innovatie van de publieke informatievoorziening

Het picknickkleed onder de letteren

Bron: Pedro Ribeiro Simões (Flickr, CC BY 2.0)

Gedenkwaardig dagje, 19 april. In de ochtend verschijnt in Den Haag bij de Raad voor Cultuur het advies over de letteren- en bibliothekensector. De lunch geniet ik op een zonovergoten Museumplein in Amsterdam met een Finse collega, daags ervoor vertrokken uit Tampere waar nog restjes sneeuw lagen. Later in de middag vergadert het bestuur van de Auteursbond met de balkondeuren open over de inkomenspositie van auteurs en vertalers. Even verderop beleeft Lelystad, uw toekomstige vertrekpunt voor vliegvakanties naar warmere oorden, op een halve graad na de eerste tropische dag van 2018.

Niets is heerlijker dan op een warme lentedag languit op een kleed in het gras een boek lezen. Vindt u en vind ik. Maar we behoren tot een minderheid. Over een langere periode daalt de belangstelling voor het lezen in de vrije tijd. In de wereld van boek en bibliotheek heeft men dat gegeven inmiddels gelaten geaccepteerd. De Raad voor Cultuur maakt zich zorgen. Als deze trend niet wordt gekeerd, kan het niet anders dan dat die het picknickkleed onder de letteren vandaan trekt.

‘Vraaguitval’, noemen economen het. Op zich niets ergs. Niemand is er rouwig om dat we geen lantaarnopstekers meer hebben, of kolenboeren. Erg wordt het pas als de dingen die ervoor in de plaats komen geen verbeteringen zijn. Van lezen weten we dat het allerlei positieve effecten heeft: op de woordenschat, de vaardigheid je schriftelijk uit te kunnen drukken, schoolprestaties, carrièrekansen, plus het vermogen je in te kunnen leven in een ander. Juist daarom is het zorgelijk dat de vraaguitval zich manifesteert onder jongeren en jongvolwassenen.

Hoe het kan dat er nog altijd zoveel boeken – een kleine twintigduizend per jaar in Nederland – verschijnen is een raadsel.

Minder boeken verkocht en geleend betekenen ook minder inkomsten voor de makers. En die krijgen al zo weinig. Een onderzoek heeft laten zien dat het gemiddelde auteursinkomen in 2013-14 ruim beneden modaal lag. Vertalers moeten het met nog minder doen. Hoe het kan dat er nog altijd zoveel titels – een kleine twintigduizend per jaar in Nederland – verschijnen is een raadsel. De econoom die hiervoor een sluitende verklaring vindt, heeft de Nobelprijs in de pocket.

Het is de intrinsieke motivatie, hoor je dan. Mensen schrijven boeken omdat die boeken geschreven moeten worden. Net zoals een bergbeklimmer een berg beklimt omdat die berg er is. Niettemin: hoeveel getalenteerde auteurs schrijven dat boek toch maar niet omdat er thuis monden gevoed moeten worden? Hoeveel meesterwerken, met andere woorden, loopt de natie mis doordat potentiële Libriswinnaars in de accountancy belanden?

Akkoord, Kafka en Pessoa sleten hun dagen ook op kantoor. Maar het moet toch mogelijk zijn dat je in Nederland met je creatieve brein een redelijk normaal bestaan kunt opbouwen? Kunnen we daar als samenleving niet wat extra’s in investeren? Met subsidies, of gewoon door wat vaker in de zon te gaan lezen?


Deze column verscheen in IP Vakblad voor informatieprofessionals, jaargang 22 nummer 4, mei 2018.


Creative Commons License
Het picknickkleed onder de letteren by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 10 mei 2018 | Posted in beleid, columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , , | Reactie

Wie niet leest is ziende blind

De bril in kwestie


Ineens was-ie daar, op mijn neus. Bijna achtenveertig jaar heb ik zonder gekund maar de laatste maanden dutte ik na een kwartiertje lezen met vermoeid hoofd in. Ik dus naar de brillensuper. Binnen luttele minuten een trits nieuwe woorden geleerd: presbyopie, dioptrie, antireflectiecoating. Mjah, nou, het is niet veel wat u nodig heeft. Plus anderhalf, plus een. Ik wil u niets aansmeren hoor.

