innovatie van de publieke informatievoorziening

Nieuws: YouTube-generatie kijkt gewoon televisie!

Bron: www.npo.nl

Bron: www.npo.nl

“YouTube. Je kan er niet meer omheen. Zelfs het Sociaal en Cultureel Planbureau zegt het nu hardop: jongeren kijken vooral internet en nog nauwelijks tv.”

Waarschijnlijk heeft nieuwslezeres Astrid Kersseboom deze introtekst voor het afsluitende item van het NOS Journaal van 20 uur op 19 februari (item start op 21:18) niet zelf geschreven. Dat doen redacteuren voor haar. En redacteuren hebben het door de wegbezuinigde collega’s razend druk.
Een heel rapport lezen van 137 pagina’s, vol met tabellen en grafieken, dat schiet er dan wel eens bij in. Want als ze daar wel de tijd voor hadden gehad, was Astrids openingszin deze geweest:

“YouTube en andere content op internet. Ook al kijken er aardig wat jongeren naar, ze gebruiken de televisie nog altijd veel vaker op de klassieke manier: kijken naar programma’s op het moment dat de tv-zenders ze vertonen.”

Onderzoek: het tegendeel blijkt

Toch vreemd dat de redactie van het journaal, wier core business toch het maken van nieuws-tv voor een zo breed en divers samengesteld mogelijk publiek is, uitgerekend als het over zichzelf gaat haar kijkers iets op de mouw speldt dat zo evident in strijd is met de feiten. Het tegendeel blijkt jaar na jaar uit de rapportages van het door de NPO medegefinancierde (continu) kijkonderzoek. En het op 19 februari verschenen SCP-rapport Media:Tijd in beeld, waarvan de dataverzameling ook deels door de NPO is betaald, laat evenmin een andere conclusie toe. Tabel 4.2 (pagina 72 in het rapport) laat het zien.

Bron: www.scp.nl

Bron: www.scp.nl

Ter toelichting: in de kolommen staat eerst weergegeven hoeveel procent van een bevolkingsgroep op een ‘doorsneedag’ een bepaalde activiteit heeft verricht. In de kolom ernaast staat dan hoeveel tijd die ‘deelnemers’ eraan besteden.
Lineair tv kijken betekent: naar een programma kijken op tv op het moment dat het wordt uitgezonden. Niet-lineair tv-kijken betreft al het overige: kijken naar opgenomen programma’s, naar streaming diensten als Netflix, en naar filmpjes als die op YouTube. Die laatste twee categorieën worden nog eens apart weergegeven. Overigens sluiten de categorieën elkaar niet uit: je kunt op een dag heel goed beide vormen combineren (en de percentages kun je dan ook niet zo maar bij elkaar optellen).

Factor 7,5

Van de jongeren – de categorie 13-19-jaar dekt die behoorlijk goed af – kijkt op een gemiddelde dag dus twee derde op de klassieke manier. Zij die tot die zevenenzestig procent behoren, besteden er op zo’n dag 2 uur en 46 minuten aan. Daarentegen kijkt slechts tien procent kijkt naar de videofilmpjes als die op YouTube. Die ene op de tien jongeren die dat doet, besteedt er wel bijna twee-en-een-half uur aan.
Jongeren besteden dus veel meer tijd aan gewoon tv-kijken dan aan YouTube-filmpjes. Rekent u even mee? Als 67 procent van de jongeren 2 uur en 46 minuten lineair kijkt, en de overige 33 procent op die doorsneedag niet heeft gekeken, maakt dat (67/100)*166 = 111 minuten, oftewel 1 uur en 51 minuten. Voor de tien procent van de kids die YouTube etcetera kijkt, komen we op (10/100)*145 = 15 minuten als we naar boven afronden.
Jongeren kijken dus 7,5 keer zoveel klassiek televisie als dat ze ‘internet kijken’. Het tegenovergestelde van wat de Journaalredactie arme Astrid liet zeggen.

