innovatie van de publieke informatievoorziening

Geraffineerde wetenschap

Foto: eflon | Flickr (cc by 2.0)

Als big data de olie van de eenentwintigste eeuw is, is data science de nieuwe raffinaderij. Je ziet ze uit de grond schieten, de data science opleidingen. Wat het precies is, datawetenschap, is onduidelijk. De Engelstalige Wikipedia houdt het (momenteel!) op een interdisciplinair veld met wetenschappelijke methoden, processen en systemen waarmee kennis en inzichten uit (on)gestructureerde data kunnen worden gehaald.

Nu is het niet per se een nadeel dat de datawetenschap nog op zoek is naar haar identiteit. Vele wetenschappen zijn voortgekomen uit zo’n vage beginfase. Kennis en methoden uit diverse disciplines worden op een nieuw verschijnsel toegepast. Er ontstaat een ‘interdisciplinair veld’. Neem de communicatiewetenschap. Toen ik het tussen 1988 en 1992 studeerde, begon het net van een veld in een discipline te veranderen. Kernvraag was wat de invloed van media op individuen, de samenleving en de cultuur is. In de jaren zestig en zeventig stortten psychologen, sociologen, politicologen, tekstwetenschappers en zo nog wat specialismen zich elk vanuit hun eigen benadering op dit vraagstuk. Langzaam groeiden ze naar elkaar toe. Er ontstonden vakgroepen, tijdschriften, congressen en – dán heb je het echt gemaakt als discipline – een eigen code in de bibliotheekthesaurus.

‘Berg je theorieën maar op. De waarheid zal uit de data tot u komen.’

Over een jaar of twintig zal data science dus ook wel een discipline zijn en weten we wel wat het ‘is’. Toch kan ik enige twijfel niet onderdrukken. Die twijfel is ontstaan toen ik een artikel las van Chris Anderson, de auteur van de wereldwijde bestseller The Long Tail. In 2008 schreef hij dit artikel in Wired onder de titel Het einde van theorie: hoe de datavloed de wetenschappelijke methode overbodig maakt. Door krachtige algoritmes op gigantische databestanden los te laten, betoogt Anderson, zullen we in de toekomst geen theorieën en methoden meer nodig hebben. Je laat gewoon de computer zijn werk doen en je vindt dingen waar wetenschappers nooit op zouden zijn gekomen. Oftewel: berg je theorieën maar op. De waarheid zal uit de data tot u komen.

Kijk, toen was Anderson mij dus kwijt. Natuurlijk kun je uit big data opmerkelijke verbanden en patronen destilleren. Maar zonder een theorie of model – een samenhangend verhaal – weet je niet wat die verbanden nu eigenlijk zeggen. In mijn Twitter-tijdlijn komen elke dag grafieken voorbij waarbij ook mijn eerste reactie is: hé maar dat is interessant! Dan doemt de volgende opmerkelijke grafiek op en is de vorige alweer vergeten.

Het gaat om de context: het bredere verhaal waarin al die feiten en verbanden zin krijgen doordat ze met elkaar een samenhangend relaas vormen. Daarvoor blijven nodig: theorieën, modellen, hypothesen en verklarende statistiek. Ook de datawetenschap kan het niet met data alleen. Ook zij zal uit die data via informatie tot kennis moeten komen – en laten we hopen: tot wijsheid.

Deze column verscheen in Vakblad Informatieprofessional, jaargang 21 nummer 8, november 2017.

Creative Commons License
Geraffineerde wetenschap by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 11 november 2017 | Posted in columns, onderzoek, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , | Reactie

De typische bibliothecaris

Bron: Bookbub

Is het een vrouw, dan is ze puriteins, bestraffend, onaantrekkelijk en introvert. Is het een man, dan is hij timide en nichterig. Ik heb het over de bibliothecaris. Althans, zoals die wordt geportretteerd in boeken, films en op foto’s. Geloof het of niet, maar de Engelstalige Wikipedia bevat een lemma ‘librarians in popular culture’. Het werd in 2006 afgesplitst van ‘librarian’ en heeft sindsdien niet minder dan 369 bewerkingen ondergaan. En dan staan ‘katten’ en ‘breien’ er nog niet in.

Negatieve stereotypen kunnen het beroep onaantrekkelijk maken voor jongeren, voegen de Wikipedia-auteurs er waarschuwend aan toe. Recent is er het beeld van de sexy bibliothecaresse bijgekomen. Je zou denken dat dat helpt. Maar nee. Beide types komen op hetzelfde neer, aldus nog steeds de Wikipedians: ‘gezaghebbende, onverbiddelijke boekenbewakers die hetzij door machtsuitoefening hetzij door sex appeal de bibliotheekgebruikers angst inboezemen en daarmee zichzelf profileren als degenen die heersen over het zonder hun expertise ondoorgrondelijke classificatiesysteem’.

‘gezaghebbende, onverbiddelijke boekenbewakers die, hetzij door machtsuitoefening hetzij door sex appeal, de bibliotheekgebruikers angst inboezemen’

Sociaalpsychologen zeggen op basis van hun onderzoek dat stereotypen doorgaans een kern van waarheid bevatten. Dat van dat sex appeal kan ik bevestigen: ik deel mijn leven niet voor niets met een bibliothecaresse.

Bron: Bookbub

Maar naast dit anekdotische bewijs is er ook wetenschappelijke evidentie. Vorig jaar nog verscheen er een artikel in een keurig Taylor & Francis-tijdschrift. (Het ‘aanschaffen’ van het artikel voor 24 uur kost u € 35, of u betaalt € 109 voor 30 dagen toegang tot het hele nummer, maar dat terzijde). De auteur poogt zijn collega’s ervan te overtuigen dat het beter is om de stereotypen te negeren. Anders houden ze die in stand, ook als ze er keihard tegenin gaan.

