd haltes aandeden. Zo erg was de teloorgang dus ook weer niet.

Verfijndere tellingen

Enfin, u begrijpt inmiddels wel wat er aan de hand is. De getallen voor 2013 en de jaren erna zijn een stuk verfijnder. Had men in 2012 op dezelfde manier geteld, dan was men op vergelijkbare cijfers uitgekomen. Misschien waren er wat meer (hoofd)vestigingen die degradeerden tot (mini)servicepunten. De bezuinigingen hebben echt wel hun sporen nagelaten. Wat er echt gebeurde in de loop van 2012 is dat de registratie van vestigingen in de G!ds verfijnder is geworden. Dit werd in een discussie op Twitter bevestigd door Anton Dierdorp.

Was er begin 2012 op dezelfde verfijndere manier geteld, dan hadden we toen óók minder (hoofd)vestigingen en meer (mini)servicepunten gehad. De VOB had dit in of bij de tabel moeten vermelden. Dan was de misvatting er niet geweest en had (inmiddels: demissionair) minister Bussemaker de Kamer beter geïnformeerd.

Het ware beter geweest het cijfer voor 2012 helemaal niet te vermelden. Dan had het beeld er uitgezien als hieronder, en was duidelijker geworden dat vooral de bibliobussen zijn verdwenen. Ook was dan helder geweest dat die verdwenen halteplaatsen maar beperkt zijn gecompenseerd door (mini)servicepunten en afhaalpunten. Mogelijk wel door Bibliotheken op School, dat tussen 2012 en 2015 grofweg is verviervoudigd in het basisonderwijs (niet zelden ook in beleidsmatige samenhang met het terugbrengen van het aantal vestigingen en bushalteplaatsen). Eind 2016 waren er 2.534 Bibliotheken op School met een bereik van 562.500 leerlingen.

Bibliotheekvoorzieningen 2013-2016 (CC BY 4.0)

Slachting onder personeel

Resteert de vraag waarom dit niet eerder is opgemerkt – door de VOB zelf, door de ambtenaren bij OCW, en door geïnteresseerde anderen. Mijn vermoeden is dat dit niet opviel omdat de daling zo goed aansloot bij het alarmerende persbericht uit 2010 en het sindsdien rondzingende getal van 30 procent, zijnde driehonderd vestigingen, minder. Ik heb de partijen in de discussie volgend op de brief van Bussemaker geattendeerd op de vertekenende cijfers. Nu er vier maanden later nog niets is veranderd, vond ik het gepast om deze post te schrijven. Vooral omdat de mythe van de verdwenen vestigingen een veel belangrijker getal in de schaduw stelt: de slachting onder werkzame personen in de openbare bibliotheken.

Uit de landelijke statistieken die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert op basis van VOB-gegevens (uit andere bron: de jaarlijkse enquête onder haar leden) kun je opmaken dat in de periode 2010-2015 het aantal personeelsleden is gedaald met 24 procent. Uitgedrukt in arbeidsjaren gaat het om een daling van 20 procent. Ook de collecties – het aantal beschikbare materialen – zijn in die periode met 19 procent gedaald. Dit terwijl de inkomsten (‘baten’ bij het CBS) ‘slechts’ met tien procent afnamen.

Eigenlijke punt

De teruggang in inkomsten is dus bovenproportioneel afgewenteld op het personeelsbestand. Het zou mij niet verbazen dat dit is gebeurd omdat sluiting van een vestiging voor de burger én de gemeenteraad veel zichtbaarder is dan een reductie van openingsuren en afvloeiing van personeel. In een flink aantal gemeenten ging de bezuinigingsaanzegging daarom vergezeld van de opdracht om de vestigingen – of in elk geval zoveel mogelijk ervan – open te houden. Ja, dan rest er geen andere keuze voor het management om in het aanschafbudget te snijden en gekwalificeerd personeel te vervangen door vrijwilligers.

