De openbare bibliotheek mag dan een oase van rust heten te zijn, achter de innameautomaten schuurt en gist het. Inzet van de vinniger wordende discussie is dan ook niets meer of minder dan de eigen toekomst. Drie groepen strijden om dominantie. De eerste benadrukt dat openbare bibliotheken ‘van het lezen’ zijn. De dalende trends in ledentallen (volwassenen) en uitleen (volwassenen en kinderen) zijn te keren, mits men zich toelegt op retailmarketing: klantenbehoud, speciale aanbiedingen, publiekscampagnes. Daarbij helpt het ook als de bibliotheek een voorbeeld neemt aan winkelbedrijven. Ze mag er best wat meer gaan uitzien als een boekwinkel, met boeken uitgestald op tafels en rondlopende medewerkers die mensen vriendelijk aanspreken met de vraag of ze het kunnen vinden.
De openbare bibliotheek mag dan een oase van rust heten te zijn, achter de innameautomaten schuurt en gist het.
De tweede groep betoogt juist dat mensen niet als klanten, maar als burgers aangesproken moeten worden. Zij proberen de maatschappelijke betrokkenheid te vergroten. De bieb moet een bruisend inloopcentrum zijn waar het lokale maatschappelijke debat plaatsvindt. Waar groepen met speciale behoeften – laagopgeleiden, werklozen, inburgeraars – een kans wordt geboden om achterstanden in te lopen. En waar iedereen op zijn eigen niveau wordt bediend met informatie en doorverwijzingen.
De derde groep kan bijna niet meer aanzien hoe de bibliotheek in de digitale informatiedienstverlening links en rechts wordt ingehaald door energieke startups. We zitten op een hele berg gegevens – titelbeschrijvingen, uitleenregistraties en niet te vergeten onze fysieke en digitale collecties – waarmee we een fantastische dienstverlening kunnen opbouwen. Maar we doen het niet, omdat alle goede initiatieven verzanden in overlegcircuits en bestuurlijk onvermogen.
Aan alle kanten begint het geduld op te raken. De retailmarketeers snappen niet waarom de rest van Nederland niet wil meeliften op hun ledenbehoud en stijgende uitleentallen. De maatschappelijk geëngageerden roepen dat niet de boeken maar de bezoekers de eigenlijke collectie zijn en dat ‘we’ daar nu eindelijk meer mee moeten gaan doen. Ook wijzen zij op campagnes als Boekstart en de Bibliotheek op School, die in ieder geval bij lokale politici en bestuurders goed vallen. En de digitale hemelbestormers wachten niet langer op een fiat van hun bazen en bestuurders maar doen het gewoon in hun eigen tijd: informatiedienstverlening verzorgen op Twitter, attenderen op open bronnen op het web, een biebapp ontwikkelen.
Van scheldpartijen is het nog niet gekomen. Hoewel: het woord retailtaliban is al gevallen. Het kan niet lang meer duren voor de marktdenkers verbaal gaan inhakken op de bibliosocio’s en de digibetweters. Laat het maar even botsen dat het kraakt. Maar laat Ban Ki-moon ook op tijd een gezant sturen. Want het is zonneklaar dat de openbare bibliotheek baat heeft bij de goede kanten van alle drie de posities en hun respectievelijke zwakke kanten moet zien uit te schakelen. Er zullen bruggen moeten worden geslagen. Gelukkig is Job Cohen al in de sector gesignaleerd. Wie zorgt er zo dadelijk voor de thee?
Deze column verscheen in Informatieprofessional, 13 (2), p. 38.
Posted by Frank Huysmans on 28 februari 2013 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged innovatie, openbare bibliotheken
|
Zak geld
Vandaag heeft minister van OCW Bussemaker de Tweede Kamer een onderzoeksrapport aangeboden van SEO Economisch Onderzoek en het Instituut voor Informatierecht (IvIR) van mijn geliefde Universiteit van Amsterdam. Daarin wordt nog eens gesteld, maar nu ook echt degelijk onderbouwd, dat het hier te lande geldende auteursrecht geen (lees: GEEN) mogelijkheid biedt om het uitlenen van e-books door openbare bibliotheken onder de leenrecht-exceptie te laten vallen. In gewoon Nederlands: als openbare bibliotheken e-books willen uitlenen, zullen ze, gewapend met een flinke zak geld, met de rechthebbenden om de tafel moeten om zulks ook te mogen (lees: MOGEN). Dit in tegenstelling tot het aanschaffen en uitlenen van tastbare, op papier gedrukte boeken – die mogen ze wel (lees: WEL) zonder toestemming van de rechthebbenden uitlenen, mits ze een billijke vergoeding daarvoor afdragen. De aanbiedingsbrief van Bussemaker vindt u HIERRR, het SEO/IvIR-rapport zelf HIERRR.
