innovatie van de publieke informatievoorziening

Leven in de glazen bol

netzpolitik.org - CC-BY-SA 3.0

netzpolitik.org – CC-BY-SA 3.0

Bijna twee weken geleden is het dat the Guardian het nieuws openbaarde over het PRISM-programma van de Amerikaanse National Security Agency (NSA). Al het andere nieuws kan bij mij sindsdien hooguit een schouderophalen veroorzaken. Steeds meer verbaas ik me over mensen in mijn omgeving die het nieuws niet kan deren. En die daarover hun schouders ophalen – ‘dat wisten we toch allang.’ Vermoedens waren er inderdaad. Toch is de situatie nu anders. Er ligt bewijs in de vorm van een powerpointpresentatie van het PRISM-programma, in combinatie met de zelfonthulling van de bron die in een eerdere baan als CIA-medewerker aantoonbaar over deze informatie kon beschikken.

Maar de implicaties van deze affaire reiken veel verder. Het gaat om het fundamentele punt van de verhouding tussen burgers en overheid. De afgelopen week kwamen de colleges sociale en politieke filosofie weer terug die ik eind jaren tachtig aan de Nijmeegse universiteit volgde. Over het sociaal contract tussen burgers. Over burgers die in het besef van een algemeen belang het machtsmonopolie bij de overheid leggen. Burgers die in laatste instantie zelf – via representatieve democratie en algemene verkiezingen – de controle op die macht blijven uitoefenen. Op een overheid die ondergeschikt en dienstbaar is aan een in een democratisch proces gedefinieerd algemeen belang.

Met PRISM is een grens overschreden die een overheid in een vrije democratie nooit mag overschrijden. Wat hier is gebeurd, is dat de overheid zich bevoegdheden heeft toegeëigend ‘in het algemeen belang’ (het voorkomen van terroristische aanslagen) zonder haar burgers daar vooraf in te kennen – lees: ze heeft het voor haar burgers verborgen gehouden. Met als gevolg dat alles wat we de afgelopen jaren hebben gedeeld via diensten van Microsoft, Google, Facebook, Skype, Apple en andere Amerikaanse platforms, is opgeslagen en kan worden doorzocht zonder dat wij als burgers daarvan wisten. Wij gingen ervan uit dat wat we mailden en deelden door de desbetreffende bedrijven onder de pet zou worden gehouden. Die bedrijven vroegen ons immers om hun privacy policy te ondertekenen. Nu blijkt dat geheime diensten die bedrijven hebben overtuigd van de noodzaak (lees: onder druk hebben gezet om) die gegevens op te hoesten voor monitoring. En sterker nog: vandaag werd bekend dat Microsoft informatie over beveiligingslekken deelt met de Amerikaanse inlichtingendiensten. Die kunnen dan eerst inbreken in systemen elders in de wereld, voordat de lekken worden gedicht met beveiligingspatches.

Wat hier is gebeurd, is dat de overheid zich bevoegdheden heeft toegeëigend ‘in het algemeen belang’ (het voorkomen van terroristische aanslagen) zonder haar burgers daar vooraf in te kennen – lees: ze heeft het voor haar burgers verborgen gehouden.

Mochten die geheime diensten zomaar alles doen met onze privégegevens? Nee. Maar na 9-11 is er in de VS een mogelijkheid gecreëerd om via niet-openbare rechtspraak toegang te krijgen tot al die gegevens. Negenennegentig komma zevenennegentig procent van de verzoeken worden ingewilligd. StopInfowars_RomeEn dan is het nog de vraag of de medewerkers van de geheime dienst netjes binnen dit toch al ruime mandaat blijven en alleen op zoek gaan naar de zoekwoorden waarnaar ze mogen zoeken. Wat bijvoorbeeld als ze de e-mails van topmensen van bankiers kunnen meelezen en met voorkennis gaan handelen op de beurs?

