De D zit weer in de maand, dus mail van Van Dale. We mogen weer stemmen op het Woord van het Jaar. Ik in de lijst genomineerde woorden op zoek naar ‘huidhonger’. Staat er niet tussen! Hors concours, zo blijkt, want het is niet van 2020.
In de Curaçaose Amigoe duikt het al in februari 1984 op. De carnavalsbijlage drukt naast een dankzegging (“Wij accepteren carnaval dus als een gift van U, Vader van alle licht, omdat al wat goed is van U afkomstig is”) een interview af met een groep Amerikaanse jongerenpastors. Als Cliniclowns avant la lettre maken ze het leven van gehandicapte kinderen, zieken en ouderen wat draaglijker door ze aan te raken en bij het afscheid een kusje te geven.
Vorig jaar ging het net zo met een woord dat ik toen voor het eerst hoorde (en liever nooit had leren kennen). ‘Beleidsintimiteit’. Vertrouwelijkheid van het overleg of het samenwerken tussen bewindslieden en ambtenaren aangaande beleidszaken. Bestond ook allang, dankzij een lange rij ministers, bestuurskundigen en juristen. Ambtenaren moeten intern vrijelijk hun opvattingen kunnen ventileren zonder er later op te kunnen worden aangesproken.
“De Belastingdienst streeft er voortdurend naar volgens de wet te werken.”
Dat valt natuurlijk te billijken. Je wilt als ambtenaar misschien nog wel eens verder solliciteren zonder geconfronteerd te worden met je opvattingen van twintig jaar eerder. Maar hoe beleidsintimiteit kan ontsporen is gebleken uit de Toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Ambtenaren die overijverig te werk gaan, duizenden ouders als fraudeurs bestempelen en ten onrechte in grote financiële problemen brengen. Andere overheidsdienaren die bij hun meerderen geen gehoor vinden met hun zorgen hierover (‘hou jij je nou maar met de uitvoering bezig en niet met het beleid’). Die gedwongen worden de wet te overtreden. Cruciale informatie die niet met de staatssecretaris en de Kamer wordt gedeeld maar wel RTL en Trouw bereikt, terwijl de dienst een woordvoerder laat zeggen dat men er “voortdurend naar streeft volgens de wet te werken.”
Met de informatievoorziening hebben we het echte probleem te pakken. De informatiehuishouding van de overheid is een puinhoop, zei hoogleraar staatsrecht Wim Voermans vorig jaar al. Frans Weekers en Menno Snel, de staatssecretarissen die vanwege de affaire de eer aan zichzelf moesten houden, beaamden dat onlangsgretig voor de parlementaire commissie die de toeslagenaffaire onderzocht. Evenals Wopke en Wiebes. Premier Rutte ging nog wat verder en erkende ten overstaan van diezelfde commissie zelfs dat er op zijn ministerie weinig wordt vastgelegd. Algemene Zaken is een klein ministerie, weet u. Daar hebben mijn ambtenaren geen tijd voor. En naar ambtelijke memo’s kon de commissie fluiten. Beleidsintimiteit! Grijns.
Beste Van Dale. Ik weet dat het te vroeg is, maar mag ik ‘informatie-ejaculatie’ alvast nomineren voor Woord van 2021? Het bestaat nog niet, ik zweer het u.
Alles kan failliet gaan. Boekhandels, warenhuizen, kledingzaken, speelgoedketens. Maar van het bericht dat Nederlands grootste geldtransporteur op de fles ging, stond ik wel even te kijken. Het is alsof de CEO van Spa door uitdroging is gestorven. De reden is simpel: er wordt steeds meer elektronisch betaald en minder contant afgerekend. Meer dan de helft van de geldtransacties verloopt hier te lande inmiddels zonder contanten. De banken gaan dit jaar hun eigen pinautomaten vervangen door merkloze gele. Trendwatchers weten het zeker: de cashless society zit eraan te komen. Zweden geldt als het voorland. En toegegeven, op mijn laatste werktrip naar dat land heb ik geen kroon meer aangeraakt.
De introductie van geld betekende dat handel zich niet langer beperkte tot ruilhandel. Als jij je vee van de hand wilt doen en de geïnteresseerde kopers hebben zelf alleen runderen in de aanbieding, dan schiet het met de deal niet zo op. Met stukjes metaal en papier die alléén waarde vertegenwoordigen, wordt het een stuk eenvoudiger. De aspirant-kopers brengen hun eigen koeien eerst maar naar de slager. Met de pecuniae die ze daarvoor krijgen, kun jij weer andere leuke dingen doen.
Geld is meer dan een neutraal ruilmiddel. Het is tegelijk een communicatiemedium.
Als neutraal ruilmiddel is geld dus onmisbaar. Maar het is
meer dan dat. Het is tegelijk een communicatiemedium. We drukken waarde uit in
geld. Daarmee geef je als koper of verkoper informatie over wat je iets waard
vindt. Als je je huis te koop zet voor drie ton zeg je een aantal dingen. Eén:
ik wil mijn paleisje eventueel wel voor iets minder van de hand doen. Twee:
nee, voor tweehonderdveertig doe ik het niet. Drie: vergelijkbare huizen worden
voor meer verkocht – zie Funda – dus ik wil snel zakendoen.
