innovatie van de publieke informatievoorziening

Strijden tegen de kennisconstipatie

http://www.namefind.com/blog/3-tips-to-getting-organized/

http://www.namefind.com/blog/3-tips-to-getting-organized/

Verbeteren van de kenniscirculatie. Dat is dé aanbeveling die de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) doet om het verdienvermogen van Nederland te vergroten. Wat we nodig hebben in dit land zijn ‘kennisinstellingen die de interactie met hun omgeving beter vormgeven’.

Ik las dit in de krant over het pas verschenen rapport Naar een lerende economie, een advies op verzoek van het huidige kabinet. De fles champagne die ik voor dit soort gelegenheden altijd in de koelkast heb liggen knalde haar kurk tegen het plafond. Nooit eerder gleed het borrelende vocht zo lekker naar binnen. Ik kreeg visioenen van gloednieuwe, state-of-the-art bibliotheken en archieven op centrale pleinen in onze steden en dorpen, via glasvezel verbonden met alle 7,5 miljoen huisadressen. En huppakee, twintig jaar vaste financiering voor het uitbouwen van mijn onderzoeksgroep rond de nieuw gevestigde leerstoel Kenniscirculatie aan de Universiteit van Amsterdam.

Dan moest ik dat advies van de WRR ook maar eens gaan lezen. Ik downloadde het en kon het niet laten eerst met Ctrl-F te turven hoeveel keer ‘bibliotheek’ en ‘archief’ in de 442 pagina’s tellende pdf voorkwamen.

Nul.

De kater begon al tegen de achterkant van mijn oogballen te hameren. Met ‘kennisinstellingen’ bleek de adviesraad universiteiten, hogescholen en aanverwante kennisproducenten te bedoelen. De ‘interactie met hun omgeving’ moest intensiever en wel via netwerken en structurele samenwerkingsverbanden met andere kennisinstellingen. Universiteits- en hogeschoolbibliotheken? Geen woord. Wel prediking der zegeningen van ICT. Onderwijs met tablets. Huiswerk maken in de cloud. Serious gaming. Op het individu toegesneden video-onderwijsprogramma’s. Skype-sessies van samenwerkende leerlingen. Wist u dat ze daar in Taiwan al veel verder mee zijn?

Als wij informatieprofessionals zo onmisbaar zijn, hoe kan het dan dat we over het hoofd worden gezien? Zijn we eigenlijk wel onmisbaar?

Ineens realiseerde ik me weer dat in ons landje informatiedienstverlening nauwelijks nog bestaat. Aan de kennisinstellingen die de WRR bedoelt, kun je je al bijna nergens meer laten opleiden tot informatiespecialist. De opleidingen kampen met te lage studentenaantallen. Dat kunnen ze een paar jaar volhouden. Onvermijdelijk komt er een visitatiecommissie die de lage instroom opmerkt. Dan weet je dat de onderwijsmanagers met hun snoeimessen in aantocht zijn.

Vechtend tegen de oprispingen – wat een bócht eigenlijk, champagne – besefte ik dat boos worden op de WRR geen zin heeft. Als wij informatieprofessionals zo onmisbaar zijn, hoe kan het dan dat we over het hoofd worden gezien? Zijn we eigenlijk wel onmisbaar?

Ja. Een goede informatiespecialist bespaart zijn werkgever tijd. Wel twintig procent van de werktijd van ondeskundig zoekende collega’s, las ik onlangs. Tijd en dus geld. Als dat de kenniseconomie niet ten goede komt, wat dan wel? En moet dat blinde geloof in de zegeningen der ICT niet eens stevig worden gedebunkt na alle fiasco’s bij de overheid zelf?

Laten we ons vanaf vandaag mengen in de publieke discussie en de waarde van mensenwerk in de strijd tegen de kennisconstipatie benadrukken. Het kan onze laatste opleidingen redden van de ondergang – en onze kenniseconomie. Win-win.

Deze column verschijnt in Informatieprofessional, jaargang 17 nummer 9, november 2013

Creative Commons License
Strijden tegen de kennisconstipatie by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 13 november 2013 | Posted in columns, onderwijs, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , | Reactie

Science en Satan

Het is het smerigste stuk literatuur dat ik ooit las, maar ook het intrigerendste. Nota bene geschreven door een naamgenoot. Parijzenaar Joris-Karl Huysmans (Franse moeder en Nederlandse vader), overdag kantoorklerk en ‘s avonds romancier, publiceerde Là-bas in 1891 [Engelse vertaling]. Volgens kenners is het de definitieve roman over het satanisme, de rituele verering van de duivel in de Zwarte Mis. Als u slechte dromen heeft gehad van The Exorcist, begin dan vooral niet aan Là-bas. Gevraagd bepaalde passages uit het boek te krijsen, wordt het black metal-zangers geheid bleek rond de neus.

Matthias Grünewald, Verzoeking van Sint Antonius (Isenheimer altaar, 1510-1515)

Matthias Grünewald, Verzoeking van Sint Antonius (Isenheimer altaar, 1510-1515)

En het kan haast geen toeval zijn dat vertaler Geerten Meijsing later boeken ging schrijven met titels als Tussen mes en keel, Dood meisje en Moord & Doodslag.

Enfin, nu wilt u het boek natuurlijk lezen. Dankzij een artikel in Science [betaalmuur] kan ik dat alleen maar aanraden. Onderzoekers uit New York hebben experimenteel aangetoond dat je je na het lezen van literatuur beter in anderen kunt inleven, zowel in hun gevoelens als in hun gedachten en bedoelingen. Met literatuur lukt dat beter dan met non-fictie, populaire lectuur of helemaal niets. Volgens de auteurs komt dat doordat literaire fictie je dwingt in de huid te kruipen van de personages. En waar in platte lectuur de wereld en personages voorspelbaar zijn, wil literatuur juist onze verwachtingen op de proef stellen.