‘Een eeuwigheid geleden’

Je kunt aanvoeren dat de cijfers waarop het SCP-rapport is gebaseerd alweer bijna anderhalf jaar geleden, in de herfst van 2013, zijn verzameld. “Dat is met het tempo waarin de wereld verandert echt een eeuwigheid geleden!”, hoor je zo’n snelle reclamejongen dan wel eens roepen op een ‘broadcasting event’. Niet dus. Zoveel verandert er niet in een jaar, of twee jaar. Kijk maar eens naar deze figuur 5.1.2 uit het onlangs verschenen rapport TV Kijken in Nederland 2014 van de Stichting Kijkonderzoek (pagina 23).

Bron: www.kijkonderzoek.nl

Bron: www.kijkonderzoek.nl


Er werd in 2014 door wat meer Nederlanders via een tablet naar tv-uitzendingen gekeken (21 om 17 procent). Ook bij de smartphones zien we een procentpuntje groei, dat statistisch echter wel eens op toeval zou kunnen berusten. Bij het kijken via desktop pc’s is er een daling en voor de rest veranderde er niets.
De cijfers geven de profeten van de algehele omwenteling telkens weer ongelijk. (“Over drie jaar leest niemand meer een papieren krant,” schijnt Maurice de Hond op de drempel van de nieuwe eeuw te hebben geroepen, kort voordat zijn startup Newconomy op de fles ging). Een les die de jonge startup WappZapp – ’tv voor de on demand generatie’ – een maand geleden met haar vroegtijdige einde moest bekopen.

Multitasking-mythe

Ook andere mythes worden in het SCP-rapport ontkracht. Bijvoorbeeld die dat jongeren veel meer multitasken (mediagebruik en andere activiteiten combineren) en mediamultitasken (twee of meer media-activiteiten tegelijk uitvoeren) dan de oudere groepen. Kijk maar eens naar tabel 5.11 op pagina 93 van het SCP-rapport.

Bron: www.scp.nl

Bron: www.scp.nl

Jongeren brengen weliswaar een groter deel van hun mediatijd multitaskend door dan de oudere groepen. De bewering dat ze dat veel meer doen dan de oudere groepen, wordt door de cijfers gelogenstraft. Vergelijk de 13-19-jarigen bijvoorbeeld maar eens met de 50-64-jarigen. De deelnamepercentages van deze ‘jongere ouderen’ overtreffen die van de jongeren in alle vier de categorieën. En bij het mediamultitasken is de daaraan bestede tijd van de deelnemers bij de 50-64-jarigen niet heel veel minder.

Vreedzame co-existentie

Het is een boodschap die het SCP en anderen, zich baserend op gedegen empirisch onderzoek, al jaren aan opinie- en beleidsmakers proberen duidelijk te maken :

mediagebruik verandert, jongeren en hoogopgeleiden lopen daarin voorop, maar het gaat veel langzamer en minder ingrijpend dan we geneigd zijn te geloven.

Een bijna totale ommekeer – zoals het mobiel bellen dat het volume aan vaste belminuten behoorlijk heeft aangetast – is zeldzaam. Veel gewoner is het dat de nieuwe media- of communicatievorm een deel van het oude gebruik afsnoept, er zich na verloop van tijd een evenwicht instelt, en beide vormen vanaf dat moment vreedzaam co-existeren. (Zie voor de mechanismen erachter, het sociale proces van diffusie van innovaties, het SCP-rapport Alle kanalen staan open uit 2010.) De tv heeft de radio niet verdrongen (wel van gedaante veranderd), de commerciële omroep heeft de publieke niet de nek omgedraaid (wel marktaandeel afgesnoept), en streaming videodiensten als Netflix zullen de dinosauriërs NPO, RTL, SBS en FOX niet doen uitsterven.

Hardnekkige neiging

Waarom dan toch dat geloof in ‘alles wordt anders’, dat zo sterk is dat het NOS Journaal het SCP een waarneming in de mond legt die volkomen tegengesteld is aan wat het heeft gevonden? Het is, denk ik, de hardnekkige neiging om bij de verspreiding van innovaties het gedrag van de voorlopers van toepassing te verklaren op de hele groep, reeds nu of over hooguit enkele jaren. Althans: dat hoop ik. Het antwoord zou ook in deze oude wijsheid besloten kunnen liggen: het is eenvoudiger de feiten aan te passen aan je geloof dan je geloof aan de feiten.

