innovatie van de publieke informatievoorziening

Pimp your paper or perish

Bron: Boston Public Library, Flickr.com, (cc by 2.0)

Grappig weetje: wetenschappers zijn in de loop der jaren meer positieve woorden gaan gebruiken. Drie Nederlandse wetenschappers, Vinkers, Tijdink en Otte, telden in 2015 hoe vaak een selectie van vijfentwintig positief geladen bijvoeglijke naamwoorden (onder andere novel, robust en promising) in samenvattingen van wetenschappelijke artikelen voorkwam. Wat bleek? In veertig jaar tijd was het percentage samenvattingen dat een of meer van deze adjectieven bevatte bijna vernegenvoudigd, van 2,0 naar 17,5 procent.

Als dit zo doorgaat, schreven de auteurs met enig gevoel voor satire, is het woord ‘novel’ (vernieuwend) in het jaar 2123 in elke samenvatting te vinden. Negatieve kwalificaties (eveneens vijfentwintig stuks, waaronder disappointing, insufficient en weak) bleken overigens ook vaker voor te komen. Deze stijging was echter een stuk minder groot.

De mogelijke tegenwerping dat het hier wel eens om een maatschappijbrede trend zou kunnen gaan, werd ontkracht met recente boeken in de GoogleBooks Ngram Viewer. Daarin veranderde in hetzelfde tijdvak hoegenaamd niets. Vinkers et al. legden een verband met de druk die wetenschappers voelen om hun werk gepubliceerd te krijgen. Wie onvoldoende publicaties ‘scoort’, riskeert het mislopen van een promotie of, erger nog, het verliezen van zijn baan. Door dit publish or perish-mechanisme zouden onderzoekers zich genoodzaakt zien hun werk zo goed mogelijk te verkopen aan tijdschriftredacties.

In de afgelopen kwarteeuw zijn wetenschappers veel stelliger geworden in het beschrijven van hun resultaten.

Nu gaan die redacties natuurlijk niet alleen maar af op samenvattingen. Ze sturen de artikelen ter beoordeling door naar twee of meer ter zake kundige vakgenoten; de zogenaamde peer review. Deze peers lezen de hele tekst door, beantwoorden een lijstje vragen over de kwaliteit ervan en geven een eindoordeel: publiceren – al dan niet na lichte of grondige herziening – of afwijzen. Als auteurs hun papers pimpen, zou dat dus eigenlijk ook in de rest van het artikel zichtbaar moeten zijn. Chinese onderzoekers gingen dat in 2020 na. En inderdaad, de positieve adjectieven komen óók in de hoofdtekst vaker voor.

Nog interessanter is een recent artikel van drie andere Chinese wetenschappers. Zij onderzochten het gebruik van woorden die voorzichtigheid uitdrukken. In de taalkunde staat dit bekend als hedging: verzachten of afzwakken. De verzachtende werkwoorden (onder andere may, could, appear to), bijwoorden (presumably, relatively, usually) en bijvoeglijk naamwoorden (typical, apparent, unclear) werden geturfd in de onderzoeksartikelen van het tijdschrift Science. Je raadt het al: in de afgelopen kwarteeuw is het gebruik van deze woorden flink teruggelopen. Wetenschappers zijn veel stelliger geworden in het beschrijven van hun resultaten.

Als we deze trend niet keren, schreven Vinkers en de zijnen in 2015, zijn het straks niet de beste wetenschappers die de meest prestigieuze posities verwerven, maar degenen die hun resultaten het beste weten uit te venten. Met de uitkomsten uit de recente studies begint het daar wel een beetje op te lijken. Of nee, het is gewoon zo.


Deze column verscheen in IP | Vakblad voor Informatieprofessionals, jaargang 27 nummer 6, september 2023.


