innovatie van de publieke informatievoorziening

Digitisation on dement

Iedereen kent het fenomeen dead links. 404’s bedoel ik, niet de uitslag van de recente Tweede Kamerverkiezingen. Als webmaster kun je met een plug-in controleren of outgoing links nog resolven. Zo niet, dan word je genotified en kun je ze meestal wel updaten. Niet enkel om je bezoekers te pleasen; broken links zijn ook lethal voor je SEO. (Pardon my French, ik heb mijn verzet tegen het oprukkende IT-iaans opgegeven.)

Als informatiewetenschapper sla je een pleefiguur als je op je eigen site je bronnen niet netjes vermeldt en met een enkele klik vindbaar maakt. Keerzijde is wel dat je na een paar jaar steeds minder vrije tijd overhoudt voor dingen die minstens zo leuk zijn als het exhumeren van gesneefde URL’s. Meldingen van de broken link checker komen inmiddels bijna dagelijks binnen. En gemiddeld per melding zijn er ook steeds meer overledenen.

Mijn etmaalrecord staat sinds vorig jaar maart op negentien. Wat was het geval? Het Sociaal en Cultureel Planbureau, mijn vroegere werkgever, had alle publicaties van vóór 2015 overgebracht naar Archiefweb.eu. Html-pagina’s hebben daar geen unieke URL meer. Pdf’s gelukkig nog wel. Niet zeuren en gewoon even die negentien links handmatig aanpassen.

Het SCP is niet de enige overheidsorganisatie die een commercieel bedrijf in de arm heeft genomen om aan de eisen van de Archiefwet te voldoen. Op Archiefweb.eu staat een indrukwekkende lijst van ministeries, diensten, zelfstandig bestuursorganen, provincies, gemeenten en waterschappen wier sites er worden gearchiveerd. Heel vreemd is dat niet. De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed meldde in februari in Een dementerende overheid 2.0? – een update van een rapport uit 2005 – dat binnen de overheid de kennis over het beheren en duurzaam toegankelijk houden van informatie afneemt. “Bestuurders en topambtenaren onderschatten” het belang ervan, aldus de Inspectie. Er is een “gebrek aan visie”, het ontbreekt aan “een integrale aanpak”, er wordt “vaak gewerkt met verouderde ICT” terwijl “misplaatst tech-optimisme overheerst”. [Plaats uw emoji hier.]

We mogen blij zijn dat er überhaupt overheidswebsites aan de vergetelheid worden ontrukt.

Zo bezien mogen we als burgers van Nederland blij zijn dat er überhaupt overheidswebsites aan de vergetelheid worden ontrukt. Maar of het verstandig is om de digitale preservering van zo’n beetje alle Nederlandse overheidswebsites aan dit ene bedrijf over te laten? Worden de medewerkers door de AIVD grondig gescreend? Wat als de tent failliet gaat? Wie kan nog controleren of het archief volledig en integer is als het origineel er niet meer is? Wat gaan Rijk, provincies en gemeenten doen als de bestanden met ransomware worden gegijzeld, zoals onlangs bij wetenschapsfinancier NWO en bij het Utrechts Archief? Zijn er offline kopieën?

De antwoorden laten zich raden, ben ik bang (nee, nee, jammer dan, niemand, geen idee, ben je mal). En als we toch bezig zijn: één keer raden waar de sites van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed en het Rijksprogramma voor Duurzaam Digitale Informatiehuishouding worden gearchiveerd.


Bewerkingsgeschiedenis

  • 13 april 2021: ransomware-aanval op Het Utrechts Archief toegevoegd.


Deze column is verschenen in Vakblad IP | Informatieprofessional, jaargang 24 nummer 3, april 2021.


Creative Commons License
Digitisation on dement by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 16 april 2021 | Posted in beleid, columns, opinie, vakpublicaties | Reactie

Intiem

Uit Algemene Rekenkamer, Grip op informatievoorziening (2006)

De D zit weer in de maand, dus mail van Van Dale. We mogen weer stemmen op het Woord van het Jaar. Ik in de lijst genomineerde woorden op zoek naar ‘huidhonger’. Staat er niet tussen! Hors concours, zo blijkt, want het is niet van 2020.

In de Curaçaose Amigoe duikt het al in februari 1984 op. De carnavalsbijlage drukt naast een dankzegging (“Wij accepteren carnaval dus als een gift van U, Vader van alle licht, omdat al wat goed is van U afkomstig is”) een interview af met een groep Amerikaanse jongerenpastors. Als Cliniclowns avant la lettre maken ze het leven van gehandicapte kinderen, zieken en ouderen wat draaglijker door ze aan te raken en bij het afscheid een kusje te geven.

Vorig jaar ging het net zo met een woord dat ik toen voor het eerst hoorde (en liever nooit had leren kennen). ‘Beleidsintimiteit’. Vertrouwelijkheid van het overleg of het samenwerken tussen bewindslieden en ambtenaren aangaande beleidszaken. Bestond ook allang, dankzij een lange rij ministers, bestuurskundigen en juristen. Ambtenaren moeten intern vrijelijk hun opvattingen kunnen ventileren zonder er later op te kunnen worden aangesproken.

“De Belastingdienst streeft er voortdurend naar volgens de wet te werken.”