Creative Commons License
Nieuws: YouTube-generatie kijkt gewoon televisie! by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 20 februari 2015 | Posted in beleid, onderzoek, opinie, vakpublicaties, WareKennis | Tagged , , , | 3 Comments

Leesklimaatverandering

http://3.bp.blogspot.com/

http://3.bp.blogspot.com/

Vrijdag 7 februari was me het dagje wel. Eerst maakte het Finse Sanoma, eigenaar van vele Nederlandse publiekstijdschriften, de SBS-zenders en NU.nl, bekend dat het in 2013 driehonderd twee-en-dertig komma drie miljoen euro verlies had geleden. Echt onverwacht kwam het niet. De Sanoma-top had in oktober al 32 titels in de etalage gezet en aangekondigd dat versterkt zou worden ingezet op digitaal. Bij de overgebleven titels is van redacties eigenlijk geen sprake meer. De meeste bladen hebben een man/vrouw of vijf, zes in dienst en daaromheen een schil van zzp’ers. Met zo’n ‘rompredactie’ vangt men de teruglopende oplagecijfers en dalende advertentie¬inkomsten op.

Later die dag kwam het nieuws dat boekhandelketen Polare uitstel van betaling zou gaan aanvragen. Ook niet onverwacht, al was het wel erg snel na de samenvoeging van de Selexyz- en De Slegte-ketens dat de stekker eruit ging. Mocht het Polare-filiaal geen koper vinden, dan is er in het centrum van een stad als Den Haag geen algemene boekhandel meer over. Wel nog het American Book Center, maar dat verkoopt alleen Engelstalig werk. Kleine maar fijne winkels als Houtschild en Buddenbrooks gingen enkele jaren geleden al op de fles. Van Stockum sloot twee van haar drie vestigingen en heeft nog één boekenoase voor de dorstige lezer op enkele passen van Den Haag Centraal.

Logisch, denkt u nu. Oude bedrijfsmodellen leggen het af tegen nieuwe, en zo hoort het ook. Nope. Het schrijversplatform TenPages.com, helemaal vanuit web, social media en crowdfunding opgezet, kondigde op 7 februari aan te moeten gaan stoppen wegens ‘gebrek aan financiële middelen’. Het journalistieke platform Tone publiceerde op dezelfde dag haar laatste issue: ‘Helaas zijn er te weinig lezers die ook betalen’. NRC Next, eveneens vaandeldrager van de journalistieke vernieuwing, kampt na enkele jaren van groei en hosanna met sterk teruglopende oplagecijfers. De Correspondent van ex-Next-hoofdredacteur Rob Wijnberg kende een droomstart. Ook dit ‘dagelijks medicijn tegen de waan van de dag’ komt nu in de fase waarin de abonnementsbasis moet worden bestendigd. En uit oplagecijfers van digitale abonnementen op de aloude gedrukte kranten en opiniebladen blijkt dat de groei daarvan de daling van de gedrukte oplage nog niet compenseert.

Logisch, denkt u nu. Oude bedrijfsmodellen leggen het af tegen nieuwe, en zo hoort het ook

Boeken, kranten en tijdschriften: alle doet de overgang naar digitaal hevig pijn. Boekenuitgevers worstelen met de prijsstelling in de digitale verkoop en met het onderling uitwisselen door lezers van bestanden met duizenden titels. De hoop is nu gevestigd op een ‘Spotify voor boeken’ die later dit jaar moet gaan draaien. Een ‘all you can read’ voor een nog niet vaststaand maandelijks bedrag. Voor kranten en tijdschriften is Blendle in de maak, waar je losse artikelen kunt kopen. Ik hoop oprecht dat het aanslaat.

Mensen zullen blijven lezen en auteurs zullen blijven schrijven. Toch lijkt het er sterk op dat de omzet der uitgeverijen duurzaam op een lager niveau komt te liggen door de digitale disruptie. Wen er maar vast aan.

Deze column verscheen in Informatieprofessional, jaargang 18, nummer 2, 1 maart 2014.

Creative Commons License
Leesklimaatverandering by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 1 maart 2014 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , | Reactie

Het boekenvak en de leesklimaatverandering

Ur rose tintedHet gaat niet goed met het boek in Nederland. Boekhandels sluiten, bibliotheken worden wegbezuinigd, boekenclubs gaan op de fles. ’s Lands meest prestigieuze boekenketen Selexyz ging failliet, werd door een investeerder samengevoegd met ramsj- en antiquariaatketen De Slegte onder de nieuwe naam Polare, en die keten staat nu weer voor de afgrond. ‘Het kon beter’ is een understatement.

