innovatie van de publieke informatievoorziening

De typische bibliothecaris

Bron: Bookbub

Is het een vrouw, dan is ze puriteins, bestraffend, onaantrekkelijk en introvert. Is het een man, dan is hij timide en nichterig. Ik heb het over de bibliothecaris. Althans, zoals die wordt geportretteerd in boeken, films en op foto’s. Geloof het of niet, maar de Engelstalige Wikipedia bevat een lemma ‘librarians in popular culture’. Het werd in 2006 afgesplitst van ‘librarian’ en heeft sindsdien niet minder dan 369 bewerkingen ondergaan. En dan staan ‘katten’ en ‘breien’ er nog niet in.

Negatieve stereotypen kunnen het beroep onaantrekkelijk maken voor jongeren, voegen de Wikipedia-auteurs er waarschuwend aan toe. Recent is er het beeld van de sexy bibliothecaresse bijgekomen. Je zou denken dat dat helpt. Maar nee. Beide types komen op hetzelfde neer, aldus nog steeds de Wikipedians: ‘gezaghebbende, onverbiddelijke boekenbewakers die hetzij door machtsuitoefening hetzij door sex appeal de bibliotheekgebruikers angst inboezemen en daarmee zichzelf profileren als degenen die heersen over het zonder hun expertise ondoorgrondelijke classificatiesysteem’.

‘gezaghebbende, onverbiddelijke boekenbewakers die, hetzij door machtsuitoefening hetzij door sex appeal, de bibliotheekgebruikers angst inboezemen’

Sociaalpsychologen zeggen op basis van hun onderzoek dat stereotypen doorgaans een kern van waarheid bevatten. Dat van dat sex appeal kan ik bevestigen: ik deel mijn leven niet voor niets met een bibliothecaresse.

Bron: Bookbub

Maar naast dit anekdotische bewijs is er ook wetenschappelijke evidentie. Vorig jaar nog verscheen er een artikel in een keurig Taylor & Francis-tijdschrift. (Het ‘aanschaffen’ van het artikel voor 24 uur kost u € 35, of u betaalt € 109 voor 30 dagen toegang tot het hele nummer, maar dat terzijde). De auteur poogt zijn collega’s ervan te overtuigen dat het beter is om de stereotypen te negeren. Anders houden ze die in stand, ook als ze er keihard tegenin gaan.

Kort geleden zat ik een dag op de hei bij Arnhem met een elftal mediathecarissen. We dachten na over wat er aan hun mediatheken zou kunnen of moeten veranderen zodat die het hedendaagse onderwijs beter zou ondersteunen. Voor mij was het een welhaast spirituele ervaring. Wat heb ik genoten van de betrokkenheid en positieve energie in de groep. Het zette me aan het denken over de karaktereigenschappen van ‘de bibliothecaris’ zoals ik die heb leren kennen.

Allereerst onbaatzuchtigheid. Bibliothecarissen helpen graag anderen vooruit in wat zij moeten of willen doen, zonder zelf op de voorgrond te treden – liever niet juist. Daarin onderscheiden ze zich van kunstenaars en wetenschappers, die ook in het algemeen belang werken maar daarbij hun naam wel graag genoemd zien.

Ten tweede ontlenen zij zelf diepe voldoening aan het ervaren van het grote raadsel van het leven tijdens hun pakweg tachtig jaar tussen aarde en kosmos, te midden van goede vrienden en gesprekken, boeken, films en muziek. Zij gunnen anderen die voldoening evenzeer en krijgen daar nog voor betaald ook.

En tot slot: bibliothecarissen zijn onvoorwaardelijk lief.



Deze column verscheen (zonder filmpje) in IP, Vakblad voor Informatieprofessionals, jaargang 21 nummer 7, 5 oktober 2017.


Creative Commons License
De typische bibliothecaris by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 29 september 2017 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , | 1 reactie

Nepnieuws! De mythe van de verdwenen bibliotheken

“Over een langere periode laat [het] aantal [bibliotheekvestigingen] een dalende trend zien: van circa 1.100 (hoofd)vestigingen in 2011 naar 770 in 2015.”

Dit schreef minister Bussemaker van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap op 25 januari 2017 in een brief aan de Tweede Kamer.

Het verkeerd informeren van de Kamer geldt zoals u weet als een politieke doodzonde. Nu zal minister Bussemaker dit wel overleven, al was het maar omdat ze inmiddels demissionair is. Bovendien heeft ze de informatie uit wat je noemt onverdachte bron: de Vereniging van Openbare Bibliotheken (VOB).

Mythe

Het is een hardnekkige mythe. Er zijn helemaal geen driehonderd bibliotheekvestigingen verdwenen. Dit cijfer zingt al sinds 2012 rond in kringen van beleidsmakers, uitgevers, auteurs en anderen die het boek een warm hart toedragen. Maar het klopt niet.