Kort geleden zat ik een dag op de hei bij Arnhem met een elftal mediathecarissen. We dachten na over wat er aan hun mediatheken zou kunnen of moeten veranderen zodat die het hedendaagse onderwijs beter zou ondersteunen. Voor mij was het een welhaast spirituele ervaring. Wat heb ik genoten van de betrokkenheid en positieve energie in de groep. Het zette me aan het denken over de karaktereigenschappen van ‘de bibliothecaris’ zoals ik die heb leren kennen.

Allereerst onbaatzuchtigheid. Bibliothecarissen helpen graag anderen vooruit in wat zij moeten of willen doen, zonder zelf op de voorgrond te treden – liever niet juist. Daarin onderscheiden ze zich van kunstenaars en wetenschappers, die ook in het algemeen belang werken maar daarbij hun naam wel graag genoemd zien.

Ten tweede ontlenen zij zelf diepe voldoening aan het ervaren van het grote raadsel van het leven tijdens hun pakweg tachtig jaar tussen aarde en kosmos, te midden van goede vrienden en gesprekken, boeken, films en muziek. Zij gunnen anderen die voldoening evenzeer en krijgen daar nog voor betaald ook.

En tot slot: bibliothecarissen zijn onvoorwaardelijk lief.



Deze column verscheen (zonder filmpje) in IP, Vakblad voor Informatieprofessionals, jaargang 21 nummer 7, 5 oktober 2017.


Creative Commons License
De typische bibliothecaris by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 29 september 2017 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , | 1 reactie

Vrijwilligerslegioen

Bron: https://www.bibliotheekrivierenland.nl/

“Ons beleid is om alleen nog hoogopgeleide medewerkers op de bibliotheekvloer te hebben. Professionele krachten die mensen op alle niveaus van dienst kunnen zijn. Van informatiedienstverleners op mbo-niveau kun je niet verwachten dat ze universitair geschoolden kunnen helpen. Omgekeerd kan dat wel. Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat onze cao niet zodanig is dat je mensen op hbo-niveau veel te bieden hebt.”

Het jaar is 2005 en aan het woord is Jan-Ewout van der Putten, de niet alleen qua postuur indrukwekkende directeur van de Vereniging van Openbare Bibliotheken. Twaalf jaar later weten we dat de VOB de lat te hoog legde. De VOB-ambitie klonk gemeenten goed in de oren, maar ze hielden ook de hand op de knip. Meer hoogopgeleide medewerkers in de bibliotheek betekende ook dat de subsidies omhoog zouden moeten. En toen kwam daar de kredietcrisis nog overheen. Tussen 2010 en 2015 kromp het aantal personeelsleden in de Nederlandse openbare bibliotheken met 24 procent, of in arbeidsjaren uitgedrukt met 20 procent.

In hetzelfde tijdvak groeide het aantal vrijwilligers sterk. Op elke betaalde kracht beschikt de bieb nu over anderhalve vrijwilliger. De conclusie ligt voor de hand: ze nemen het werk van betaalde krachten over. Dat is te sterk geformuleerd. Denk bijvoorbeeld aan de taaltafels en -café’s waar laaggeletterden en nieuwkomers terecht kunnen. Hun aantal groeide met als gevolg dat ook het aantal vrijwilligers – ‘taalmaatjes’ – stijgt. En zo zijn er andere diensten en programma’s die met recht en reden op vrijwillige krachten drijven, zoals ‘Boek aan Huis’.

Het geeft het signaal af dat veel van het werk geen specifieke deskundigheid vereist en ook niet beloond hoeft te worden.

Maar om trots te verkondigen dat het vrijwilligerslegioen bewijst dat ‘bibliotheken succesvol invulling geven aan vermaatschappelijking’, zoals een directeur mij meldde, gaat ook weer te ver. Onderzoek van de Stichting Bibliotheekwerk in 2014 liet zien dat ruim een kwart van de 124 ondervraagde bibliotheken toegaf vrijwilligers werk te laten uitvoeren dat eerder door betaalde medewerkers werd gedaan.

Bron: https://www.bibliotheekvenlo.nl/in-de-bieb/vrijwilligers.html

De bibliotheek in Utrecht is hiervoor onlangs voor de tweede keer door de rechter op de vingers getikt. In Venlo werft de bieb onomwonden vrijwilligers die ‘een uitgebreide training tot medewerker informatie en advies’ wel zien zitten.

Het is even begrijpelijk als schadelijk. Begrijpelijk en zelfs te billijken is het dat directies de tent zoveel mogelijk open proberen te houden bij krimpende budgetten. Maar het geeft ook een signaal af naar de gemeente, de gemeenschap en jonge mensen die een baan in de bibliotheeksector ambiëren. Het signaal dat veel van het werk geen specifieke deskundigheid vereist en niet beloond hoeft te worden.

Het is zaak hier snel een stevige discussie over te voeren. Thans is er geen beleid en geen ambitie te bespeuren over de wenselijke mate van professionaliteit, zoals in 2005. De lat kan, nee: moet, een stuk hoger. In het belang van sector, opleidingen en maatschappij.

Deze column verscheen in IP | vakblad voor informatieprofessionals, jaargang 21 nummer 6, 31 augustus 2017.

Creative Commons License
Vrijwilligerslegioen by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 31 augustus 2017 | Posted in beleid, columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , | Reactie