Creative Commons License
Pimp your paper or perish by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 12 september 2023 | Posted in columns, onderzoek, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , | Reactie

Staatsomroepen in de woestijn

Scene uit film Citizen Kane 1941

Still uit ‘Citizen Kane’, film uit 1941 van en met Orson Welles (public domain)

Rupert Murdoch, Silvio Berlusconi, John de Mol, Axel Springer, Patrick Drahi, Christiaan van Thillo, Derk Sauer. Zomaar wat namen van mediatycoons. (Steen)rijk geworden met het exploiteren van kranten, tijdschriften, radio- en tv-zenders en/of programmaproductiebedrijven.

Het verdienmodel van commerciële omroepen is eenvoudig. Trek met je content veel mensen en verkoop hun ogen en oren door aan adverteerders en sponsors. Doe dit zowel bij het brede publiek als bij specifieke doelgroepen. De meeste adverteerders bereiken liever een selecte groep gelijkgestemden dan een massapubliek. Hondenbezitters, autofanaten, tuiniers en foodies. Garagisten en juristen, parachutisten en violisten. Bouw vervolgens merken met je bladen en kanalen, en creëer merktrouw. Komen de lezers en kijkers terug, dan doen adverteerders dat ook.

In het rare land aan de overzijde van de grote plas zit aan alles wat naar collectiviteit ruikt per definitie een luchtje. De Europese publieke omroep is daarop geen uitzondering. Wie betaald wordt met overheidsgeld kan nooit onafhankelijk van diezelfde overheid opereren. Dat moet wel eindigen in een staatsomroep naar communistische snit.

Intussen legt Rupert Murdoch bijna een miljard dollar op tafel en gaat FOX News door alsof er niets is gebeurd.

Dat woord ‘staatsomroep’ dook een jaar of tien geleden wel eens op in een tweets van journalisten van RTL en SBS als die de collega’s van de NOS wilde stangen. Waarop die van de NOS het als geuzennaam gingen gebruiken. Dat is verleden tijd sinds boeren en complotdenkers hun ongenoegen ook op journalisten botvieren, in het bijzonder op die van de publieke omroep. NOS-reportagewagens en -plopkappen gaan inmiddels anoniem door het leven. Het is misschien overdreven te stellen dat het woord ‘staatsomroep’ salonfähig is geworden – maar niet héél overdreven. ’s Lands liberalen gniffelen erom, getergd als ze zijn dat het nog altijd niet is gelukt om de omroep geheel aan de markt over te laten.

Inmiddels is ondubbelzinnig vast komen te staan dat in Amerika Fox News willens en wetens de leugens van Trump en de zijnen over verkiezingsfraude heeft rondgebazuind. Niet omdat ze die geloofden, en evenmin om de voormalige president te steunen. Wel om de terugval in kijkcijfers en (dus) advertentie-inkomsten tegen te gaan. In Duitsland kwam in dezelfde week naar buiten dat de baas van het Springer-concern, eigenaar van onder meer BILD, Business Insider en Politico, zijn redacties een politieke lijn laat uitdragen waarvoor Geert Wilders zich niet zou schamen.

Publieke omroepen, of in het algemeen publiekrechtelijke mediaorganisaties, dienen zich niet te verantwoorden tegenover aandeelhouders, maar tegenover de samenleving. En hoe ondoorzichtig het toezicht op de mediawet ook mag zijn: er is zelfreinigend vermogen. Als aspirant-omroep Ongehoord Nederland zich herhaaldelijk niet aan de journalistieke code van de NPO wenst te houden, gaat er een verzoek naar Den Haag om die omroep uit het bestel te knikkeren.

Intussen legt Rupert Murdoch bijna een miljard dollar op tafel en gaat Fox News door alsof er niets is gebeurd. Doet u mij dan toch maar een staatsomroep.


Deze column verscheen in Vakblad IP|Informatieprofessional, jaargang 27 nummer 4, mei 2023.


