Copyright-light: de Creative Commons-licenties
Creative Commons (CC) is een organisatie zonder winstoogmerk die een aantal standaardlicenties aanbiedt voor het delen, bewerken en hergebruiken van creatieve digitale werken. Waarom doet CC dat en wat houden die licenties in?
Kodak kaduuk
Mag je zomaar alles fotograferen wat er voor je lens komt? In de vroege dagen van de fotografie – eind negentiende eeuw – was dat geen vanzelfsprekendheid. Het oordeel van Amerikaanse rechters was dat het mocht. Je hoefde niets of niemand om toestemming te vragen bij het op de gevoelige plaat vastleggen van landschappen, straten, gebouwen en zelfs personen (met – later – uitzondering van beroemdheden). Ene George Eastman kwam dat goed uit. Hij had net de oprolbare film bedacht. Met die vinding werd het mogelijk het werk van de leek en dat van de expert, het fotograferen zelf en het ontwikkelen van de foto’s, van elkaar te scheiden. De kosten konden flink omlaag. Fotografie werd hierdoor een massafenomeen en Eastman Kodak een succesvol bedrijf dat de fotografiemarkt decennialang domineerde.
In het boek Free culture: the nature and future of creativity (2004) vraagt de auteur, de Amerikaanse rechtsgeleerde Lawrence Lessig, zich af wat er zou zijn gebeurd als de rechters anders hadden geoordeeld. Stel dat je altijd om toestemming van (de erven van) Gustave Eiffel had moeten vragen voor het mogen kieken en tonen van diens Parijse meccanotoren. Fotografie had zich lang niet zo snel kunnen, eh, ontwikkelen. Eastman Kodak had wellicht, net zoals de Pirate Bay nu, het verwijt gekregen dat het profiteerde van de auteursrechtschendingen van zijn gebruikers. En het belangrijkste: fotografie had nooit het vehikel voor creatieve uitingen kunnen worden dat het nu is, met Flickr, Photoshop en Instagram als de Kodaks van de eenentwintigste-eeuwse (sociale) fotografie.
Wettelijke barrières voor creativiteit
Lawrence Lessig is een van degenen die zich sterk maken voor een minder restrictief auteursrecht. Zijn standpunt is dat het recht dienstbaar moet zijn aan creatieve expressie. Kenmerkend voor creativiteit is dat het zich vaak baseert op eerder werk van anderen. Zo gaf Walt Disney tal van sprookjes een nieuwe gedaante in animatiefilms. Disney kon dat doen, schrijft Lessig, omdat op die sprookjes geen auteursrecht meer rustte. Daardoor, en door Disneys genie, konden generaties kinderen met de beeldverhalen opgroeien. En kon Disneys bedrijf uitgroeien tot een marktdominerende speler in de entertainmenteconomie voor wie de auteursrechtelijke bescherming van zijn producten heilig is.
Stel dat je altijd om toestemming van (de erven van) Gustave Eiffel had moeten vragen voor het mogen kieken en tonen van diens Parijse meccanotoren. Fotografie had zich lang niet zo snel kunnen, eh, ontwikkelen.
Lessig zag al vroeg in dat het auteursrecht in het digitale domein in de problemen zou komen. Beter gezegd: voor hem was het zonneklaar dat het auteursrecht de digitale creatieve expressie onnodig veel beperkingen zou opleggen. Door iedere maker (‘auteur’) van een werk standaard veel rechten toe te kennen, komen veel gebruikers van dat werk in de juridische problemen. Stel: je maakt een filmpje en zet dat op YouTube. Iedereen die dat filmpje ziet en er anderen op attendeert (‘dit MOET je zien!’) maakt zich schuldig aan overtreding van het recht. Want de exclusieve distributierechten liggen wettelijk bij de maker. Maar die maker wil die rechten helemaal niet. Die wil alleen dat zijn filmpje zoveel mogelijk mensen bereikt. En hij vindt het misschien ook alleen maar leuk dat anderen er nieuwe varianten van maken. Share, remix, reuse.
Creative Commons-licenties
Het auteursrecht, ontstaan in een tijd van weinig makers en veel gebruikers, was tegen dat delen, bewerken en hergebruiken niet opgewassen. Het fotografievoorbeeld over de Eiffeltoren maakt duidelijk waartoe dat zou kunnen leiden. Larry Lessig en zijn medestrijders wachtten niet op een auteursrechthervorming en richtten Creative Commons (‘CC’) op. CC is een organisatie zonder winstoogmerk die met het aanbieden van een aantal standaardlicenties het delen, bewerken en hergebruiken van creativiteit wil bevorderen. CC is een internationale organisatie, gevestigd in de Amerikaanse staat California, en heeft in veel landen, waaronder Nederland, een lokale dochter.