Akkoord, het zijn vooralsnog beweringen van een klokkenluider. Geen gewone burger of politieke partij die deze op waarheidsgehalte kan toetsen. De onderste steen van het PRISM-schandaal moet nog boven komen, maar het lijkt er toch sterk op dat de Amerikaanse overheidsspionnen zich niet aan de wet heeft gehouden. En jazeker, ook de Nederlandse overheid heeft inmiddels de schijn tegen. Dat is het begin van het einde van de rechtsorde: een overheid die zich niet aan de wet houdt en niet de waarheid spreekt over wat ze werkelijk doet of toestaat.

We hebben het allemaal al eerder gezien: een staat die zich zogenaamd in het algemeen belang tegen zijn burgers keert. In het vrije westen dachten dat we dat zoiets alleen in onvrije communistische en dictatoriaal geregeerde samenlevingen gebeurde. We laafden ons aan films als Das Leben der Anderen en prezen ons gelukkig dat we niet in het oostblok waren geboren. En Enemy of the State was natuurlijk pure fictie.

Nu weten we beter. Gelukkig kunnen we er nog een beetje om lachen, maar triest en extreem verontrustend blijft het. Niemand heeft het grappiger én cynischer weten te verwoorden als de Amerikaanse komiek Stephen Colbert op Twitter.

Het ‘niets te verbergen’-tegenargument wordt hiermee onderuit gehaald. Want waarom deed de NSA dit in het geniep; had het soms iets te verbergen? Een ander argument, dat door Obama zelf naar voren werd gebracht, luidt: ‘je moet een beetje privacy opgeven zodat de overheid/geheime dienst de wereld voor ons allen veiliger kan maken. Het is op zijn minst omstreden dat PRISM iets heeft bijgedragen aan het voorkomen van terroristische aanslagen. De NSA beweert van wel, maar zal hiervan waarschijnlijk geen details willen prijsgeven for security reasons. Experts menen het tegenovergestelde. Nog afgezien van de vraag of het wenselijk is dat de privécorrespondentie van iedereen wordt doorgevlooid zodat er op basis van waarschijnlijkheidsberekeningen alarmbellen gaan rinkelen – dus zonder dat er van een verdenking sprake is.

En dan Nederland. Als burgers van dit dichtbekabelde landje vallen wij niet onder de privacybescherming die de Amerikanen onder hun eigen wetgeving genieten. De NSA kan sowieso alle data van niet-Amerikaanse staatsburgers bekijken. Als de Nederlandse AIVD toegang heeft tot die NSA-data, zoals de Telegraaf op gezag van ‘inlichtingenbronnen’ meldde, is er geen rem op wat onze eigen spionagedienst over ons te weten kan komen.

Wat kunnen we doen om dit te voorkomen?

  • Ons informeren over de werkelijke omvang van de afluisterpraktijken. The Guardian en de Washington Post zijn leidend in de berichtgeving. Volg ook de acties van de Amerikaanse Electronic Frontier Foundation (EFF) en het Nederlandse Bits of Freedom (BoF).
  • Teken petities als deze van EFF om druk op politici te zetten. Er wordt wel eens geschamperd over de effectiviteit van online actievoeren, maar mooi dat het omstreden ACTA-voorstel door de EU werd afgeserveerd na druk vanuit de basis.
  • Versleutel correspondentie die je geheim wilt houden. Het is niet moeilijk met Pretty Good Privacy, alleen beide partijen in het mailverkeer moeten wel meedoen. Ook versleuteld bellen is goed mogelijk.
  • Stap in je dagelijkse internetgebruik waar mogelijk over op niet-Amerikaanse platforms. Die zijn er namelijk in overvloed.
  • Praat met familie, vrienden en (on)bekenden over wat je hebt geleerd. Raise awareness.

Als burgers kunnen we het niet over onze kant laten gaan dat de rechtstaat niet wordt gerespecteerd door de organen van de rechtstaat zelf. Zorg dat de omvang van het probleem – ook in Nederland – duidelijk wordt. Zorg dat het schouderophalen stopt.