Geen vrienden

Als je dit zo opschrijft, maak je geen vrienden in het boekenvak. Het land kent een aantal goedlopende boekhandels met directeuren die het publieke debat niet schuwen. Zo is daar Fabian Paagman van de gelijknamige boekhandel in het Haagse Statenkwartier. Een belevenisboekhandel: er is een hip café en een kinderboekenafdeling met een vol activiteitenprogramma. Geregeld komen er schrijvers voordragen en signeren. Poëzie vult er nog meer dan een enkele plank. Neemt Fabian het woord, dan luistert het boekenvak. Dus als hij op de site van Boekblad verkondigt dat naar aanleiding van deze affaire eens goed moet worden gediscussieerd over de rol van CB Logistics (voorheen het Centraal Boekhuis), begint in Culemborg de adrenaline door de aderen te kolken.

Als Maarten Asscher spreekt, doet hij dat ook een beetje namens mij

Eenzelfde status in het vak heeft Maarten Asscher, directeur/eigenaar van Athenaeum-boekhandel met hoofdvestiging aan het Spui in Amsterdam. Prachtige boekhandel met een uitstekend assortiment op het gebied van letteren, geschiedenis, politiek en wetenschap. Je vindt er een ruime collectie Engelstalige literatuur (en dat met een American Book Centre en Waterstone’s aan hetzelfde plein) maar ook een goede selectie recente literatuur uit andere taalgebieden, zoals het Frans en Duits. Met zo’n winkel op een steenworp afstand van mijn Amsterdamse werkplek ben ik reddeloos verloren. Ik durf niet te schatten hoeveel procent van mijn inkomen ik er in het afgelopen decennium heb achtergelaten. Laten we zeggen dat als Maarten Asscher spreekt, hij dat ook een beetje namens mij doet.

‘Polare is gewoon te groot om te slagen’

Afgelopen vrijdag kreeg Maarten van NRC Handelsblad, in welks nieuwe Amsterdamse onderkomen aan het Rokin ook een kleine Athenaeumvestiging huist, ruimte op de opiniepagina om te verkondigen [paywall] dat het debacle van Polare vooral niet moet worden toegeschreven aan het verval van de leescultuur. De ondertitel luidde: ‘Is de boekenmarkt begonnen aan z’n laatste stuiptrekking? Welnee (…) Polare is gewoon te groot om te slagen’. In zijn stuk geeft Maarten vier redenen waarom aan het Polare-fiasco vooral geen ‘cultuursociologische interpretatie’ moet worden gegeven. Waarmee hij verwijst naar het gegeven dat er in Nederland al zeker sinds 1975 minder tijd wordt besteed aan boeken en dat sinds medio jaren negentig het aantal bij openbare bibliotheken geleende boeken bijna is gehalveerd. Ik vat Maartens vier waarnemingen even samen:

  1. De boekhandel heeft sinds 2008 twintig procent minder omzet behaald, terwijl de gehele non-food-sector het met veertig procent minder heeft moeten doen. Die niettemin forse aderlating voor de boekhandel en uitgeverijen kan door middelgrote en kleine bedrijven beter worden opgevangen dan de grote ketens dat kunnen.
  2. Deze grote ketens moeten voor hun investeringen terecht op de kapitaalmarkt, waar andere wetten gelden dan in de boekenbranche. Hun wordt geen tijd gegund om rustig een naam en positie op te bouwen – ze moeten snel winstgevend worden, anders vertrekt het kapitaal weer naar elders.
  3. Er werden in 2013 nog altijd 41 miljoen boeken verkocht en het digitale boek (e-book) nam slechts 3,2 procent van de totale omzet daarvan voor zijn rekening. De groei van digitale verkoopkanaal kan dus ook niet verklaren waarom Polare het moeilijk heeft.
  4. Door ‘bezuinigingen en beleidsmatige dwalingen’ wordt weliswaar het primaire proces van de openbare bibliotheken sluipend ondermijnd: ‘het toegankelijk maken en overdragen van de geschreven cultuur’. Maar de neergang van Polare kan daar moeilijk aan worden toegeschreven.

