innovatie van de publieke informatievoorziening

Verdwijnende inkt

‘ink jar and quills’, Student of Rhythm (Flickr.com, cc by 2.0)

Op het Dominicus College in het katholieke Nijmegen, waar ik de jaren tachtig grotendeels heb doorgebracht, liepen tussen de ‘gewone’ leraren nog enkele paters rond. Van een van hen, pater Bromberg, heb ik zelf nooit les gehad, maar mijn oudere zus was er getuige van dat een klasgenote verdwijnende inkt op zijn crèmekleurige pij spoot. Bromberg, wiens naam ik tot dan toe had geassocieerd met slapende vulkanen, zag er de humor niet van in. Hij barstte uit in vuur en woede en kwam pas tot bedaren lang nadat de blauwe vlek in het niets was opgelost.

Dit voorval kwam me weer voor de geest toen ik onlangs te gast was bij een diploma-uitreiking in de sfeervolle negentiende-eeuwse Artisbibliotheek. Vijf studenten ontvingen er hun masterdiploma Boekwetenschap. Eén thesis sprong er voor mij uit. Student Amber Blewanus ondernam een historische zoektocht naar duurzame inkt. Van Plinius de Oudere in het jaar 77 tot het begin van de negentiende eeuw analyseerde ze tweehonderd recepten voor inkt van vóór het petrochemische tijdperk. Want als we de olie straks in de grond laten zitten moeten we toch wat.

Om te beginnen heb je pigment nodig, leerde ik. Dat moet met lijm of gom aan het perkament of papier worden gehecht. Plus een oplosmiddel voor het drogen en tegen het vlekken. En dan soms nog wat ander spul om de inkt beter hanteerbaar te maken.
Wat gebruikte men voor dit alles? Mineralen en metalen, zoals ijzersulfaat, lood, arseen en kobalt. Geen ingrediënten om je vingers bij af te likken, weten we nu. Allerhande plantaardigs voor de kleur, zoals galnoten, brazielhout en indigoplanten. Arabische gom, azijn, honing en lijnzaadolie als bind- of oplosmiddel. Maar ook stoffen van dierlijke oorsprong. De inkt van inktvissen natuurlijk. Vislijm, eieren en yoghurt. Kamelenmelk en geitengal. Gemalen nagels. En, die zag ik even niet aankomen, ook menselijke ingrediënten: moedermelk (!) en urine.

Alle goorheid op een stokje – welke van deze ingrediënten en inkten zijn duurzaam? Nou, als het spul niet giftig is, de productie het milieu niet belast en het product zelf biologisch afbreekbaar is, mag er van de EU een groen logo op. Ja maar, ho eens even, roepen archivarissen en bibliothecarissen in koor: biologisch afbreekbaar? Duurzaam? Terwijl wij alles doen om papieren erfgoed te redden van de inktvraat!?

Door de e-reader en het digitaal uitlenen van e-books zijn we inmiddels vertrouwd geraakt met spoorloos verdwijnende teksten. Maar zijn we bereid deze mate van vergankelijkheid ook bij gedrukte boeken te accepteren?

De uitbarsting van de Bromberg in het jaar des Heren 1985 vond zijn oorsprong in deze laatste betekenis van ‘duurzaam’: blijvend. Terwijl de prank gebaseerd was op de eerste (al was de inkt hier, toegegeven, wel héél erg vergankelijk).
Door de e-reader en het digitaal uitlenen van e-books zijn we inmiddels vertrouwd geraakt met spoorloos verdwijnende teksten. Maar zijn we bereid deze mate van vergankelijkheid ook bij gedrukte boeken te accepteren, vraagt Amber Blewanus zich concluderend af. En is er wel een markt voor zichzelf uitwissende boeken, hoor ik de uitgever denken.

Plinius de Oudere zal niet hebben voorzien dat het inktrecept uit zijn Naturalis Historia twintig eeuwen later nog eens in een masterthesis terecht zou komen. Afgaand op de bekendste zin uit datzelfde encyclopedische werk, ‘de goede dingen zijn niet opgewassen tegen de kwade’, was hij naast een doemdenker toch wel enigszins helderziend. Twee jaar na voltooiing ervan stierf hij bij de beruchte uitbarsting van de Vesuvius.

Tja. Is uiteindelijk niet alles vergankelijk? Eergisteren werd bekend dat komende zomer na 168 jaar de laatste leerling de deur van het Dominicus College achter zich dicht trekt.