Personeelsleden en vrijwilligers in openbare bibliotheken (bron: FOBID)


En dat is het eigenlijke punt. We zouden er niet over peinzen om onze kinderen te laten onderwijzen door vrijwilligers. Of om doktersassistenten door vrijwilligers te vervangen (laat staan de huisarts of de chirurg). Niets ten nadele van de inzet en maatschappelijke bijdrage van vrijwilligers, maar openbaar bibliotheekwerk is een vak. In tijden van nepnieuws, alternatieve feiten en laaggeletterdheid – ook onder schoolverlaters – hebben we gekwalificeerde informatieprofessionals nodig in onze openbare bibliotheken. In volwaardige vestigingen die een substantieel deel van de week open zijn. Veel langer dan de maximaal vijftien uur die een servicepunt kennelijk maar open hoeft te zijn. Want wat heb je aan een gebouw met boeken waar de burger nog geen tien procent van de 168 uur die een week telt terecht kan? Dat is pas echt zonde van de publieke middelen. En geen mythe.

Naschrift 29 mei 2017:

Voor alle duidelijkheid: de site van de VOB vermeldt niet alleen de cijfers maar geeft ook de volgende interpretatie: “Met name in dit soort vestigingen [goed geoutilleerde vestigingen met 15 openingsuren of meer – FH] zien we een afname van ruim 300 over de laatste 5 jaar, ruim 28% minder.” Zie onderstaande screenshot en deze link naar de pagina (in Archive.org) zoals die was op 29 mei, twee dagen na publicatie van deze post.



Bewerkingsgeschiedenis

  • 29 mei: naschrift toegevoegd.
  • 2 juni: Zin toegevoegd over het aantal Bibliotheken op School per eind 2016, met dank aan Gerard Meijer, programmamanager Educatie van de Samenwerkende POI’s Nederland (SPN).
  • 6 juni: figuur met ontwikkeling personeelsleden en vrijwilligers in openbare bibliotheken toegevoegd.



Creative Commons License
Nepnieuws! De mythe van de verdwenen bibliotheken by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted in beleid, onderzoek, opinie, vakpublicaties, WareKennis | Tagged , , , , |

3 reacties op “Nepnieuws! De mythe van de verdwenen bibliotheken”

  1. Ik vrees dat de bron van dit nepnieuws gelegen is in één van mijn onderzoeksrapporten naar de ontwikkelingen van de gemeentelijk bezuinigingen, en wel dat van 2011.

    Daarin staat een tabel (die ik hier helaas niet blijk te kunnen invoegen) met de verwachte ontwikkeling van het aantal vestigingen van de bibliotheken die in de enquête hebben aangegeven ze daadwerkelijk vestigingen denken te gaan sluiten. Dit was 46% van de bibliotheken die hadden deelgenomen aan de enquête en daarvan dan alleen degenen die het toekomstige aantal vestigingen kon inschatten, wat neerkwam op in totaal 45 bibliotheken. Deze 45 bibliotheken bij elkaar verwachtten inderdaad dat ze in 2014 in totaal 34% minder vestigingen zouden hebben. Maar als je daarmee conclusies wilt trekken voor alle 1100 vestigingen zul je toch echt ook de overige 54% van de bibliotheken (namelijk degenen die hebben aangegeven géén vestigingen te gaan sluiten of nog niet wisten of ze dit gaan doen) mee moeten rekenen. Dat zijn degenen die zo creatief met deze tabel aan de slag gegaan zijn kennelijk vergeten…

    Overigens kwam juist het bezuinigen op vooral personeel al in die onderzoeken als toekomstige trend naar voren. Misschien leuk om nu achteraf nog eens ernaast te leggen wat in 2010 verwacht werd dat er zou gebeuren:

