Gedenkwaardig dagje, 19 april. In de ochtend verschijnt in Den Haag bij de Raad voor Cultuur het advies over de letteren- en bibliothekensector. De lunch geniet ik op een zonovergoten Museumplein in Amsterdam met een Finse collega, daags ervoor vertrokken uit Tampere waar nog restjes sneeuw lagen. Later in de middag vergadert het bestuur van de Auteursbond met de balkondeuren open over de inkomenspositie van auteurs en vertalers. Even verderop beleeft Lelystad, uw toekomstige vertrekpunt voor vliegvakanties naar warmere oorden, op een halve graad na de eerste tropische dag van 2018.
Niets is heerlijker dan op een warme lentedag languit op een kleed in het gras een boek lezen. Vindt u en vind ik. Maar we behoren tot een minderheid. Over een langere periode daalt de belangstelling voor het lezen in de vrije tijd. In de wereld van boek en bibliotheek heeft men dat gegeven inmiddels gelaten geaccepteerd. De Raad voor Cultuur maakt zich zorgen. Als deze trend niet wordt gekeerd, kan het niet anders dan dat die het picknickkleed onder de letteren vandaan trekt.
‘Vraaguitval’, noemen economen het. Op zich niets ergs. Niemand is er rouwig om dat we geen lantaarnopstekers meer hebben, of kolenboeren. Erg wordt het pas als de dingen die ervoor in de plaats komen geen verbeteringen zijn. Van lezen weten we dat het allerlei positieve effecten heeft: op de woordenschat, de vaardigheid je schriftelijk uit te kunnen drukken, schoolprestaties, carrièrekansen, plus het vermogen je in te kunnen leven in een ander. Juist daarom is het zorgelijk dat de vraaguitval zich manifesteert onder jongeren en jongvolwassenen.
Hoe het kan dat er nog altijd zoveel boeken – een kleine twintigduizend per jaar in Nederland – verschijnen is een raadsel.
Minder boeken verkocht en geleend betekenen ook minder inkomsten voor de makers. En die krijgen al zo weinig. Een onderzoek heeft laten zien dat het gemiddelde auteursinkomen in 2013-14 ruim beneden modaal lag. Vertalers moeten het met nog minder doen. Hoe het kan dat er nog altijd zoveel titels – een kleine twintigduizend per jaar in Nederland – verschijnen is een raadsel. De econoom die hiervoor een sluitende verklaring vindt, heeft de Nobelprijs in de pocket.
Het is de intrinsieke motivatie, hoor je dan. Mensen schrijven boeken omdat die boeken geschreven moeten worden. Net zoals een bergbeklimmer een berg beklimt omdat die berg er is. Niettemin: hoeveel getalenteerde auteurs schrijven dat boek toch maar niet omdat er thuis monden gevoed moeten worden? Hoeveel meesterwerken, met andere woorden, loopt de natie mis doordat potentiële Libriswinnaars in de accountancy belanden?
Akkoord, Kafka en Pessoa sleten hun dagen ook op kantoor. Maar het moet toch mogelijk zijn dat je in Nederland met je creatieve brein een redelijk normaal bestaan kunt opbouwen? Kunnen we daar als samenleving niet wat extra’s in investeren? Met subsidies, of gewoon door wat vaker in de zon te gaan lezen?
Deze column verscheen in IP Vakblad voor informatieprofessionals, jaargang 22 nummer 4, mei 2018.
Posted by Frank Huysmans on 10 mei 2018 | Posted in beleid, columns, opinie, vakpublicaties | Tagged boeken, boekenvak, boekverkoop, cultuurbeleid, leesbevordering, lezen, Raad voor Cultuur, uitgevers
|
Bron: Arnold Reinhold, en.wikipedia.org (cc-by-sa 3.0)
Heeft u iets met getallen? Ik wel. Gelukkig niet in heel ernstige mate. Dat 2017 een priemgetal is, ach. Dat was 2011 ook. En we hoeven maar tien jaar te wachten op het volgende priemjaar. Wat 2017 echt speciaal maakt, is dat het een pannenkoekensnijjaar is. Bij het vorige (1954) waren mijn ouders net tieners, en het volgende in 2081 hoop ik niet meer mee te maken.