Amber Blewanus (2023). The viability of documented ink recipes in texts predating the petrochemical era: Producing sustainable inks, in a journey towards NetZero. Thesis Book Science, Graduate School of Humanities, University of Amsterdam; supervisor dr. Alice Twemlow; second reader dr. Paul Dijstelberge. De thesis wordt uitgegeven bij Armorica, de uitgeverij van Boekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam. Stuur voor meer informatie een mail aan de auteur.

Deze column is verschenen in Vakblad IP | Informatieprofessional, jaargang 27 nummer 9, december 2023.

Posted by Frank Huysmans on 23 december 2023 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , , , , , , , , , | Reactie

Chroomstaal en griffioenen

UB Freiburg im Breisgau (CC BY 4.0)

Het contrast kan bijna niet groter zijn. De universiteitsbibliotheek van Freiburg im Breisgau huist in een futuristisch gebouw van zwart chroomstaal en glas. Het is gelegen aan een groot plein, zo een waar kleuters langs en door de fonteintjes rennen, skateboarders hun skills aanscherpen en oude en nieuwe Duitsers gezeten op stenen verhogingen hun belevenissen en zorgen met elkaar delen. Voorbij de draaideur ervaar je de utiliteitsbouw die universiteitsgebouwen in Duitsland zo eigen is. In het beton is de structuur van de houten planken zichtbaar die de vloeren hebben geschraagd. De verfroller is maar spaarzaam gebruikt. Richtingaanwijzingen zijn met zwarte stickers op de grijze muren aangebracht.

De UB van Heidelberg huist in een pompeus, rood-zandstenen gebouw aan de rand van de oude stad. Het gebouw paart een neobarokke protserigheid aan smeedwerk dat schatplichtig is aan de Jugendstil. Eenmaal binnen moeten studenten en medewerkers twee griffioenen passeren voor ze hun tassen in de catacomben kunnen opsluiten en naar de geklimatiseerde studiezaal klimmen. Buiten torenen twee gele kranen boven het gebouw uit: een renovatie is net voor de zomer begonnen om een deel van het gebouw bij de tijd te brengen.

De oorzaak van de verschillen is tamelijk prozaïsch. Freiburg onderging in 1944-’45 het lot dat vele Duitse steden trof: massale bombardementen van de binnensteden door de geallieerden. Naar schatting vijftienduizend bommen legden tijdens Operation Tigerfish van de Royal Air Force op 27 november 1944 een groot deel van de binnenstad plat. Achtentwintighonderd mensen vonden de dood en bijna tienduizend raakten er gewond. Van de overlevenden ontvluchtte bijna de helft de stad. Ook de universiteitsbibliotheek raakte beschadigd. In 1978 kwam er een nieuw gebouw, dat in de periode 2011-2015 compleet werd gerenoveerd tot het icoon dat het nu is.

De huidige generatie studenten in beide steden staat vermoedelijk niet stil bij het contrast.

UB Heidelberg (CC BY 4.0)

Heidelberg was net zomin als Freiburg van strategisch belang. De oudste Duitse (anno 1386) universiteitsstad had evenwel het geluk dat het, honderdvijftig kilometer noordelijker gelegen, niet op de weg van de geallieerde opmars lag. Sommige historici menen dat de stad om strategische redenen werd gespaard. Met ongeschonden spoorwegen kon ze dienen als regionale uitvalsbasis voor de aanstaande overwinnaars. Daarmee is het een van de weinige steden waar je door vooroorlogs Duitsland kunt rondlopen alsof het nog bestaat. En moet je in de UB langs twee vervaarlijke griffioenen om een boek te kunnen lenen.

De huidige generatie studenten in beide steden staat vermoedelijk niet stil bij het contrast. Als je er maar een beetje comfortabel kunt studeren op tijden dat het jou uitkomt. Behaaglijk in de winter en lekker koel in een moordend hete zomer als deze van 2018. Ook de omvang van de fysieke collecties (3,2 miljoen materialen elk, met in Freiburg nog eens 2 miljoen, en in Heidelberg 3,5 miljoen stuks decentraal) zal ze een zorg zijn. Werkstukken moeten af, tentamens gehaald en scripties voltooid. De UB’s doen wat ze kunnen om dit te faciliteren. Und das ist gut so.


Aanvulling, 31 augustus 2018: In de tekst van de column zoals die in het blad is afgedrukt, heb ik verzuimd de aadditionele collectie van 3,5 miljoen materialen te noemen die in Heidelberg in decentrale vestigingen te vinden is. Dit is hier rechtgezet.


Deze column verscheen in IP Vakblad voor Informatieprofessionals, jaargang 22 nummer 6, augustus 2018.


Creative Commons License
Chroomstaal en griffioenen by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 31 augustus 2018 | Posted in columns, onderwijs, onderzoek, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , | Reactie