Maarten spreekt, ik zei het al, een beetje namens mij als hij zegt dat je met deze vier punten niet kunt verklaren waarom Polare mogelijk op de fles gaat. Sowieso kun je één incident nooit toeschrijven aan een langlopende trend. Eén zwaluw maakt nog geen zomer, en één winter zonder sneeuw en ijs kan nooit een sluitend bewijs zijn voor klimaatverandering.

De leesklimaatverandering doodzwijgen: waarom toch?

Maar wat me verbaast is dat Maarten de langetermijnontwikkelingen die het boekenvak toch wel degelijk parten spelen niet aanroert. Doodzwijgt. Een klimaatverandering kan namelijk wel verklaren waarom het aantal kwakkelwinters over een langere termijn toeneemt. En de cultuursociologische trend dat we in Nederland minder boeken zijn gaan lezen, kan wel degelijk verklaren waarom een keten als Polare/Selexyz/De Slegte ooit een keer in de problemen komt, net als eerder kranten- en tijdschriftenuitgevers als Wegener en Sanoma. Hier een viertal waarnemingen over de wat langere termijn:

  • Sinds onderzoek wordt gedaan naar de tijdbesteding van Nederlanders, is de tijd die we aan gedrukte media besteden gedaald van 6,1 uur per week in 1975 naar 2,5 uur in 2011. Besteedde in 1975 nog 96 procent van de bevolking vanaf 12 jaar ten minste enige tijd aan boeken, kranten en tijdschriften, in 2011 was dat nog 67 procent. [bron, p. 89]
  • 41 miljoen verkochte boeken is een flinke stapel. Als je die bekijkt in het perspectief van de 51 miljoen die er in 2008 nog werden verkocht, lijkt het aantal toch wat minder indrukwekkend. [bron]
  • Werden er in 1991 op jaarbasis 170 miljoen boeken uitgeleend door de Nederlandse openbare bibliotheken, in 2012 waren het er nog 85 miljoen, een halvering dus. [bron 1, p. 63 en bron 2]
  • NRC Handelsblad 01-02-2014, p. 26

    NRC Handelsblad 01-02-2014, p. 26

    Waar Maarten op vrijdag in NRC een getal van 1.500 boekhandels noemt, drukt diezelfde krant een dag later deze grafiek af, waarin het er in 2012 nog rond de 700 zijn. Mij lijkt het dat Maarten het gelijk aan zijn zijde heeft (de Koninklijke Nederlandse Boekverkopersbond had eind 2012 bijna 1.088 leden met 1.502 verkooppunten [bron, p. 17]). Wellicht tellen in de cijfers van de figuur ketens als Bruna en AKO maar één keer mee? Hoe dit ook zij: het aantal boekhandels lijkt aan het afnemen te zijn. De daling stokt tussen 2007 en 2010, precies de periode waarin de boekenverkoop hoogtijdagen beleefde. [bron]

De werkelijkheid achter de cijfers: Den Haag

Achter die laatste cijfers gaat ook een werkelijkheid schuil. Neem Den Haag, waar ik sinds de eeuwwisseling woon. In mijn vroege Haagse jaren waren er aardig wat algemene boekhandels. Favoriet was Houtschild in de Papestraat: een klassieke boekwinkel met een goede collectie literatuur en geschiedenis. De collectie Frans sprong eruit: de liefhebber van actuele én gevestigde Franstalige literatuur hoefde niet verder te kijken. Echt fraai was Buddenbrooks aan het Noordeinde. Donkerhouten kasten met trappen voor de hoogste schappen. Het deed zijn naam eer aan met een goed gesorteerde collectie Duitstalige literatuur waarin het verzameld werk van Thomas Mann altijd aanwezig was. De rest van de collectie deed daar nauwelijks voor onder.

http://www.houtschild.com

http://www.houtschild.com

Met Houtschild was het een jaar of zes geleden ineens afgelopen. Pogingen de winkel aan geïnteresseerde partijen over te doen, liepen op niets uit. Ongeveer tezelfdertijd verhuisde Buddenbrooks naar een goedkoper pand aan de overzijde en ging de boekhandel met een kunstgalerie combineren. Dat verlengde de doodsstrijd nog even, maar uiteindelijk moest ook deze kwaliteitsboekhandel definitief de deuren sluiten. Een van de eigenaren vertrouwde me toe dat de snelle thuisbezorging van Bol.com ook aan de waarneming van hun trouwe clientèle niet voorbij was gegaan.