63 sneden
Voor u nu denkt dat ik een tik van de molen of de alcohol (die de afgelopen weken, toegegeven, rijkelijk vloeide) heb gekregen een korte toelichting. Het pannenkoekensnijprobleem gaat over de vraag in hoeveel stukken je een pannenkoek (of taart, of cirkel, of eigenlijk elk willekeurig vlak) maximaal kunt verdelen met n rechte sneden. Eén en twee sneden leveren twee en vier stukken op. Tot zover alles onder controle. Bij de derde snee begint het. Ieder normaal mens zal die door het kruispunt van de eerste twee laten lopen om zo zes stukken te krijgen. Als het vertonen van afwijkend gedrag je tweede natuur is, krijg je er zeven (zie foto). Bij de vierde snee kun je er maximaal elf krijgen. Het aantal stukken is steeds het aantal stukken dat je kreeg na de vorige snee plus n, het volgnummer van de snee. In formulenotatie is het aantal stukken ½(n2+n+2). Als u voor n het getal 63 invult, ziet u dat u na zoveel keer snijden 2017 stukjes pannenkoek op uw bord kunt hebben liggen. (De kunst is natuurlijk om er qua gewicht gelijke stukken van te maken. Succes.)
Postmoderne spin
U begrijpt: 2017 wordt een bijzonder jaar. Er liggen flinke uitdagingen te wachten voor een bedrijf dat zich WareKennis noemt. Tweeduizendzestien eindigde in verwarring. Als we nog dachten dat we het in het maatschappelijke debat op zijn minst over de feiten eens konden worden, is die overtuiging stevig aan het wankelen gebracht. Post-truth en #fakenews dienden zich nadrukkelijk aan als realiteit. Meester van de postmoderne spin is de aanstaande Amerikaanse president @realDonaldTrump. Die presteert het om snoeihard te ontkennen wat hij in eerdere tweets – verifieerbaar – heeft beweerd. Maar een aanzienlijk deel van zijn supporters haalt daarover de schouders op. Zij stellen dat de gevestigde media (mainstream media, ‘MSM’) er alleen maar op uit zijn hun held te beschadigen omdat het niet kunnen verkroppen dat ‘hun kandidaat’ Hillary Clinton niet heeft gewonnen. (Lees vooral dit stuk.)
Als we nog dachten dat we het in het maatschappelijke debat op zijn minst over de feiten eens konden worden, is die overtuiging stevig aan het wankelen gebracht.
Hier te lande brak voor de kerst een relletje los toen boze tongen beweerden dat de publieke omroep (NPO) ons ‘fijne decemberdagen’ wenste om zo de islamitische landgenoten niet voor het hoofd te stoten. Zelfs de minister-president voegde zich in het koor en stelde dat het bij Nederland hoort dat we elkaar fijne kerstdagen en niet feestdagen wensen.
Als leider van de VVD deed hij dat tijdens het wekelijkse interview met de minister-president van de NPO zelf. Terwijl we mogen verwachten dat hij in zijn hoedanigheid van premier geen partijpolitiek bedrijft. (En wat bleek: zelf had hij in 2011 op Twitter zijn volgers nog ‘fijne feestdagen’ gewenst.)
Het geeft te denken over het niveau van de aanstaande campagne voor ’15 maart’. Het is niet waarschijnlijk dat we ‘spin’ en nepnieuws gaan ontlopen. Ter illustratie: op Twitter lieten sceptici met behulp van de gedigitaliseerde krantenpagina’s in Delpher zien dat het woord ‘feestdagen’ in december al héél lang wordt gebruikt, in 1923 bijvoorbeeld. Voorstanders van de ‘nu-pakt-de-linkse-elite-ons-ook-nog-ons-kerstfeest-af’-theorie reageerden laconiek: daarmee laat je alleen maar zien dat de pers altijd al links was!
Publiek debat immuun?
Is het publieke debat inderdaad immuun aan het raken voor feitelijkheid en voor ware kennis, zoals hele bacteriestammen voor antibiotica? Het is een vraag die me sinds een aantal maanden bijna dagelijks bezighoudt. Ik neem me voor 2017 voor over te gaan denken en schrijven. Eerst het probleem beter diagnosticeren; dan pas helpen aanpakken. ‘Helpen verhelpen’, schreef ik aanvankelijk, maar het is te optimistisch om te denken dat je de verspreiding van onwaarheden helemaal de wereld uit kunt helpen, net zomin als terrorisme. Mensen delen sinds mensenheugenis graag verhalen met elkaar, zeker als ze onverwachte, opwindende, griezelige of anderszins van de dagelijkse sleur afwijkende elementen bevatten. En met sociale media gaat het delen zoveel sneller en makkelijker dan zonder. ‘Geen idee of het waar is hoor, maar voor wat het waard is wil ik je toch even doorgeven dat…’ Bovendien neigen ze ertoe informatie die hun (voor)oordelen bevestigt eerder voor waar aan te nemen dan daarmee strijdige informatie.