Nederland en Europa
De minister schrijft in haar aanbiedingsbrief twee interessante dingen. Voor nationaal gebruik: “Dit betekent dat het uitlenen van e-content door openbare bibliotheken zal moeten plaatsvinden op basis van contractuele afspraken tussen betrokken partijen zoals auteurs, uitgevers, rechtenorganisaties, distributeurs en bibliotheken. Met deze bevindingen en conclusies houd ik rekening bij de aangekondigde bibliotheekwetgeving, die u na de zomer krijgt toegezonden.”
En voor Brussel: “In Europees verband wordt langs verschillende lijnen aandacht gegeven aan de transitie van openbare bibliotheken van fysiek naar digitaal. Waar mogelijk zal ik bepleiten dat daarbij ook het onderwerp ‘e-lending en openbare bibliotheken’ op de agenda komt.”
“Het uitlenen van e-content door openbare bibliotheken zal moeten plaatsvinden op basis van contractuele afspraken tussen betrokken partijen zoals auteurs, uitgevers, rechtenorganisaties, distributeurs en bibliotheken.”
Het is ruim twee jaar geleden dat dit stuk van Christiaan Alberdingk Thijm en mij verscheen in het Financieele Dagblad. Om onze bondscoach te parafraseren: waren wij nu zo snel of zijn anderen nu zo langzaam? Laten we het er op houden dat we een vooruitziende blik hebben gehad. En overigens ben ik van mening dat het Noorse model alle aandacht verdient, niet in het minst op de algemene ledenvergadering van de VOB komende donderdag 28 februari. Echt mensen: maak serieus werk van collectieve afkoop van rechten voor de long tail. Doe het.
Posted by Frank Huysmans on 27 februari 2013 | Posted in beleid, opinie | Tagged auteursrecht, e-books, Noorwegen, openbare bibliotheken
|
E-bookverkopers en anderen weten een heleboel over hun klanten en hun leesgedrag. Wat doen zij met die gegevens en in hoeverre tast dat de privacy aan? Nu boeken ook digitaal worden gedistribueerd, kan het gebruik ervan tot in voorheen ongekend detail worden gemonitord en geregistreerd.
Lezen we al die gekochte of geleende boeken eigenlijk wel? In het papieren tijdperk moesten auteurs, uitgevers, boekverkopers en bibliothecarissen gissen wat er met een exemplaar van een boek gebeurde als het eenmaal was verkocht of uitgeleend. Werd het van kaft tot kaft gelezen, na dertig pagina’s definitief dichtgeklapt, of zelfs helemaal niet geopend? Werd het alleen door de koper/lener of ook door diens huisgenoten, vrienden en buren gelezen? Niemand die het kon zeggen. Maar nu boeken ook digitaal worden gedistribueerd, kan het gebruik ervan tot in voorheen ongekend detail worden gemonitord en geregistreerd. Gefundenes Fressen voor marketeers en wetenschappers. En voor lezers: als je dat wilt, krijg je voorgerekend hoeveel tijd je nog nodig hebt om je boek uit te lezen als je in hetzelfde tempo doorleest.
Lezen in de cloud
De overgang van papier naar digitaal opent ongekende mogelijkheden. E-bookverkopers zijn in de laatste paar jaar meer te weten gekomen over ons leesgedrag dan boekverkopers in alle jaren daarvoor sinds Gutenberg. Bijvoorbeeld dat non-fictieboeken, vooral de langere, vaker niet worden uitgelezen dan fictie. Vermoedens in die richting kunnen nu met harde cijfers worden gestaafd. Sterker, omdat de cijfers laten zien vanaf welk aantal pagina’s de belangstelling naar beneden duikelt, weten uitgevers en hun redacteuren nu ook wanneer ze hun auteurs kunnen laten ophouden met schrijven. Of juist niet: fictiesequels, zoals Stieg Larssons Millenniumtrilogie en Fifty Shades of Grey, kunnen niet lang genoeg zijn, gezien het feit dat velen die zonder tussenkomst van andere boeken in één ruk blijken uit te lezen.
E-bookverkopers zijn in de laatste paar jaar meer te weten gekomen over ons leesgedrag dan boekverkopers in alle jaren daarvoor sinds Gutenberg.
Lezen in de cloud wordt verkocht als ideale oplossing. De boeken die je koopt of huurt, worden op een server bewaard. Door in te loggen vanaf om het even welk apparaat heb je meteen toegang tot je boeken. Je kunt op je telefoon verder gaan waar je op je laptop was gebleven, want dat heeft het systeem voor je onthouden. Je gadgets synchroniseren is verleden tijd. Dat er ook nadelen kleven aan het in-de-wolk-lezen wordt er uiteraard niet bij verteld. De servers of je internetverbinding kunnen platliggen als je je net met je tablet op de bank hebt geïnstalleerd. En: reuzen als Google, Apple en Amazon kúnnen ooit failliet gaan en kleinere aanbieders kunnen dat zeker. Dan ben je in één klap je e-books en/of je leeshistorie kwijt.
