innovatie van de publieke informatievoorziening

De agonistische bibliotheek

Ooit hadden we een Ministerie van Oorlog. Dat klonk te agressief en dus werd ’t het Ministerie van Defensie. Die naam is in sierlijke krulletters boven de voordeur aan het Haagse Plein geschilderd. Aan niets is te zien dat hier achter de vitrages gevechtshandelingen worden voorbereid. Op de achterzijde van het ministerie, tegenover het stadhuis, staat een zin uit het Wilhelmus die de afwezigheid van offensieve bedoelingen nog eens onderstreept: “Mijn schilt ende betrouwen / Sijt Ghij O Godt mijn Heer”.

Ik moest daaraan denken bij de laatste editie van het Nationale Bibliotheekcongres. Die vond aan de vooravond van de gemeenteraadsverkiezingen plaats in Den Helder, op het terrein van de voormalige Rijkswerf. Twee eeuwen geleden besloot Napoleon dat Den Helder de grootste marinebasis van de Nederlanden moest worden. Op de historische grond van de werf, waar ooit de marineschepen werden verpleegd, liet politicoloog-planoloog Maarten Hajer tijdens het congres een bommetje afgaan door de woorden ‘agonistische democratie’ op het grote scherm te projecteren.

Hajer was door de KB gevraagd om als curator het onderwerp ‘publiek domein’ uit te diepen in het ochtendprogramma. Het woord ‘bibliotheek’ was daarbij taboe. Maar zoals dat gaat bij taboewoorden: ze nestelen zich juist in je hoofd. En dus werd het in de loop van de ochtend steeds duidelijker dat de openbare bibliotheken flink aan de bak moeten als ze in dat publieke domein een rol van betekenis willen spelen.

Met een openbare ruimte waar mensen van verschillende levenswandel elkaar kunnen ontmoeten, ben je er niet.

Want met een openbare ruimte waar mensen van verschillende levenswandel elkaar kunnen ontmoeten, ben je er niet. Het publieke domein, zei Hajer, is er nooit, maar is in een continue staat van worden. En toen viel dus dat bommetje. ‘Agonistische democratie’ is een begrip dat de Belgische politiek filosoof Chantal Mouffe muntte om de ‘openbaarheid’ van haar collega Jürgen Habermas aan flarden te schieten. Habermas meent dat tegenstanders in een democratisch debat uiteindelijk tot een consensus zullen komen over wat voor de samenleving als geheel het beste beleid is. Dus dat er zoiets is als het ‘algemeen belang’ waar rationeel denkende burgers het al polderend over eens kunnen worden.

Mouffe gelooft niets van dat consensusmodel. Volgens haar miskent het dat in een pluralistische samenleving er altijd een strijd gaande is tussen opvattingen. Politiek handelen is niets anders dan jouw visie op het algemeen belang op te leggen aan de tegenstander. Als dat eenmaal gelukt is, doe je net alsof dat de consensus is, in een poging de conflictueuze oorsprong te maskeren.

‘Agon’ is het oudgriekse woord voor strijd. In de Griekse tragedies en drama’s werd die uitgevochten door een protagonist en een antagonist. Denk aan Wilders en Pechtold, of aan Baudet en Kuzu. Wil en kan de openbare bibliotheek waarlijk het strijdtoneel van de democratie worden? Of streeft ze naar neutraliteit, gelijk het Koninkrijk der Nederlanden in de Eerste Wereldoorlog? Het Helderse bommetje laat eigenlijk maar één optie over.



Deze column verscheen in Vakblad IP (Informatieprofessional), jaargang 22 nummer 3, april 2018.


Creative Commons License
De agonistische bibliotheek by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 15 april 2018 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , | Reactie