Posted by Frank Huysmans on 18 juni 2013 | Posted in beleid, opinie | Tagged , , , , | 1 reactie

Moedig voorwaarts op twee sporen

Bron: http://www.pottermore.com/

Bron: http://www.pottermore.com/

Het blijft een mooi verhaal, over J.K. Rowling die niet wilde dat haar nieuwste Harry Potter als e-book zou worden verkocht. Enkele piraten voelden zich daardoor uitgedaagd. Ze maakten een taakverdeling – A legt hoofdstuk 1 onder de scanner, B haalt de OCR-fouten daaruit, C scant hoofdstuk 2, en zo verder, en Z plakt tot slot alles aan elkaar – en stonden bij de start van de verkoop tussen de dreuzels te wachten tot de deur van de boekhandel om middernacht openging. De volgende ochtend, nog voor de schrijfster de eerste nip van haar koffie had kunnen nemen, stond het hele boek proefgelezen en wel gratis op het web.

Het was een wijze les voor Rowling. Of eigenlijk twee. Eén: als mensen op hun manier toegang willen tot content, krijgen ze die ook. Twee: zelfs als een Potterboek gepirateerd wordt, verkoopt het als een tierelier. Toch zijn auteurs en uitgevers nog altijd als de dood, zoals eerder de muziek- en filmbazen, dat met het aanbieden van digitale versies het downloadhek van de dam is. Het geval Rowling en de ontwikkelingen in muziek en film doen anders vermoeden. De werelden zijn flink opgeschud. De verdienmodellen zijn veranderd. Artiesten can cut out the middle men en rechtstreeks met hun fans zaken doen (Rowling verkoopt inmiddels via haar eigen Pottermore.com de Potterserie als e-book en digital audio books). Maar nog altijd hebben we wereldwijd dezelfde machtige muzieklabels en filmstudio’s als voorheen. De laatste cijfers laten bovendien zien dat de omzet in de muziekbusiness weer groeit.

Met het auteursrecht van nu hebben bibliotheken geen enkele onderhandelingskracht

Op de nieuwe tijd toegesneden distributiemodellen in de wereld van het algemene boek introduceren. Dat zouden uitgevers en boekhandelaren moeten doen. Het lijkt erop dat hun dat niet lukt (en Amazon wel). De belangen van uitgevershuizen en boekhandelaren lopen niet parallel en ook tussen grotere en kleinere spelers wringt het. Vrees voor het onbekende is de enige gemeenschappelijke factor.

In zo’n situatie transformeert de status quo in een blok beton. De Europese bibliotheeklobbyorganisatie EBLIDA liep daar onlangs tegenaan. Ze probeerde met de Federation of European Publishers (FEP) een Memorandum of Understanding te bereiken. Het uitgangspunt van EBLIDA was dat openbare bibliotheken uit alle beschikbare e-boektitels tegen redelijke voorwaarden een collectie moeten kunnen samenstellen om die aan hun gebruikers te kunnen uitlenen. Met boeken van papier en inkt gaat dat al jaren goed. Maar de uitgeversfederatie hield in Brussel de deur dicht.

Door deze ervaring wijs geworden sluit de bibliotheekkoepel nu nieuwe allianties, onder andere met consumentenplatforms. Ook acht ze eindelijk de tijd rijp om op Europees niveau actief te gaan lobbyen voor een digitale versie van het leenrecht. Verstandig, want met het auteursrecht van nu hebben bibliotheken geen onderhandelingskracht. Tot het zover is, is het even wijs om op kleine schaal modellen met individuele uitgevers uit te proberen, zoals Bibliotheek.nl en Bibnet.be nu doen. Als deze tweesporenstrategie consequent wordt gevolgd – moedig voorwaarts, op beide sporen tegelijk – lichten in 2020 in vele kinderkamers om klokslag middernacht de tablets op.