Elke klant een marktsegment
Een verder nadeel: aanbieders als Amazon, Apple, Google en Kobo weten wel erg veel over jouw leesgedrag. Waarom registreren zij dit? Een belangrijke reden voor registratie is gelegen in de bescherming van intellectueel eigendom. Auteurs en uitgevers willen van de distributeurs de garantie dat hun handelswaar goed beschermd is tegen illegale verspreiding. Registratie is een eerste vereiste om bij auteursrechtinbreuk over te kunnen gaan tot vervolging. Ten tweede is er het gebruikelijke customer relationship management. Je moet als distributeur weten wie wat tegen welke prijs heeft gekocht om persoonsgerichte aanbevelingen te kunnen doen en om eventuele klachten goed af te kunnen handelen. De goudmijn aan gegevens over het leesgedrag is een derde reden. In de muziekindustrie liet Apple eerder zien dat een lagere verkoopprijs goed te billijken is als je in ruil daarvoor van elke individuele klant precies te weten komt waar diens muzikale voorkeuren liggen. Die klant kan voortaan een-op-een worden benaderd met informatie over nieuwe albums en aanbiedingen. Het vooruitzicht dat dit ook met boeken en ander leesvoer kan, is voor uitgevers een belangrijke reden om met de Amazons van deze wereld in zee te gaan.
Privacy en vertrouwde anderen
Op basis van de binnen de EU geldende privacyrichtlijn mag je als klant van e-bookverkopers onder meer verwachten:
- dat er niet meer informatie wordt verzameld dan noodzakelijk voor de gewone bedrijfsvoering;
- dat bedrijven met die informatie vertrouwelijk omgaan, dus niet uit de school klappen over jouw leesvoorkeuren;
- dat ze jouw gegevens op een deugdelijke manier beschermen, zodat ze niet door toedoen van al dan niet ethische hackers op straat komen te liggen;
- dat ze die gegevens niet zonder jouw toestemming aan derden verstrekken, bijvoorbeeld doorverkopen aan andere bedrijven.
Aan deze voorwaarden wordt door de bekendste e-bookretailers voldaan. Althans in woord en geschrift. Of dat ook in daad zo is, is een ander verhaal. Met name het vierde punt is boterzacht, getuige de gebruiksvoorwaarden en het privacybeleid van enkele retailers. Zo kent het Canadese Kobo zichzelf nogal wat vrijheid toe in het delen van zijn gegevens met ‘vertrouwde derden’ (trusted third parties), zoals boekhandelsketen Libris Blz. in Nederland. Bij bedrijfsovernames, fusies of joint ventures kunnen de data op andere partijen overgaan. In het belang van continuïteit van de dienstverlening, zoals het dan heet. Alle grote e-bookdistributeurs delen hun gegevens met de uitgevers van wie zij de content doorleveren. Die hebben – binnen de grenzen van de in het land van vestiging geldende privacywetgeving – ook weer de mogelijkheid om die gegevens met hun ‘vertrouwde anderen’ te delen.
Controle
Belangrijker is waarschijnlijk de vraag of privacywaakhonden de capaciteit bezitten om oneigenlijk gebruik van gegevens op te sporen en tegen te gaan. Ons College Bescherming Persoonsgegevens luidde de afgelopen jaren de noodklok. Met zijn 80 medewerkers is het in zijn toezicht op naleving van de wet niet opgewassen tegen de huidige explosie van gebruikersregistraties. Reden om je als lezer af te vragen of de wolkboekenverkoper voor jou ook een ‘vertrouwde derde’ is. Nederlanders realiseren zich net als andere Europeanen dat het vrijgeven van persoonlijke informatie meer en meer bij het moderne leven hoort. Niettemin maken drie op de vier Nederlanders zich daar wel zorgen over. Als het om publieke instituties gaat, vertrouwt men er wel op dat die verantwoordelijk met persoonlijke dataregistraties omgaan, maar als het om commerciële bedrijven gaat, overheerst wantrouwen. Ligt hier wellicht een kans voor de oude vertrouwde bibliotheek?
Dit artikel is het zevende in een reeks over auteursrecht en bibliotheken in het digitale tijdperk en verscheen ook in Bibliotheekblad 2, 2013. De eerdere delen stonden in Bibliotheekblad 7 t/m 10 en 12 (2012) en 1 (2013) en in de rubriek Spotlight op www.bibliotheekblad.nl.
Voor dit artikel zijn onder andere geraadpleegd:
– Alexandra Alter (2012). ‘Your E-Book is Reading You’. The Wall Street Journal (Europe Edition), 19 juli 2012. (Geraadpleegd op 6 januari 2013).
– Privacy policies van Amazon Kindle (VS), Apple iBooks (NL), Google Books (NL), Kobo (NL/Canada) en Yindo (NL).
– Special Eurobarometer 359: Attitudes on Data Protection and Electronic Identity in the European Union (juni 2011; geraadpleegd op 6 januari 2013).
Posted by Frank Huysmans on 3 februari 2013 | Posted in vakpublicaties, WareKennis | Tagged big data, cloud, e-books, privacy
|