Dat valt natuurlijk te billijken. Je wilt als ambtenaar misschien nog wel eens verder solliciteren zonder geconfronteerd te worden met je opvattingen van twintig jaar eerder. Maar hoe beleidsintimiteit kan ontsporen is gebleken uit de Toeslagenaffaire bij de Belastingdienst. Ambtenaren die overijverig te werk gaan, duizenden ouders als fraudeurs bestempelen en ten onrechte in grote financiële problemen brengen. Andere overheidsdienaren die bij hun meerderen geen gehoor vinden met hun zorgen hierover (‘hou jij je nou maar met de uitvoering bezig en niet met het beleid’). Die gedwongen worden de wet te overtreden. Cruciale informatie die niet met de staatssecretaris en de Kamer wordt gedeeld maar wel RTL en Trouw bereikt, terwijl de dienst een woordvoerder laat zeggen dat men er “voortdurend naar streeft volgens de wet te werken.”

Met de informatievoorziening hebben we het echte probleem te pakken. De informatiehuishouding van de overheid is een puinhoop, zei hoogleraar staatsrecht Wim Voermans vorig jaar al. Frans Weekers en Menno Snel, de staatssecretarissen die vanwege de affaire de eer aan zichzelf moesten houden, beaamden dat onlangs gretig voor de parlementaire commissie die de toeslagenaffaire onderzocht. Evenals Wopke en Wiebes. Premier Rutte ging nog wat verder en erkende ten overstaan van diezelfde commissie zelfs dat er op zijn ministerie weinig wordt vastgelegd. Algemene Zaken is een klein ministerie, weet u. Daar hebben mijn ambtenaren geen tijd voor. En naar ambtelijke memo’s kon de commissie fluiten. Beleidsintimiteit! Grijns.

Beste Van Dale. Ik weet dat het te vroeg is, maar mag ik ‘informatie-ejaculatie’ alvast nomineren voor Woord van 2021? Het bestaat nog niet, ik zweer het u.


Deze column is verschenen in IP Vakblad voor Informatieprofessionals, jaargang 24 nummer 9, december 2020.


Posted by Frank Huysmans on 22 december 2020 | Posted in beleid, columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , , , , , , , , , , , , , , | 1 reactie

Leescapitulatie

Dit wordt een ambitieus verhaal. Ik ga inzetten op intensivering van het humoristische gehalte van mijn columns. Onderzoek heeft namelijk uitgewezen dat er de afgelopen jaren minder om is gelachen. Het aantal keren glimlachen, gewoon lachen, proesten en schaterlachen is nauwkeurig geturfd en blijkt te zijn gedaald. Vooral onder laagopgeleiden, maar vlak ook de middelbaar opgeleiden niet uit.

Hoe dat komt? Geen idee. Echt niet. Maar goed nieuws: ik was er al mee begonnen, met het opvoeren van het kietelen der lachspieren. Er lag al een plan van aanpak. Dus het is gewoon een kwestie van dat plan uitvoeren en inzetten op intensiveren. Schouders eronder en doorpakken. De intentie is er, reken er mij vooral op af.

Bron: VVD op GIPHY

Inmiddels ben ik al over een kwart van mijn aantal woorden. Heeft u al moeten lachen? Ja? En heeft u al meer moeten lachen dan om mijn vorige column? Niet? Ach, we snappen allemaal dat het even duurt voor het duurzaam inzetten op intensivering van de humor effect sorteert. Dus dat u meetbaar langer gaat lachen. Of vaker. Of harder. Whatever. Hoofdzaak: meer lachen!

De uitdaging waar ik voor sta is in wezen dezelfde als voor de leesbevordering. Weet u nog? Krap een jaar geleden werd bekend dat de schooljeugd steeds slechter gaat lezen. Ja duh. Ze hebben hun mobiel en hun Discord-server en hun Fortnite en hun Twitch en hun Tiktok. Natuurlijk vinden ze er geen hol aan, lezen. Maar met een coole kill of zo’n geinig filmpje, weet je wel, dat zo’n meisje in haar ondergoed staat en een hupje maakt en dan ineens een nieuwe jurk aan heeft, skills hoor, daar niet van, maar daar heb je geen ruk aan als er een deurwaardersexploot voor je neus wappert. Dus moffo en lezen, retards.

De minister van Cultuur is van Cultuur, niet van Onderwijs, en heeft maar één miljard voor de hele Cultuur. En lezen hoort in Nederland bij Cultuur. Niet bij Onderwijs.

Probleem is dat er in de school geen leesboek te vinden is. Moet je voor naar de bieb. Als die er nog is, is er een lieve vrijwilliger die je welkom heet maar niemand die je kan helpen om een leuk boek te vinden. Kort voor Prinsjesdag schreef de minister van Cultuur dat er zestig miljoen per jaar bij moet om in elke gemeente een bibliotheek te krijgen. En negentig miljoen voor een schoolbibliotheek in iedere school. Maar ze is van Cultuur en heeft maar één miljard voor de hele Cultuur.

Haar collega van Onderwijs, die heeft een dikke vijfentwintig miljard per jaar voor het basis-, voortgezet en beroepsonderwijs. Vijfentwintig, dan een komma, en wat er achter die komma staat is al bijna genoeg voor een bieb in elk dorp en elke school. Maar lezen hoort in Nederland bij Cultuur. Niet bij Onderwijs. Dus na Prinsjesdag kwam er een Bibliotheekconvenant met een miljoentje extra. En een Leesoffensief waarin wordt gestreefd naar meer samenwerking tussen Cultuur en Onderwijs. Ik kwam niet meer bij.


Deze column verscheen in Vakblad IP | Informatieprofessional, jaargang 24 nummer 8, november 2020.


Posted by Frank Huysmans on 26 november 2020 | Posted in columns, opinie, satire, vakpublicaties | Tagged , , , , , , , , | Reactie