Druk op "Enter" om naar inhoud te gaan

Niet-artificiële intelligentie

Soap bubble over a cloudy sky, by Raphaël Quinet (Flicker.com, cc by-sa 2.0)
De impact van artificiële intelligentie op het bibliotheekwerk zal groot zijn. Daar is iedereen het wel over eens. Op welke manier die impact zich gaat manifesteren, daarover lopen de meningen uiteen. Je kunt de hele keten aflopen. Net zoals de computer en het internet het schrijven en vertalen, het uitgeven en drukken, het verkopen, uitlenen en lezen hebben veranderd, zal ook AI geen van die stadia ongemoeid laten.

Je kunt ook nog verder uitzoomen. Tien jaar geleden had ik het op deze plaats over bibliotheekfilosoof David Weinberger. Bibliotheken, archieven, musea en andere kennisinstellingen gaan op in een wereldomspannend digitaal kennisnetwerk, schreef hij in zijn boek Too big to know (2011). Deze ontwikkeling kan ons als mensheid slimmer maken, maar ook dommer. In digitale tijden worden onjuistheden, of althans de meeste daarvan, immers niet langer weggefilterd door redacties en uitgeverijen. Wat door hun zeef gaat, spoelt niet weg maar blijft op het web staan. De missie van kennisinstellingen is ons te helpen slimmer te worden door betrouwbare (meta)data-, informatie- en kennisbronnen in dat globale netwerk te integreren.

Vervolgens moeten we die bronnen dan natuurlijk wel kunnen vinden. Weinberger stelde dat we dit deels met sociale media (‘collaborative filtering’) en deels met algoritmes kunnen oplossen. Hij kon op dat moment nog niet bevroeden dat de grote platforms misinformatie zouden gaan promoten om ons zo lang mogelijk aan onze schermpjes gekluisterd te houden (wie wel?).

En wat hij en wij helemaal niet konden zien aankomen was dat bijna iedereen met een internetaansluiting anno 2025 large language models om feitelijke informatie zou gaan vragen. Andere dingen, zoals teksten samenvatten, kunnen ze heel goed en ongelooflijk snel, maar voor betrouwbare informatie en degelijke kennis kun je beter op de oude, vertrouwde zoekmachines varen.

Want wat is het geval? Nadat ChatGPT, Copilot, Gemini en de rest hun AI-modellen hadden getraind met van het internet geschraapt auteursrechtelijk beschermd materiaal, zeggen uitgeverijen en kennisinstellingen wereldwijd: ho ’ns even! Een recent onderzoek laat zien dat steeds meer betrouwbare bronnen zulke harvesting tegengaan. Erkende aanbieders van misinformatie, waaronder ‘statelijke actoren’ als Rusland, houden hun deuren ondertussen wijd open voor de schraaprobots. Het laat zich raden wat de gevolgen zullen zijn voor de betrouwbaarheid van de met AI gegenereerde antwoorden op kennisvragen.

Intussen investeren de AI-spelers miljarden in elkaar. Nvidia investeert in OpenAI en OpenAI in Oracle. Google en Anthropic sluiten een partnerschap, Meta investeert in Google. Eén onverwachte winstwaarschuwing en de lemen voeten onder de hele sector worden zichtbaar voor banken en beleggers. Herinner je je nog wat er na 2008 gebeurde? Een wereldwijde recessie, dalende belastinginkomsten, minder geld naar de gemeenten, bezuinigingen op de bibliotheken. Dat zou wel eens de grootste impact kunnen gaan worden die AI op de bibliotheken gaat hebben.


Deze column verscheen in Vakblad IP | Informatieprofessional, jaargang 29 nummer 8, november 2025.


Creative Commons License
Niet-artificiële intelligentie by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.