Als ik het me goed herinner, had boekhandel Van Stockum toen reeds twee van zijn drie vestigingen gesloten, waaronder een centraal gelegen winkel aan het Noordeinde op kruipafstand van het paleis. En vorig jaar moest Selexyz Verwijs haar prachtige winkel in het hart van de Passage verlaten. Een deel van de boeken en personeel verhuisde naar het nabijgelegen pand van De Slegte en ging onder Polare-vlag verder. In het vrijgekomen pand in de Passage opent Apple in juni een Store à la die aan het Amsterdamse Leidseplein.
Wat resteert er dan? Als Polare definitief dichtgaat, hebben we in het centrum van de Hofstad geen algemene boekhandel meer. Alleen nog specialistische boekhandels (Amerikaanse boeken, Engelstalige boeken, juridische boeken, christelijke boeken, reisboeken en -gidsen). Van Stockums resterende vestiging ligt planologisch gesproken wel heel erg aan de rand van het centrum en dus ‘uit de loop’ (met uitzondering van degenen die via Den Haag Centraal naar de stad komen).

Elders in de stad hebben we dan nog Fabian Paagmans winkel in het Statenkwartier, het expat-hart van de stad. (Je zou verwachten dat je daar nog wat aanbod in andere talen dan het Nederlands en Engels had. Mis. Een verkoopster vertelde me vorig jaar dat ze daarmee waren gestopt. ‘Geen markt meer voor.’) Zowaar nog een hidden gem: Couvée in Benoordenhout, klein maar fijn en zonder eigen website. Boven de deur het wapen van de Oranjes en de aanduiding ‘hofleverancier’. De vraag is hoe lang dat wapen er nog zal hangen; de eigenaresse verzuchtte vorig jaar dat het niet makkelijk was om te overleven. Dan vindt u nog een AKO hier, een Bruna daar en nog een enkele onafhankelijke kantoorboekhandel, enkele studieboekhandels, ramsjboekhandels en (van aanbod uitpuilende) antiquariaten.

Het wegkijken: een déjà vu

Op basis van het bovenstaande ben ik niet geneigd het adagium too big to succeed van Maarten te geloven. Eerst gingen hier de kleine, onafhankelijke winkels op de fles. Nu pas de ketens. Maar terug naar Maartens waarnemingen. Die snijden zeker hout. Nogmaals de vraag niettemin: waarom negeert zijn opiniestuk zo opzichtig de leesklimaatverandering? En dat niet voor het eerst. In 2005 werkte ik bij het Sociaal en Cultureel Planbureau en was ik medeverantwoordelijk voor het onderzoek naar de tijdbesteding aan het lezen. In de Volkskrant verscheen daarover een kritische opiniebijdrage van Maarten. Zijn stelling: het SCP meet ontwikkelingen in het lezen niet goed en het is dus maar de vraag of er wel echt wel minder wordt gelezen. Als insider kon ik aannemelijk maken dat die ontlezing er echt wel was en dat we daarvoor meerdere indicaties hadden, niet alleen die van het onderzoek naar de tijdbesteding.
Nu, acht jaar later, is zijn argument dat het met de opmars van de e-books niet zo snel gaat als menigeen had verwacht. Inderdaad. Dat verklaart weliswaar niet de teloorgang van Polare, maar kan de daling van 51 naar 41 miljoen verkochte titels in de afgelopen jaren toch moeilijk goedpraten? En de bibliotheken met hun dalende uitleencijfers kun je toch moeilijk als concurrenten van de e-book-verkoop opvoeren. Ze lenen pas sinds januari op grotere schaal e-books uit.