Mijn vertrouwen in de uiteindelijke overwinning van op observaties stoelende kennis en logica op de nonsens in het publieke debat heeft in 2016 een knauw gekregen.
Zelfs, of juist, met die kennis in het achterhoofd moet ik u bekennen dat mijn vertrouwen in de uiteindelijke overwinning van op observaties stoelende kennis en logica op de nonsens in het publieke debat in 2016 een knauw heeft gekregen. Daarom ga ik op zoek naar interpretaties en verklaringen. Die zullen minder onwrikbaar zijn dan de pannenkoekensnijformule hierboven. Maar allicht zullen ze behulpzaam kunnen zijn in het begrijpen van de platformsamenleving van 2017. Een jaar waarin WareKennis vijf jaar oud gaat worden. Wanneer dat is? Op 20 januari, toevallig ook de dag waarop de enige echte @realDonaldTrump wordt ingezworen als de nieuwe Amerikaanse president. (Jammer voor hem.)
Aan het werk!
Gaat er dan alleen maar gefilosofeerd en getheoretiseerd worden in 2017? Allerminst. Er gaat zeker ook hard gewerkt worden aan opdrachten. Allereerst aan de afronding van onderzoekswerkzaamheden voor de Monitor Jeugd en Media 2016 in opdracht van Kennisnet, waarvoor ruim 1600 jongeren van 10 t/m 18 jaar een lijst vragen hebben beantwoord. De samenwerking met mijn oud-collega’s van het Sociaal en Cultureel Planbureau voor de digitale publicatie Media:Tijd in kaart, die op 20 december verscheen, krijgt een vervolg in een onderzoeksrapport dat we gaan schrijven over tijdsbesteding aan lezen van papier en van scherm. Te verschijnen aan het eind van het jaar. Ik ga er een à anderhalve dag per week aan besteden.
Natuurlijk kom ik af en toe ook mijn kantoor uit! Op 2 februari mag ik een keynote verzorgen op het jubileumcongres van de sectie Speciale Bibliotheken van de KNVI, die zijn 75-jarig (!) bestaan viert. Op 9 maart ben ik present op de VOGIN-IP-dag, waar ik een workshop verzorg over information politics op de VOGIN-IP-dag, in het verlengde van dit essay uit 2014 in vakblad Informatieprofessional. Ik blijf vaste columnist en redacteur van dit lijfblad voor de IP’er, dat het komend jaar zijn archief weer open gaat stellen en gaat experimenteren met digitale uitgaven.
Als adviseur Media van de Raad voor Cultuur ben ik momenteel betrokken bij een advies over mediawijsheid dat in de loop van dit jaar moet uitkomen. Nieuw is mijn bestuurslidmaatschap van de Auteursbond, de rechtsopvolger van de Vereniging van Schrijvers en Vertalers (VSenV), een koepelorganisatie waarin zijn opgenomen de in 1905 door Lodewijk van Deyssel opgerichte Vereniging van Letterkundigen (VvL) maar onder andere ook de Vereniging van Educatieve Auteurs – die ik in het bestuur zal vertegenwoordigen -, de Freelancers Associatie en het Netwerk van Scenarioschrijvers. Binnen de nieuwe Auteursbond worden deze verenigingen secties onder een zevenkoppig algemeen bestuur en een adviesraad. (Voor de goede orde: de werkzaamheden voor Raad voor Cultuur en Auteursbond verricht ik niet in opdracht; ik krijg er wel een onkosten-/vacatievergoeding voor).
Er komt vast nog meer binnendruppelen, maar het jaar is alvast behoorlijk gevuld naast mijn 0,4 fte aanstelling als bijzonder hoogleraar bibliotheekwetenschap aan de Universiteit van Amsterdam, die nog loopt tot najaar 2020. In beide hoedanigheden wens ik u een heel goed en gezond 2017, wat dat laatste betreft beter zonder pannenkoeken, en hoop ik u tegen te komen.
Bewerkingsgeschiedenis:
- 04-01-2017: clip met interview minister-president ingevoegd.
Posted by Frank Huysmans on 2 januari 2017 | Posted in opinie, WareKennis | Tagged Auteursbond, feiten, nepnieuws, post-truth, Raad voor Cultuur, Trump, WareKennis
|