Deze column verschijnt in Informatieprofessional, jaargang 17, nummer 5, 2013

Creative Commons License
Moedig voorwaarts op twee sporen by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 30 mei 2013 | Posted in beleid, columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , | Reactie

Ook verschenen als online resource

We moeten het eens hebben over de bibliotheekcatalogus. Gebruik je die nog? Ja? Dan werk je zeker in een bibliotheek. Nee? Ook niet gewerkt, vroeger? Tjonge. Je bent wel, hoe zal ik het zeggen, van het vasthoudende type.

Grimm-Bibliothek, Berlijn (foto: auteur)

Nee je hebt gelijk natuurlijk. Die online publiekscatalogus is een walhalla vergeleken met de kaartenbakkenhel die we daarvoor hadden. Geef ik grif toe. Ik weet nog heel goed hoe dat ging in de universiteitsbibliotheek. Drie soorten bakken, een op auteursnaam, een op eerste titelwoord (lidwoorden uitgezonderd) en een op trefwoord. Auteur, titel, jaartal en signatuur op een los velletje krabbelen. Dan naar de uitleenbalie en die gegevens nog eens een keer op een aanvraagkaart (met twee doorslagen) krabbelen, samen met je personalia. Dat herhalen voor alle gevonden titels en dan maar wachten tot de magazijnbedienden de boel bij elkaar hadden gescharreld. Met soms de teleurstelling van de kaartjes die na een half uur retour kwamen met ‘onvindbaar’ erop gepend.

En weet je nog, die tussenfase? De kaartenbakken waren al geautomatiseerd en als je een computer kon vinden die niet was vastgelopen, maakte dat het zoeken een stuk sneller. Maar de aanvraagkaarten waren still going strong. Zonder handtekening met inkt ging er geen boek de deur uit.

Nee dat digitaal aanvragen, reserveren en verlengen is zo gek nog niet. En die catalogus zelf is toch ook een verbetering. Je kunt meteen zien of het boek misschien is uitgeleend. Maar soms staat er ‘full text’ bij een zoekresultaat. Dan klik je daarop, krijg je een nieuw scherm en als je dan nog een keer doorklikt, krijg je de beloofde tekst ook op je scherm. Als je mazzel hebt. Want heb jij dat nou ook, dat dat zo’n een op de vier keer niet lukt? Dat de site van die uitgever iets zegt van dat je onvoldoende toegangsrechten hebt of zoiets? Als ik het dan gewoon google, krijg ik een link. Klikken en hoppatee. Hoe makkelijk kan het zijn.

Alsof ze bij Spa op de fles zetten: ook verkrijgbaar uit de kraan.

En dan boeken die gratis als pdf op het internet staan. Wel eens geprobeerd die in een bibliotheekcatalogus te vinden? Lachen! Krijg je eerst ‘aanwezigheidsinformatie’. Ja hoor, dat boek hebben we. Staat op etage zoveel in kast mijl op zeven. Niet even een url’etje erbij natuurlijk. Wat schreef Umberto Eco ook alweer over bibliotheken? Iets van ‘leuker kunnen we het niet maken, wel lastiger’. En dan zetten ze er nog bij: ook verschenen als online resource. Alsof ze bij Spa op de fles zetten: ook verkrijgbaar uit de kraan. Vooral dat online resource. Bibliothecaire codetaal, zodat Jan met de pet niet snapt dat-ie het dan gewoon effe moet googlen.

Nee, ze kunnen me wat met hun catalogus, daar in de bieb. Ze nemen dat ontsluiten wel heel letterlijk. Alleen openen wat gesloten is.

Deze column verscheen in InformatieProfessional, nr. 4 (2013).

Creative Commons License
Ook verschenen als online resource by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 4 mei 2013 | Posted in columns, opinie, satire, vakpublicaties | Tagged , , | Reactie