Het New-Yorkse onderzoek omvat een vijftal experimenten, voorbeeldig uitgevoerd met variërende literaire en populaire teksten. Na het lezen moesten de proefpersonen de emoties bij diverse gezichtsuitdrukkingen benoemen. Voor eerdere leeservaring werd gecontroleerd met een toets op kennis van auteursnamen. De effecten van het literaire lezen zijn niet heel groot en op het randje van significantie, maar ze zijn er wel.

Dat ‘de’ literatuur per definitie goed is voor onze psychische en sociale vermogens – het gaat er bij mij niet in.

Maar ik blijf met Là-bas in mijn hoofd zitten. Ik las de Nederlandse vertaling Uit de diepte zo’n twintig jaar geleden. De hoofdfiguur, ene Durtal, verdiept zich in de wandaden van de vijftiende-eeuwse edelman Gilles de Rais – echt gebeurd en historisch goed gedocumenteerd. Machtig en rijk als de baron was, zich onaantastbaar wanend, vergreep hij zich op de meest gruwelijke wijze aan tientallen kinderen tot hun dood erop volgde. Durtal/Huysmans beschrijft de details met welhaast satanisch genoegen.

Mijn toenmalige vriendin wilde geen kinderen en na het lezen van Là-bas had ik zeker het gevoel dat ik haar beter begreep. Maar dat ‘de’ literatuur per definitie goed is voor onze psychische en sociale vermogens – het gaat er bij mij niet in. Net zo min als geweld en seks in films en computergames het gevoelsleven afstompen. Een toetsje vlak na het lezen van een stuk tekst bewijst niet dat het effect ook beklijft, zeggen ook andere critici. Informatie – pardon: content – is geen kei die onze kant op wordt geslingerd. Eerder een stuk klei dat we zelf vorm geven. Verdomd als het niet waar is.

Deze column verschijnt in Informatieprofessional, jaargang 17 nummer 8, 2013 (verschijnt 31 oktober)

Posted by Frank Huysmans on 24 oktober 2013 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , | Reactie

Fusie, splitsing of weer een nieuwe organisatie

Als je de mission statements van bibliotheken mag geloven, zijgt de samenleving zonder deze tempels van kennis en cultuur ineen. Maar er is ten minste één ding waar bibliotheekmensen hopeloos falen: bestuurlijke drukte verminderen.

Dat komt weer doordat ze zo ontzettend dol zijn op het optuigen van besturen. Of Raden van Toezicht. Met een klankbordgroep dan wel Raad van Advies aan de zijlijn. Vooral in momenten van reorganisatie. De bestuurlijke verantwoordelijkheden moeten dan goed worden belegd. Bij projectgroepen die verantwoording verschuldigd zijn aan op zijn minst twee commissies. De Commissie Primair Proces kijkt of de inhoudelijke taken goed belegd worden in de nieuwe structuur. De Commissie HRM begeleidt de organisatorische en personele consequenties. En uiteraard moeten die twee commissies met elkaar afstemmen in een Overlegplatform. Mochten in dat platform de stemmen staken, dan is er altijd nog een Commissie van Wijzen, bij voorkeur een oneven aantal, die knopen kan doorhakken.
Je mag hopen dat als de reorganisatie is voltooid ook al die commissies, raden en platforms worden opgedoekt. Maar dikke kans dat er een restje commissie verzelfstandigd wordt, voorzien van een fraai acroniem.

Moet de overkill aan organisaties en reorganisaties verhullen dat men niet goed weet hoe het inhoudelijk verder moet?

Zo bezien is de aanstaande integratie van het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) en Bibliotheek.nl (BNL) in de Koninklijke Bibliotheek (KB) een trendbreuk. Twee organisaties minder! Bij de splitsing van de ‘oude’ Vereniging van Openbare Bibliotheken in VOB-nieuwe stijl, SIOB en BNL grapte scheidend VOB-directeur Jan-Ewout van der Putten dat er maar liefst drie directeuren nodig waren om hem op te volgen. Als de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen door de beide Kamers komt, moet de omgekeerde weg worden bewandeld.

Soms denk ik wel eens dat de overkill aan organisaties en reorganisaties moet verhullen dat men eigenlijk niet goed weet hoe het inhoudelijk verder moet. De verleiding is groot om de onzekerheid te bestrijden door een fusie, een splitsing of het optuigen van weer een nieuwe organisatie. Dat is ook wel iets heel Nederlands, dat geloof in de zuiverende of zelfs helende kracht van reorganiseren. Het is het geloof in de maakbare samenleving drie punt nul. Comfortabel verhullend dat er inhoudelijk wat moet veranderen.

Heeft er iemand al nagedacht over de vraag hoe een organisatie als de KB, bevolkt door professionals die er vrij weinig feeling mee hebben, het openbaar bibliotheekwerk straks moet gaan aansturen? De focus ligt nu begrijpelijkerwijs op het netjes managen van het integratieproces. Doch als het bij bestuurlijk navelstaren blijft, kun je nu al voor 2015 de clash tussen de KB en de VOB uittekenen. Je kunt de namen voor de Commissie van Wijzen die dat conflict in 2016 vlot moet gaan trekken alvast met potlood noteren. En hun advies (2017): afsplitsen maar weer, dat openbare bibliotheekwerk. Of wat er dan nog van over is.

Deze column verscheen in Informatieprofessional, jaargang 17 nummer 7, 26 september 2013

Creative Commons License
Fusie, splitsing of weer een nieuwe organisatie by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 26 september 2013 | Posted in beleid, columns, opinie | Tagged , , | 5 Comments