    ‘Uit de enquête komt naar voren dat het bibliotheeklandschap door de bezuinigingen aanzienlijk zal veranderen. In 2010 zullen de bezuinigingen in de eerste plaats effect hebben op de backoffice en de collectie. 13% van alle bibliotheken verwacht op deze gebieden effecten. In 2011 verwacht 32% van alle bibliotheken gevolgen van de bezuinigingen voor het personeel in de frontoffice. 27% verwacht te bezuinigen op de collectie en 23% op het aantal openingsuren. In 2012 bezuinigt 35% van de bibliotheken naar verwachting op het personeel in de frontoffice en 25% verwacht sluiting van vestigingen. Bijna een kwart van de bibliotheken verwacht in dat jaar ook te bezuinigen op de backoffice, de collectie en de openingsuren. In 2013 verwacht 30% effecten voor het personeel in de frontoffice en 26% verwacht sluiting van vestigingen.’ (uit: ‘Een krimpend perspectief; gemeentelijke bezuinigingen op openbaar bibliotheekwerk in de periode 2010-2013’ Kasperkovitz, 2010)

    Uit datzelfde onderzoek bleek ook al dat er verwacht werd dat men vestigingen zou omvormen naar servicepunten. Dat wil niet zeggen dat het gebouw verdwijnt, alleen dat het minder uren open is en er meer met zelfbediening plaatsvindt. Het verdwijnen van een groot aantal vestigingen van de radar is dus gedeeltelijk ook een definitiekwestie.

    Maar nog vóór het sluiten van vestigingen werden vooral bezuinigingen op het personeel verwacht, eerst in de frontoffice en vervolgens ook in de backoffice. Dit is inderdaad zo gelopen en om vestigingen en servicepunten toch voldoende te kunnen bemensen zijn veel meer vrijwilligers aangetrokken. Het grootste slachtoffer van de bezuinigingen is dus inderdaad de kwalificatie van het personeel.

    • Frank Huysmans schreef:

      Hoi Johanna, ja, dat was inderdaad een van jouw onderzoeksrapporten! Leuk, deze post-hoc-analyse 🙂

      Informatief, je nauwkeurige toelichting op waarom je de verwachtingen van een groep bibliotheken niet kon veralgemeniseren naar de hele groep bibliotheken. Er zijn nog twee andere zaken van belang, denk ik:

      1) verwachtingen ten aanzien van het aantal vestigingen dat je zult moeten sluiten, zeggen weinig over het gerealiseerde aantal sluitingen een paar jaar later;

      2) er fietst nog het verschil doorheen tussen het aantal bibliotheekorganisaties en het aantal bibliotheekvestigingen. Als dertig procent van de organisaties denkt één of meer vestigingen te moeten gaan sluiten, betekent dat nog niet dat ook dertig procent van de vestigingen dicht zal gaan. Dat hangt er maar helemaal van af welke organisaties het zijn en hoeveel vestigingen die onderhouden.

      Ik herinner me in elk geval dat die dertig procent die in het persbericht kwam, een slag in de lucht was die niet met jouw resultaten gestaafd kon worden.

      • Ja, dat verschil tussen organisaties en vestigingen wilde ik ook eerst aanhalen, omdat ik mij niet kon herinneren uitspraken over aantallen vestigingen gedaan te hebben. En inderdaad, in het 2010 rapport staat verschillende keren dat iets in de orde van grootte van 30% van de organisaties verwacht vestigingen te zullen sluiten. Dat is dan nog lang niet 30% van de vestigingen, want één organisatie had in die tijd meestal heel wat meer dan één vestiging. Maar bij nog wat nadere analyse ontdekte ik dat ik in 2011 daadwerkelijk iets over vestigingen gezegd had, maar dan dus alleen over die organisaties die al besloten hadden vestigingen te sluiten. Persberichten zijn wat dat betreft vaak ongeleide projectielen, die nemen zelden de bijbehorende nuances mee en getallen gaan al snel een eigen leven leiden. Maar dat het zelfs tot een hardnekkige mythe geleid heeft wist ik niet, dus dank voor deze eyeopener 🙂

Laat een reactie achter bij Johanna KasperkovitzReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.