Maar genoeg over vorm en vent. Inhoud! Daar hebben we Weinberger voor. Hij schreef de bestsellers Everything is miscellaneous en Too big to know (verplichte kost voor mijn studenten, hoewel niet ‘wetenschappelijk’) en werd co-directeur van het Harvard Library Innovation Lab in de Harvard Law School. Toch wel een plek om te zijn als je van bibliotheekvernieuwing houdt.
Onlangs was hij in Florence op uitnodiging van OCLC. Hij gaf er een lezing, nam een kijkje in ‘ons’ Frysklab en werd geïnterviewd door het Britse vakblad Research Information. Niks stofjas. Oneliners! “De toekomst van bibliotheken zal niet worden geschreven door bibliotheken, en dat is iets positiefs, omdat het betekent dat de informatie die bibliotheken hebben bewaard en verrijkt goed zal worden benut.”
‘Het zal erom gaan erachter te komen welke filters het web en onszelf slimmer kunnen maken.’
Het sterke van Weinbergers perspectief op bibliotheken is dat hij ze beschouwt als onderdeel van de vernetwerkte kennis op het web. Uitgangspunt van het denken zijn niet de organisaties zelf. Evenmin de collecties die zij beheren. We beginnen de contouren te zien, aldus Weinberger, van een wereldomspannend kennisnetwerk dat de bibliotheken in zich opneemt, maar ook archieven, musea, media, bedrijven en overheden. En ook wiki’s, blogs, YouTube, aggregatiesites en de bouwstenen van het semantisch web.
Dit proces kan twee kanten op werken, heet het in Too big to know: het kan ons veel slimmer maken, maar ook veel dommer. In de pre-digitale wereld hadden we de filters die onbetrouwbare kennis en informatie eruit haalden wel aardig op orde. Maar toen kwam het web. De komende jaren zal het erom gaan erachter te komen welke filters, algoritmische en menselijk-sociale, het web en onszelf slimmer kunnen maken.
De opgave voor bibliotheken, archieven en andere kennisinstituten is daarmee helder. Het is hun taak en verantwoordelijkheid om hun content en (meta)data zo goed mogelijk in het kennisnetwerk te integreren. Opdat het netwerk als geheel slimmer wordt. Daarbij lopen ze uiteraard tegen auteursrechtelijke belemmeringen op. En dus is het hun verantwoordelijkheid actie te ondernemen – argumenteren, overtuigen en waar nodig procederen – om zulke barrières in het publieke belang te slechten.
Het vraagt wel wat. Zichzelf tot onderdeel maken van dat globale netwerk betekent dat instituten met hun vaak eerbiedwaardige verleden nu hun eigen positie moeten gaan relativeren. Maar is er wel een alternatief? We hebben duizenden jaren geïnvesteerd in onze cultuur, zegt Weinberger, ‘and we lose it at our peril’.
Deze column verscheen in Vakblad IP, jaargang 19 nummer 3, 2 april 2015.
Opgaan in het globale netwerk by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Hai Frank,
Ik denk niet dat als instituten/instellingen die “Zichzelf tot onderdeel maken van dat globale netwerk, betekent dat deze met hun vaak eerbiedwaardige verleden nu hun eigen positie moeten gaan relativeren”. Ik geloof wel dat bij instituten die deel uitmaken van een globale netwerk, moeten deze instituten zich opnieuw uitvinden 🙂
Dank voor je reactie! Wat bedoel je met ‘zichzelf opnieuw uitvinden’? Ik denk dat ik het met je eens ben, maar laat bevestiging daarvan afhangen van je antwoord. 😉
Ik zal proberen dit in het kort toe te lichten
Er is een nieuwe taak bijgekomen naast de verantwoordelijkheid om eigen
content en (meta)data te integreren in deze (globale) netwerken. Bibliotheken,
archieven en kennisinstituten hebben een belangrijke rol bij het opbouwen van nieuwe netwerken en relaties
tussen individuen, van gebruikers tot deskundigen, uit verschillende organisaties (communities), waardoor nieuwe communities ontstaan. Een (global) netwerk van netwerken die samenwerken.
Het gaat om het vinden van een balans tussen het delen van content en het delen
van expertise. Expertise die je ter beschikking kan stellen aan een brede gemeenschap, expertise delen om nieuwe strategieën te bedenken voor vragen rondom(globale) thema’s die je zou moeten vertalen naar een landelijke situatie. Wetenschappelijk publiceren en OA, (Big) Data en privacy, Data curation, Mediawijsheid enz
Waarom? Omdat de wisselwerking tussen de globale ontwikkelingen en lokale
oplossingen vragen om een andere manier van denken en doen.
In de woorden van David Weinberger ’the way the Internet is redefining our
ideas about how we organise things and ideas’. Dat is precies wat ik
bedoel met ‘zichzelf opnieuw uitvinden’.