Goed bedoeld natuurlijk van de brillenmeneer, maar niet wat je wilt horen als je je net bij het onvermijdelijke hebt neergelegd. Althans ik niet. Ik wil kunnen lezen verdomme, dus doe waarvoor je baas je hypotheek betaalt en draai me een poot uit. Aldus geschiedde.

Het toeval wilde dat ik net bezig was met een rapport over de tijdsbesteding aan lezen. Een van de bevindingen was dat de kloof tussen jongere en oudere Nederlanders sinds 2006 is gegroeid. Het percentage lezers onder tieners, twintigers en dertigers daalde stevig, terwijl het onder zestigplussers op hetzelfde hoge niveau bleef. Stel je voor, dacht ik, wat er was gebeurd als alle Hansen Anders, Eyewishes, Pearles en Specsavers zich van hun nobele kant hadden laten zien met een u-kunt-nog-wel-even-zonder. Dan was ook de grijze golf gaan Netflixen en hadden uitgevers en boekhandels helemaal kunnen inpakken.

Je weet dat je in een beschaafd land woont als de overheid blinden, slechtzienden en dyslectici voorziet van leesvoer op maat, naar keuze.

Hoewel… Er is natuurlijk ook nog zoiets als het luisterboek. En de Bibliotheekservice Passend Lezen. Je weet dat je in een beschaafd land woont als de overheid blinden, slechtzienden en dyslectici voorziet van leesvoer op maat, naar keuze in gesproken vorm, braille, grote letters, voelboekjes voor blinde kids, of als karaokeboeken. Ja, dat leest – of hoort – u goed: voor mensen met dyslexie is er een vorm waarbij een balkje de woorden doet oplichten die tegelijkertijd door de voorlezer worden uitgesproken. Over beschaving gesproken: die voorlezer is vaak een vrijwilliger met aangename stem en verzorgde dictie. Want we willen de medemens met een leesuitdaging niet afschepen met een synthetische stem met klemtoonbeperking.

En dat voor een eigen bijdrage van 28 euro per jaar, lees ik (inmiddels weer scherp) op de site van Passend Lezen. Maar Nederland zou Nederland niet zijn als we niet zouden doorschieten in onze goedheid. Na het aftikken van dat bedrag, meldt de FAQ-pagina, kun je namelijk een royale vijftien boeken, hoorspelen of hoorcolleges tegelijk streamen. Nu komen we op familiefeesten allemaal wel eens aan de simultane input van een stuk of vijf tantes bloot te staan, maar je kunt in je voorbereiding daarop ook overdrijven.

In de zeventiende eeuw slepen Descartes, Spinoza en Van Leeuwenhoek hun eigen lenzen. Wij laten onze ogen op een achternamiddag doormeten, trekken de portemonnee en hebben een week later een op maat gemaakte leesbril in huis met gratis montuur. Plus anderhalf, plus een, met cilindercorrectie. En we hebben de voorleesweelde van Passend Lezen. Wie dan nóg niet leest, is ziende blind.

Deze column verscheen in Vakblad IP (Informatieprofessional), jaargang 21 nummer 2, maart 2018.

Creative Commons License
Wie niet leest is ziende blind by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 26 februari 2018 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , | Reactie

Lees:Tijd, Lezen in Nederland verschenen

Omslag Lees:Tijd (bron: scp.nl)

Op 18 januari 2018 is het rapport Lees:Tijd, Lezen in Nederland verschenen bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De studie gaat op basis van diverse onderzoeksgegevens in op ontwikkelingen in de tijdsbesteding aan lezen.

Het SCP is al sinds 1975 ‘hofleverancier’ van sociaalwetenschappelijk onderzoek op het gebied van tijdsbesteding. Als een rode draad door een reeks aan publicaties loopt de vraag hoe het lezen zich ontwikkelt. Want sinds de eerste meting in 1975 (en eigenlijk al eerder; er was in de jaren vijftig al een tijdsbestedingsonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) loopt de tijd die we aan lezen besteden terug.