Negen van de tien boeken op Nederlandse e-readers zijn niet zelf aangeschaft

Dan is er nog de verspreiding van e-books via internet en (belangrijker!) usb-sticks en cd-roms. Ook daarover maakt het boekenvak zich opmerkelijk weinig druk. Terwijl iedereen kan zien dat met zo’n gratis cd’tje van de buurman of een tennisvriendin met daarop vijftienduizend titels een investering van 100 euro in een e-reader zich uitbetaalt in jarenlang leesplezier. Zeker in tijden van recessie. Je zou verwachten dat de boekenvakkers zich achter de oren zou krabben, ook gezien de eerdere ervaringen in de muziek- en videobranche. Maar zoals ik tijdens de conferentie De Staat van het Boek in 2012 ervoer: de sense of urgency ontbrak geheel en al. Er waren geen cijfers, ‘dus werd het probleem misschien wel een beetje overschat’. Inmiddels zijn de cijfers er wel: negen van de tien boeken op Nederlandse e-readers zijn niet zelf aangeschaft.

Geen bedrijfstakgegevens: ‘concurrentiegevoelig’

Eerder was me al gebleken dat het proberen betrouwbare gegevens voor onderzoek en statistiek voor het boekenvak te verzamelen gelijkstond aan het trekken aan een dood paard.

http://blogs.telegraph.co.uk/news/tomchiversscience/

http://blogs.telegraph.co.uk/news/tomchiversscience/

Enkele jaren geleden riep de Koninklijke Vereniging van het Boekenvak (KVB) spelers uit uitgeverij, boekhandel, distributie en wetenschap aan tafel. Doel was te bezien of er een overzicht van bedrijfstakgegevens kon worden gemaakt, zoals men dat in Duitsland jaarlijks doet(‘Buch und Buchhandel in Zahlen‘) en zoals het begin jaren negentig in Nederland ook is gebeurd). Op basis daarvan zou dan richting politiek en beleid een degelijker verhaal kunnen worden gebracht. Goed idee, zeiden het Centraal Boekhuis en ECI, maar probeer het zonder onze cijfers. Die zijn concurrentiegevoelig, dus bedrijfsgeheim. Datzelfde CB zet nu om bedrijfseconomische redenen Polare voor het blok. Postcodeloterij-eigenaar Novamedia maakte onlangs bekend met ECI in afgeslankte vorm (30 van de 200 arbeidsplaatsen) een doorstart te gaan maken als ‘bloeiende boekenclub met webshop’.

Schrijvers: Neêrlands hoop in bange dagen?

Gelukkig zijn anderen wel bereid om de kat de bel aan te binden. Het zijn voornamelijk schrijvers. Sommigen voerden in het eerste februariweekend in diverse steden actie voor de gesloten deuren van Polare-boekhandels, onder andere in Den Bosch en Leiden. Auteur Christiaan Weijts beschreef in NRC Next van 3 februari een recent publicitair tripje van onder meer zijn uitgeverij. Onbedoeld werden die dag de problemen van het boekenvak voor alle deelnemers pijnlijk duidelijk [paywall]. Ook signaleert hij terecht dat er weliswaar veel meer dan vroeger van schermen wordt gelezen, maar dat dat het soort lezen is waar (in mijn woorden) schrijvers en uitgevers blij noch rijk van worden. Marcel van Driel komt tot een min of meer gelijkluidende diagnose.

Blijven we wegkijken, dan doen we dat vooral ten koste van de komende generaties

Hopelijk lukt het hen om het boekenvak te mobiliseren vanuit het inzicht dat er een groot gezamenlijk belang in het geding is. En nee, dat is niet de vaste boekenprijs. Dat is hooguit een middel, waarvan nog altijd – nota bene bij gebrek aan degelijke branchegegevens – niet vaststaat dat het ook werkt. Een middel, geen doel. Dat doel is het tegengaan van de leesklimaatverandering. Het belang van lezen voor de individuele ontwikkeling, en mutatis mutandis voor de samenleving als geheel, is nu wel stevig genoeg onderbouwd. Blijven we wegkijken van wat er aan de hand is, dan doen we dat ten koste van onszelf, maar vooral van de komende generaties.


Bewerkingsgeschiedenis

  • 4 februari 2014: Zin toegevoegd (“Ook signaleert hij .. rijk van worden.”). Figuur daling boekhandels uit NRC toegevoegd. Tussenkop “Schrijvers: Neêrlands hoop in bange dagen?” toegevoegd.
Creative Commons License
Het boekenvak en de leesklimaatverandering by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 4 februari 2014 | Posted in beleid, onderzoek, opinie, vakpublicaties, WareKennis | Tagged , , , , , , , , | 6 Comments