Creative Commons License
Staatsomroepen in de woestijn by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 28 mei 2023 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , , | Reactie

Robotrecht

Bron: DALL·E 2; (c) 2023 maar van wie?

Kort na de kerst: paniek in onderwijsland. Artificiële intelligentie (AI) blijkt stukken tekst uit te kunnen spuwen met kop en staart. In verzorgd Nederlands en Engels. Desgevraagd met voetnoten. En het ergst van alles: het ding is gratis en geeft binnen enkele tellen antwoord aan iedere malloot die een enigszins begrijpelijk verzoek kan formuleren.

Nieuws- en opiniemedia stortten zich erop. En omdat dingen daar nu eenmaal van diverse kanten moeten worden belicht, kwamen voorbij: de radeloze docent; de grinnikende leerling; de techneut-deskundige (“Dit is pas het begin”); de onderwijsbestuurder; iemand van een inderhaast opgerichte taskforce; en natuurlijk de goeroe (“Bestrijd het niet – omarm het! Laat het vóór je werken, niet tégen je!”).

Toch miste ik nog iemand: de jurist. De kwestie deed me denken aan de zwarte vrouwtjesmakaak die zichzelf glimlachend portretteerde met de camera van een Britse natuurfotograaf. Nadat deze monkey selfie in Wikimedia Commons was geüpload begon er een intrigerend juridisch steekspel. Wikimedia stelde dat er op een foto gemaakt door een niet-menselijke actor geen auteursrecht kan rusten; de foto bevindt zich daarom in het publieke domein. De fotograaf betwistte dit en claimde het auteursrecht. Omdat hij close-ups van de schuwe apensoort wilde maken, had hij zijn (professionele) camera op een statief gezet en hing er een afstands¬ontspanner aan. Alleen in deze door hemzelf gecreëerde setting had de makaak haar, herstel, zijn foto’s kunnen maken.

AI en haar voortbrengselen stellen het recht nu voor allerlei vragen, zoals: dragen de teksten van ChatGPT een ‘persoonlijk stempel van de maker’?

Wie had het gelijk aan zijn zijde, of althans het recht? Juristen haalden er oudere vonnissen over ‘robotkunst’ bij om te betogen dat de fotograaf een goede kans maakte. Bij door de computer gegenereerde kunst is er net als bij de makaak sprake van creatie ‘zonder menselijke betrokkenheid’. Voor de teksten van ChatGPT en de illustraties van zusje DALL·E geldt dat eveneens. Hoogleraar informatierecht Dirk Visser meldt in het Nederlands Juristenblad (7/2023) dat er al meer dan een halve eeuw over de auteursrechtelijke vragen rondom ‘robotkunst’ wordt gedelibereerd. Nieuw zijn de kwaliteit, de laagdrempeligheid en het massale gebruik.

Artificiële intelligentie en haar voortbrengselen stellen het auteursrecht nu voor allerlei vragen. Dragen de teksten van ChatGPT een ‘persoonlijk stempel van de maker’? En wie is die maker; is dat niet deels ook de gebruiker die de opdracht formuleert? Wat als mensen het recht op AI-illustraties gaan claimen om er geld mee te verdienen? Helpt het als ze die illustraties een beetje hebben nabewerkt? En was het gebruik van miljoenen auteursrechtelijk beschermde teksten als trainingsmateriaal voor de tekstgenerator juridisch eigenlijk wel in de haak?

Mr. Visser laat zien dat wetten en jurisprudentie houvast bieden, maar ook dat over veel aspecten het laatste woord niet is gezegd. ChatGPT geeft hem gelijk. Als je het aan de tekstgenerator vraagt en herhaaldelijk op ‘Regenerate response’ klikt, krijg je compleet verschillende antwoorden. Best creatief eigenlijk.


Deze column is verschenen in Vakblad IP | Informatieprofessional 2023/2, maart 2023.


Posted by Frank Huysmans on 10 maart 2023 | Posted in columns, onderzoek, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie