Het SCP is al sinds 1975 ‘hofleverancier’ van sociaalwetenschappelijk onderzoek op het gebied van tijdsbesteding. Als een rode draad door een reeks aan publicaties loopt de vraag hoe het lezen zich ontwikkelt. Want sinds de eerste meting in 1975 (en eigenlijk al eerder; er was in de jaren vijftig al een tijdsbestedingsonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) loopt de tijd die we aan lezen besteden terug.
Veel mensen hebben zich in de loop der jaren afgevraagd of het wel klopte wat het SCP schreef over het leesgedrag. Tot midden jaren negentig stegen namelijk de uitleningen bij openbare bibliotheken en ook het aantal verkochte boeken ging (weliswaar met wat horten en stoten) omhoog. De deels terechte kritiek was dat de meetmethode die we lezen niet adequaat meer weergaf. De tijd die we op internet doorbrachten, werd namelijk niet verder onderverdeeld in soorten informatieverwerking (tekstueel of audiovisueel).
De laatste jaren hoor je de stelling dat ‘we nog nooit zoveel hebben gelezen.’ We zijn een groot deel van de dag bezig met het verwerken van informatie van beeldschermen: op het werk, op school, op Facebook, Twitter en WhatsApp. Mede daarom is in 2013 begonnen met een nieuwe meetmethode, Media:Tijd genaamd. Met deze methode is het SCP beter in staat om onderscheid te maken in soort activiteit, genre, en informatiedrager in de (media-)tijdsbesteding. Een week lang kunnen respondenten dit voor elk interval van 10 minuten aangeven voor meerdere (media-)activiteiten. Daardoor is het ook mogelijk om onderscheid te maken tussen lezen als singletasking, multitasking (naast een andere, niet-media-activiteit) en mediamultitasking (naast een andere media-activiteit). Lezen van papier en van verschillende soorten schermen kunnen afzonderlijk worden gemeten. Omdat dat onderzoek in 2013 en 2015 is gehouden, kunnen nu ook de veranderingen tussen die twee meetjaren in kaart worden gebracht. Zijn we meer van schermen gaan lezen, en bij welke bevolkingsgroepen is dat meer en minder het geval? Misschien vraagt u zich nu af waarom er niet ook gegevens zijn geanalyseerd voor 2017. In 2017 is er geen Media:Tijd-onderzoek gehouden; een herhaling zit nog in de planning. Wel beschikt het SCP over andere langjarige bevolkingsonderzoeken waarin het lezen wordt gemeten. Voor Lees:Tijd zijn ook het reguliere Tijdsbestedingsonderzoek (2006-2011-2016) en de Vrijetijdsomnibus (2012-2014-2016) gebruikt. En uiteraard is geput uit andere bronnen om een zo breed en compleet mogelijk overzicht te geven van de stand van het lezen in Nederland.
Zijn we meer van schermen gaan lezen, en bij welke bevolkingsgroepen is dat meer en minder het geval?
Voor de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek verwijs ik graag naar het rapport zelf, dat (zoals altijd) gratis is te downloaden als pdf, en het persbericht van het SCP. Voor de kritische lezers is het trouwens altijd leuk om dat persbericht te vergelijken met de mediaberichtgeving (NOS, RTL, SBS, Nu.nl, AD, Telegraaf, DvhN, Volkskrant, NRC, Parool; deze lijst wordt geüpdatet).
Het Sociaal en Cultureel Planbureau is voor mij geen onbekende. Van 2001 tot 2010 heb ik er gewerkt als (senior) onderzoeker mediagebruik en cultuurdeelname. De afgelopen negen maanden heb ik als gastonderzoeker van het SCP aan dit onderzoek mee mogen werken. Met financiële steun van de Stichting Lezen, de stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek (CPNB), de Koninklijke Boekverkopersbond (KBb) en de Koninklijke Bibliotheek (KB) kon ik als externe kracht aan het onderzoek meewerken. Daarnaast was KVB Boekwerk in een adviserende rol bij het onderzoek betrokken. Mijn grote dank gaat uit naar deze partijen en natuurlijk ook naar het SCP, in het bijzonder mede-onderzoekers Annemarie Wennekers (projectleider) en Jos de Haan, voor de geweldige en stimulerende samenwerking!
Lees:Tijd, Lezen in Nederland verschenen by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.