De standaardlicenties zijn gebaseerd op theoretisch denkbare en praktisch voorkomende combinaties van de volgende voorwaarden voor (her)gebruik van een oorspronkelijk werk:
- BY: Naamsvermelding: het vermelden van de maker(s), een voorwaarde in alle licenties.
- SA: GelijkDelen: na aanpassing moet het werk onder dezelfde licentie worden verspreid.
- NC: Niet-commercieel: alleen (her)gebruik zonder winstoogmerk.
- ND: GeenAfgeleideWerken: het werk mag niet worden veranderd zonder toestemming.
CC biedt zes licenties aan:
- CC-BY (Naamsvermelding): de minst beperkende licentie. Alleen naamsvermelding wordt geëist.
- CC-BY-SA (Naamsvermelding+GelijkDelen): remixen en commerciële exploitatie zijn toegestaan, maar deze werken dienen ook onder déze licentie te worden vrijgegeven
- CC-BY-NC (Naamsvermelding+NietCommercieel): remixen is toegestaan mits zonder winstoogmerk en het staat de remixer vrij het onder een andere licentie vrij te geven.
- CC-BY-NC-SA (Naamsvermelding+NietCommercieel+GelijkDelen): remixen toegestaan mits zonder winstoogmerk en onder dezelfde licentie vrijgegeven.
- CC-BY-ND (Naamsvermelding+GeenAfgeleideWerken): remixen niet toegestaan maar commerciële exploitatie wel.
- CC-BY-NC-ND (Naamsvermelding+NietCommercieel+GeenAfgeleideWerken): de meest beperkende: noch remixen, noch commerciële exploitatie toegestaan.
CC = copyright-light
De CC-licenties bestaan binnen het auteursrecht en zijn er – een veel voorkomend misverstand – dus geen alternatief voor. Door als maker je werk onder een CC-licentie vrij te geven, geef je anderen meer vrijheden, maar je geeft niet al je rechten op. Gebruikers of remixers kunnen dus ook inbreuk maken op de voorwaarden waaronder makers hun werk hebben vrijgegeven. Denk aan een commerciële uitgave van een onder een van de ‘NC’-licenties uitgebracht werk. Zo’n inbreuk kan in theorie voor de rechter worden gebracht en in de praktijk gebeurt dat ook. In welk land die rechter werkt, is afhankelijk van de jurisdictie van de gekozen licentie. Elk rechtssysteem staat op zichzelf en dus zijn de licenties voor elk ervan iets verschillend geformuleerd om hetzelfde doel te bereiken.
Creative Commons en bibliotheken
Naast de zes licenties is er nog de mogelijkheid om een werk helemaal vrij te geven. Dit is technisch gesproken geen licentie. Je moet als maker verklaren dat je van alle rechten afstand doet, inclusief die van naamsvermelding. CC heeft hiervoor een standaardverklaring ontworpen. Deze heet CC0 (nul). Diverse bibliotheken, de Duitse voorop, hebben recent hun metadata onder CC0 aan het publieke domein (the commons) gedoneerd.
Daarnaast staat het bibliotheken vrij werken die onder een van de zes licenties zijn uitgebracht in de eigen catalogus op te nemen. Ter verdere verspreiding en gebruik van kennis en creativiteit, waarvoor bibliotheken toch ooit in het leven zijn geroepen. Want het is allerminst zeker dat de onder CC-licenties gepubliceerde werken over vijf of tien jaar nog steeds op het web te vinden zullen zijn.
Dit artikel is het derde deel in de serie over auteursrecht en bibliotheken en verschijnt ook in Bibliotheekblad 9, 2012. De eerdere delen verschenen eerder in de rubriek Spotlight op deze website en in Bibliotheekblad 7 en 8, 2012.
Voor dit artikel is gebruikgemaakt van de onder CC-licenties uitgegeven werken van Lawrence Lessig op www.lessig.org, van creativecommons.org en creativecommons.nl en van de lemma’s over CC op de Engelstalige Wikipedia.
Deze bijdrage is gepubliceerd onder een CC-BY-SA 3.0 NL-licentie; klik op de link om te zien welke rechten en plichten u heeft bij hergebruik.