Campagneposter Vlaamse digitale bibliotheek, Leuven, 2023 (cc by 4.0)
Over exposure op televisie heeft onze sector de laatste jaren niet te klagen. Denk aan de mooie serie van Frans Bromet, uit 2019 alweer, waarin hij bezoekers laat vertellen wat de bibliotheek voor hen betekent. Er waren reclamespotjes om de bekendheid met de online bibliotheek en de Informatiepunten Digitale Overheid te vergroten. De KB en haar collectie figureren de laatste tijd in vragen bij de quiz 2 voor 12. En de archiefsector was het afgelopen halfjaar nadrukkelijk in de gratis publiciteit dankzij het Nationaal Archief. De Autoriteit Persoonsgegevens voor het blok zetten en geen plan B hebben voor het geval je toch bakzeil moet halen. Echt heel slim gedaan.
Er valt wel wat op af te dingen. Het gaat altijd om tamelijk serieuze zaken: leesbevordering, digitale interactie met de overheid, privacybescherming, incunabelen … Kan het niet wat lichter en vrolijker? Het imago van de sector heeft nog altijd te lijden onder de zeperd van Het Bibliografisch Kwartet, het praatprogramma waarin prominente informatiespecialisten onder leiding van Arnon Grunberg de laatste ontwikkelingen in informatieontsluiting en bibliografische standaarden bespraken. Al na vier afleveringen besloot SBS het programma van de buis te halen wegens tegenvallende kijkcijfers (de gemiddeld 220 kijkers gaven het programma overigens wel een prachtig waarderingscijfer).
Tijd om in de tv-formats minder nadruk te leggen op de serieuze kant van ons werk en meer de amuserende kant op te zoeken.
Tijd dus om in de tv-formats minder nadruk te leggen op de serieuze kant van ons werk en meer de amuserende kant op te zoeken. Wat te denken van het format van So You Think You Can Shelve, in Nieuw-Zeeland al jaren een kassucces voor de commerciële omroep aldaar. In een viertal spelrondes nemen BK’ers (Bekende Kiwi’s) het in koppels tegen elkaar op bij het op de juiste plek zetten van geretourneerde bibliotheekboeken. Om de spelvreugde nog wat te vergroten dienen de deelnemers daarbij elke ronde een van tevoren onbekende hindernis te overwinnen. Onze tegenvoeters hebben het vijftien jaar na dato nog steeds over die aflevering waarin ’s lands bekendste schapenfokkers, het echtpaar Woolson, al cha-cha-cha-dansend met de boeken op hun hoofd tussen de schappen probeerden te zwieren. Voor een eventuele Nederlandse versie zou gedacht kunnen worden aan spelrondes met wateroverlast of Wim T. Schippers’ pindakaasvloer.
Nu de NPO voor een bezuiniging en herstructurering staat, is het samenvoegen van programma’s onvermijdelijk. Vooruitlopend op een progressief omroephuis zouden boeken- en interviewprogramma’s van Özcan Akyol kunnen worden gecombineerd in De Gestripte Kast. Verder valt te denken aan een format waarin villabezitters in het Gooi een bibliothecaris de vrije hand geven om een op hun persoon toegesneden e-bookleeslijst samen te stellen (Lenen Zonder Lopen). En om de sociale functie van de bieb wat meer in de kijker te zetten zou Een Leestafel Vol Liefde als realityserie te overwegen zijn. Want de bieb is immers zoveel meer!
Door de openbare bibliotheken wordt al enige tijd met angst en beven uitgekeken naar ‘Ravijnjaar’ 2026. Dit met gevoel voor drama gekozen label komt uit de koker van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De VNG lobbyt momenteel de Haagse deuren plat om het kabinet ertoe te bewegen meer geld in het Gemeentefonds te storten. Doet het kabinet dat niet, dan krijgen drie van de vier gemeenten hun begroting niet meer sluitend.
Het ravijn is het resultaat van drie factoren: een eenmalige miljardenkorting, de nog altijd sterk oplopende kosten van de jeugdzorg, plus de inflatie die telkens weer hoger uitvalt dan geraamd. Als het kabinet niet structureel met extra miljarden over de brug komt, kan het niet anders of de jeugdzorg, toch al een zorgenkindje, moet worden afgeschaald. En zo nog wat dingen. De bieb bijvoorbeeld.
De bieb? Maar die zit toch juist weer in de lift? De bibliotheek was toch back? Jazeker. Er zit een wijziging van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) aan te komen. Die geeft gemeenten en provincies een ‘zorgplicht’: ze moeten zorgen voor voldoende en volwaardige bibliotheekvoorzieningen. Het Rijk geeft daarvoor structureel extra geld. In de aanloop naar de zorgplicht is de afgelopen jaren al geïnvesteerd in de uitbreiding van vestigingen en openingsuren. Ook hebben zo’n beetje alle grote vestigingen inmiddels een Informatiepunt Digitale Overheid (IDO).
Je kunt trends verkennen en scenario’s plannen wat je wilt – als het geld opraakt, leggen welzijn en cultuur het af tegen stenen en asfalt.