Veel mensen hebben zich in de loop der jaren afgevraagd of het wel klopte wat het SCP schreef over het leesgedrag. Tot midden jaren negentig stegen namelijk de uitleningen bij openbare bibliotheken en ook het aantal verkochte boeken ging (weliswaar met wat horten en stoten) omhoog. De deels terechte kritiek was dat de meetmethode die we lezen niet adequaat meer weergaf. De tijd die we op internet doorbrachten, werd namelijk niet verder onderverdeeld in soorten informatieverwerking (tekstueel of audiovisueel).

De laatste jaren hoor je de stelling dat ‘we nog nooit zoveel hebben gelezen.’ We zijn een groot deel van de dag bezig met het verwerken van informatie van beeldschermen: op het werk, op school, op Facebook, Twitter en WhatsApp. Mede daarom is in 2013 begonnen met een nieuwe meetmethode, Media:Tijd genaamd. Met deze methode is het SCP beter in staat om onderscheid te maken in soort activiteit, genre, en informatiedrager in de (media-)tijdsbesteding. Een week lang kunnen respondenten dit voor elk interval van 10 minuten aangeven voor meerdere (media-)activiteiten. Daardoor is het ook mogelijk om onderscheid te maken tussen lezen als singletasking, multitasking (naast een andere, niet-media-activiteit) en mediamultitasking (naast een andere media-activiteit). Lezen van papier en van verschillende soorten schermen kunnen afzonderlijk worden gemeten. Omdat dat onderzoek in 2013 en 2015 is gehouden, kunnen nu ook de veranderingen tussen die twee meetjaren in kaart worden gebracht. Zijn we meer van schermen gaan lezen, en bij welke bevolkingsgroepen is dat meer en minder het geval? Misschien vraagt u zich nu af waarom er niet ook gegevens zijn geanalyseerd voor 2017. In 2017 is er geen Media:Tijd-onderzoek gehouden; een herhaling zit nog in de planning. Wel beschikt het SCP over andere langjarige bevolkingsonderzoeken waarin het lezen wordt gemeten. Voor Lees:Tijd zijn ook het reguliere Tijdsbestedingsonderzoek (2006-2011-2016) en de Vrijetijdsomnibus (2012-2014-2016) gebruikt. En uiteraard is geput uit andere bronnen om een zo breed en compleet mogelijk overzicht te geven van de stand van het lezen in Nederland.

Zijn we meer van schermen gaan lezen, en bij welke bevolkingsgroepen is dat meer en minder het geval?

Voor de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek verwijs ik graag naar het rapport zelf, dat (zoals altijd) gratis is te downloaden als pdf, en het persbericht van het SCP. Voor de kritische lezers is het trouwens altijd leuk om dat persbericht te vergelijken met de mediaberichtgeving (NOS, RTL, SBS, Nu.nl, AD, Telegraaf, DvhN, Volkskrant, NRC, Parool; deze lijst wordt geüpdatet).

Het Sociaal en Cultureel Planbureau is voor mij geen onbekende. Van 2001 tot 2010 heb ik er gewerkt als (senior) onderzoeker mediagebruik en cultuurdeelname. De afgelopen negen maanden heb ik als gastonderzoeker van het SCP aan dit onderzoek mee mogen werken. Met financiële steun van de Stichting Lezen, de stichting Collectieve Propaganda voor het Nederlandse Boek (CPNB), de Koninklijke Boekverkopersbond (KBb) en de Koninklijke Bibliotheek (KB) kon ik als externe kracht aan het onderzoek meewerken. Daarnaast was KVB Boekwerk in een adviserende rol bij het onderzoek betrokken. Mijn grote dank gaat uit naar deze partijen en natuurlijk ook naar het SCP, in het bijzonder mede-onderzoekers Annemarie Wennekers (projectleider) en Jos de Haan, voor de geweldige en stimulerende samenwerking!

Creative Commons License
Lees:Tijd, Lezen in Nederland verschenen by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 18 januari 2018 | Posted in beleid, onderzoek, vakpublicaties, WareKennis, wetenschappelijke publicaties | Tagged , , , , , , , , , , , | Reactie