Geld geeft ook op een andere manier informatie. Probeer maar eens elektronisch te betalen zonder een dataspoor achter te laten. Lukt je niet. Met de anonieme bonuskaart noch met de anonieme ov-chipkaart. Die worden toch gekoppeld aan je IBAN. Ook niet met bitcoins, want ergens moet je die aanschaffen. En ook niet met de privacyvriendelijke creditcard die Apple op de markt gaat brengen. Apple zelf belooft geen transactiegegevens centraal op te slaan. Partnerbank Goldman Sachs doet dat wel, al belooft het die gegevens nooit aan anderen te verkopen. Evengoed is het een datagoudmijntje voor de bank zelf. En hackers staan vast al te trappelen om de grootste zakenbank ter wereld in diskrediet (!) te brengen.
Het rondrijden van gepantserde auto’s vol geld kost geld.
Het vervangen van geplofkraakte pinautomaten ook. Toch hebben de stomerij, de
kleermaker en de schoenlapper bij mij in de wijk geen pin. Te duur, zeggen ze.
En ze doen niet aan klantprofielen en personal targeting in hun communicatie. Dus
lieve overheid, schaf de munten en biljetten niet af. Voor de kleine middenstand
en ons aller privacy.
BELANGRIJK: Onderstaand bericht dateert van 2018 en is sindsdien niet geactualiseerd. De inventarisatie van opleidingen is begin 2019 gepubliceerd. In dit artikel in het vakblad META zijn de resultaten samengevat. Sindsdien zijn er opleidingen bijgekomen en verdwenen. Ben je op zoek naar actuele informatie over opleidingsmogelijkheden in Nederland en Vlaanderen, neem dan contact op met de beroepsverenigingen KNVI (Nederland) en VVBAD (Vlaanderen).
De bibliotheeksector is een van de meest vergrijsde van Nederland. Bijna de helft van het personeel in de openbare bibliotheken is 55 jaar of ouder. Tenzij de openvallende fte’s helemaal niet meer worden opgevuld is er in de komende jaren een behoorlijke vervangingsvraag. Maar zijn er wel genoeg gekwalificeerde kandidaten? In eerdere jaargangen van IP is beschreven dat het aantal belangstellenden voor een studie in deze richting op hbo- en wo-niveau flink is gedaald. Als gevolg daarvan zijn opleidingen gestopt of samengevoegd met andere opleidingen in ICT, bedrijfskunde en management tot ‘brede’ bachelors en masters.
Ontspecialisering
Is dat erg? Het ‘ontspecialiseren’ van informatieopleidingen hoeft natuurlijk geen probleem te zijn. Uit gesprekken met bibliotheekdirecteuren uit binnen- en buitenland blijkt dat zij in veel gevallen uitdrukkelijk níet op zoek zijn naar een bibliothecaris.
Ook over tien jaar moeten er evenwichtige collecties worden samengesteld, gemetadateerd en ontsloten, om nog te zwijgen over het migreren van digital born- en gedigitaliseerde bestanden.
Een communicatiefunctie bijvoorbeeld vullen zij liever in met een marketeer of een communicatiemanager. Eenzelfde afweging wordt gemaakt voor een technische functie of een educatieve. De eigen aard (of eigenaardigheid) van de bibliotheekorganisatie leren de nieuwe medewerkers dan wel ‘werkende weg’ kennen. Of ze volgen een paar korte cursussen om meer feeling te krijgen met het vak.
De ziel van het vak
Ook voor het jonge aanstormende talent met ambitie om in de bibliotheek emplooi te vinden, kan het allesbehalve kwaad om tijdens de studie een breed perspectief op het werkveld te ontwikkelen. En competenties die een beroepsleven meegaan, in plaats van kennis die snel veroudert. Toch kun je je langzaamaan afvragen of er überhaupt nog mensen met specifiek bibliothecaire deskundigheid afstuderen. Schieten we niet door in onze vernieuwings- en verbredingsdrang? Ook over tien jaar moeten er evenwichtige collecties worden samengesteld, gemetadateerd en ontsloten, om nog te zwijgen over het migreren van digital born- en gedigitaliseerde bestanden. Ook dan moet er bemiddeld worden tussen informatievragen vanuit gebruikers, de eigen collecties (fysieke en gelicenseerde content) en wat er op het web allemaal gratis te vinden is. En niet minder belangrijk voor de professie: de geschiedenis en traditie evenals de normatieve en ethische aspecten van het bibliotheekvak moeten aan nieuwe generaties informatiewerkers worden overgedragen. Het is deze kern – de ‘ziel van het vak’ – die de herkenbaarheid van de institutie naar binnen en naar buiten waarborgt.
Samenwerking VVBAD en KNVI
Het is vanuit dit besef dat de Nederlandse en Vlaamse verenigingen voor informatieprofessionals, KNVI en VVBAD, een aantal jaar geleden met een taskforce zijn gestart om de zich ontwikkelende kloof tussen beroepsveld en opleidingen in kaart te brengen. Een eerste resultaat van deze samenwerking was een onderzoek van Bureau Kasperkovitz en Dialogic naar de behoeften aan opleidingen in het werkveld. (Zie de site van de VVBAD en het artikel erover in IP nr. 6 van de vorige jaargang.)
Momenteel werken beide organisaties aan een inventarisatie van opleidingen en cursussen in Nederland en Vlaanderen. Die is momenteel nog niet af. In het overzicht hieronder schets ik de recente ontwikkelingen in de vol- en deeltijdse opleidingen op mbo-, hbo- en wo-niveau. De vele korter durende cursussen op deze niveaus, zoals die van GO Opleidingen, en de meer specialistische zoals die voor mediacoach en community librarian blijven in dit artikel buiten beschouwing; ze komen in IP begin 2019 aan bod als de inventarisatie is voltooid.
Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here:
Cookiebeleid