Wat gaat 2014 brengen voor de openbare bibliotheken? Op 19 maart kiezen we nieuwe gemeenteraden. In de weken daarna worden de colleges gevormd. Alom wordt gevreesd dat die niet onder verdere bezuinigingen uit zullen komen. De gemeenten krijgen er van het Rijk per 2015 stevige taken bij op het gebied van langdurige zorg, uitkeringen en het vinden van werk, en jeugdzorg. Een bijbehorende zak met geld zullen ze niet op de stoep van het gemeentehuis aantreffen. En ondanks de soms stevige kortingen op de uitgaven van de afgelopen jaren is de bodem van de lokale geldkist zichtbaar.
De daling van het aantal uitleningen in 2012 zal niet aan wethouders en raadsleden voorbij zijn gegaan. Op de site van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) prijkte in december een bericht met de kop ‘Uitleningen bibliotheken daalden fors en subsidies licht in 2012’. De slotsom dat de kosten per uitlening zijn gestegen ligt voor de hand. Dan kan de VOB nog zo hard roepen dat dat geen eerlijk cijfer is – uitgaven aan gebouw, collectie en personeel worden ook gedaan voor de verblijfsfunctie – opportunistische raadsfracties trekken zich daar weinig van aan.
Net als de bibliotheken zijn ook de liberalen veranderd
Met verbazing zie ik dat het met name de lokale VVD’ers zijn die van de bibliotheek af willen. Het waren in de negentiende eeuw juist de liberalen die ijverden voor een algemeen toegankelijke voorziening met een evenwichtige collectie. Toen het niet lukte het verzuilde landschap te doorbreken, sloten ze een compromis dat het mogelijk maakte dat naast algemene openbare leeszalen en bibliotheken (OLB’s) ook rooms(ch)-katholieke en protestants-christelijke OLB’s met Rijksgeld werden gefinancierd. Vervolgens duurde het een halve eeuw voor die verzuiling definitief verleden tijd was. Ten langen leste een klinkende liberale overwinning. Je zou verwachten dat die gekoesterd zou worden en met hand en tand verdedigd. Zeker in tijden van informatiesamenleving en kenniseconomie.
Maar net als de bibliotheken zijn ook de liberalen veranderd. Wie geschriften leest van de eerste liberale premier, Cort van der Linden (minister-president van 1913 tot 1918), ziet dat hij erg begaan was de relatie tussen privaat en publiek eigendom en tussen individu en gemeenschap. Gemeenschapszin was nodig om ook mensen die het minder hadden getroffen een kans op individuele ontplooiing te geven. Een eeuw later belijden de liberalen die gedachte in woord nog steeds. Stopten ze hun geld nu ook maar waar hun mond is. De overheid moet zo klein mogelijk en belastingen mogen nooit omhoog. Aan dat dogma offeren ze publieke voorzieningen op, zelfs als mensen die niet kwijt willen.
Het gaat me er niet om dat de openbare bibliotheek zoals we die kennen tot in eeuwigheid blijft bestaan. Publiek-private samenwerking? Uitstekend. Als het moet, privatiseren we de hele handel zelfs en noemen we het ‘participatiebibliotheek’. Maar denk niet dat uitlenen de enige functie is van de lokale bieb. En denk vooral niet dat de sociale, culturele en educatieve functies zonder publieke middelen kunnen voortbestaan.
Deze column verschijnt in Informatieprofessional, jaargang 18 nummer 1, januari 2014
Lokaal liberalisme, een eeuw later by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.