Alle ingrediënten zijn aanwezig, zou je zeggen, om eens rustig achterover te gaan leunen en te gaan filosoferen over kunstmatige intelligentie, desinformatie, leesvaardigheid en duurzame ontwikkelingsdoelen op weg naar de bibliotheek van 2035. Vooral doen hoor, maar kijk ook even terug naar 2008. De Bibliotheekvernieuwing was afgerond. De openbare bibliotheken hadden zich geschaard achter de eigen Agenda voor de Toekomst. De sector bruiste van de vernieuwingsenergie. Toen viel er in Amerika een zakenbank om.
Als je mij vraagt wat in de afgelopen twintig jaar de meest doorslaggevende gebeurtenissen waren in de openbarebibliotheeksector, dan kom ik toch uit bij de kredietcrisis en de coronapandemie. Wat daarbij opvalt? Ze waren én niet te voorzien én ze hadden weinig tot niets met de informatie- en cultuursector van doen. Tja, je kunt trends verkennen en scenario’s plannen wat je wilt – als het geld opraakt, leggen welzijn en cultuur het af tegen stenen en asfalt. Zeker in rechtse colleges, en daarvan hebben we er nogal wat.
Dus als ik het even helemaal platsla, zoals het tegenwoordig heet in managementspeak, komt het uiteindelijk toch neer op de duiten. Waarbij we ons moeten realiseren dat een ravijn in de polder zich niet eenvoudig laat platslaan. En waarbij we alleen maar kunnen hopen dat die oranje clown in Washington over een kleine negentig dagen de teugels van de wereldeconomie definitief uit zijn handen laat glijden.
Het getal ‘tweeëneenhalf miljoen’ zoemt al een tijdje rond in laaggeletterdland. Zoveel volwassenen in Nederland hebben moeite met lezen, schrijven en rekenen. Tot in het ministerie van OCW aan toe. Dat bleek in 2016 toen de Algemene Rekenkamer dat ministerie betrapte op een fout. De doelgroep van het laaggeletterden- en laaggecijferdenbeleid, had de minister tegen de Kamer gezegd, omvatte 1,3 miljoen mensen. Haar ambtenaren waren echter de laaggecijferden vergeten én de 65-plussers, die ook tot de doelgroep van het beleid behoorden.
Na correctie bleek de omvang van de doelgroep van het beleid bijna het dubbele. Een schok ging door de natie. Een op de zes volwassenen was blijkbaar niet taal- en/of rekenvaardig genoeg om in de samenleving mee te kunnen komen. Op slag was vergeten dat Nederland zich daarmee nog in de voorhoede bevond van een 24 landen tellend deelnemersveld. Met Japan, Finland en onze zuiderburen.
Nu is het wel zo dat die schatting van 2,5 miljoen is gebaseerd op een onderzoek onder ruim vijfduizend Nederlanders gehouden in alweer 2012. Met angst en beven kijkt men daarom al uit naar 10 december aanstaande. Dan worden de uitkomsten van het vervolgonderzoek uit 2022-23 bekend. Stel, het blijken er nu drie miljoen te zijn. Of vier. Dan heeft het beleid gefaald. Dikke kans dat het budget voor de bestrijding van laaggeletterdheid van dit kabinet wordt ‘herbestemd’. De 130-kilometerborden moeten immers weer worden teruggeplaatst, de grenzen bewaakt, en Schiphol moet nog wat boeren uitkopen voor extra stikstofruimte.
Wie goed leest, snapt dat die 22 miljoen ‘extra’ voor het basisonderwijs, hup, broekzak-vestzak, meteen terug de schatkist in gaat.
Minder zullen het er niet geworden zijn. Onze volwassenen van 2012 zaten dan wel in de internationale kopgroep, de Nederlandse jongeren zijn sinds dat jaar achteruit gekacheld – en die zijn inmiddels volwassen. In 2018 was de schatting nog dat een op de vier jongeren laaggeletterd het onderwijs zou gaan verlaten. Vier jaar en een pandemie later was het een op drie.
Nederland krijgt het hoogste btw-tarief op boeken en kranten in de EU. Drie keer zo hoog als het EU-gemiddelde. Ook de btw op het bibliotheeklidmaatschap gaat van 9 naar 21 procent. De belastingmaatregel, zo weten we inmiddels, werd op een achternamiddag in de begroting gefietst. Niet omdat de vier formerende partijen het wilden – het stond in geen van hun verkiezingsprogramma’s – maar omdat het geld nu eenmaal ergens vandaan moet komen.
En wat lezen we op pagina 66 van de onderwijsbegroting? Basisscholen krijgen er vanaf 2026 22,2 miljoen structureel bij. Fantastisch! Waarvoor dat geld bedoeld is? Nou, het compenseert de btw-verhoging op les- en leesboeken. Zodat, het staat er echt, ‘scholen [kunnen] blijven investeren in het verbeteren van de basisvaardigheden, zoals leesvaardigheid’. Wie goed leest, snapt dat die 22 miljoen ‘extra’ voor het basisonderwijs, hup, broekzak-vestzak, meteen terug de schatkist in gaat. Maar ja, wie kan dat nog, goed lezen?
Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here:
Cookiebeleid