Ik kan niet nagaan hoe lang deze informatie al op de website van de VOB staat. De oorsprong van het getal ligt in 2010. Ik was destijds werkzaam bij het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken (SIOB) en verantwoordelijk voor onderzoek naar het bibliotheekstelsel. Een van de eerste dingen die ik deed, was een onderzoek in opdracht geven naar de te verwachten gemeentelijke bezuinigingen op het bibliotheekwerk.

Het ergste geval

Verreweg het grootste deel van de subsidies die bibliotheken ontvangen, is van gemeenten afkomstig. Door de kredietcrisis liepen de inkomsten van de gemeenten ernstig terug. Diverse gemeenten hadden ‘hun’ bibliotheek al laten weten dat die niet gespaard zou blijven bij de onvermijdelijke bezuinigingen die gingen volgen. Ons onderzoek moest inventariseren wat de verwachte omvang van de subsidiedaling zou zijn, en hoe de bibliotheekorganisaties die zouden denken op te vangen.

Uit het onderzoek kwam naar voren dat in het ergste geval dertig procent van de ongeveer duizend bibliotheken de deuren zou moeten sluiten. Dat klonk niet best. De VOB besloot een alarmerend persbericht uit te brengen. Daarin stond dat als de voorgenomen bezuinigingen werkelijkheid zouden worden, driehonderd bibliotheekvestigingen gesloten zouden worden. De nuancering (‘in het ergste geval’) kwam er niet in terug.

Rondzingen

Vanaf dat moment is het getal van 300 vestigingen – dertig procent van de duizend – gaan rondzingen. Dat het een poging tot beïnvloeding van de politiek was, ging verloren in de publieke discussie. Neem bijvoorbeeld een opiniestuk van auteur Philip Huff in NRC Handelsblad (21 november 2014):

“Maar voor een lezer heb je een bibliotheek nodig, en een boekwinkel, en bibliotheken verdwijnen dus, zoals de commissie-Cohen vaststelde – in de afgelopen tien jaar driehonderd vestigingen –, schoolbibliotheken hebben geen budget meer, en de boekhandels blijven leeg.”

De cijfers onder de loep

Hoe zit het dan wel? Laten we eens kijken naar de getallen zoals ze op de VOB-website staan. Hieronder een screenshotje van de actuele tabel op de VOB-site. Op 1 januari 2012 telde Nederland 1073 vestingen en hoofdvestigingen. En als je de tabel letterlijk neemt, waren er géén servicepunten, miniservicepunten, afhaalpunten, zelfbedieningsbibliotheken en geen bibliotheekbussen en -haltes.

Tabel op VOB-site (screenshot 26 mei 2017)


Als je de tabel opnieuw letterlijk neemt, zijn er amper een jaar later nog maar 843 (hoofd)vestigingen over. Oftewel: in 2012 zouden elke week een dikke vier vestigingen zijn gesloten. Nederlanders raken misschien opgewondener van een nieuw model iPhone of de laatste ruzie tussen Geer en Goor dan van een dreigende bibliotheeksluiting. Maar ik meen toch te kunnen stellen dat een dergelijke bibliothecaire annus horribilis aan de opiniepagina’s en de Handelingen der Tweede Kamer niet zo makkelijk was voorbijgegaan.

Maar, werpt u tegen, er waren begin 2013 wél ineens 220 servicepunten en een dikke honderd miniservicepunten. Plus nog eens 26 bussen die vijfhonderd haltes aandeden. Zo erg was de teloorgang dus ook weer niet.

Verfijndere tellingen

Enfin, u begrijpt inmiddels wel wat er aan de hand is. De getallen voor 2013 en de jaren erna zijn een stuk verfijnder. Had men in 2012 op dezelfde manier geteld, dan was men op vergelijkbare cijfers uitgekomen. Misschien waren er wat meer (hoofd)vestigingen die degradeerden tot (mini)servicepunten. De bezuinigingen hebben echt wel hun sporen nagelaten. Wat er echt gebeurde in de loop van 2012 is dat de registratie van vestigingen in de G!ds verfijnder is geworden. Dit werd in een discussie op Twitter bevestigd door Anton Dierdorp.

Was er begin 2012 op dezelfde verfijndere manier geteld, dan hadden we toen óók minder (hoofd)vestigingen en meer (mini)servicepunten gehad. De VOB had dit in of bij de tabel moeten vermelden. Dan was de misvatting er niet geweest en had (inmiddels: demissionair) minister Bussemaker de Kamer beter geïnformeerd.

Het ware beter geweest het cijfer voor 2012 helemaal niet te vermelden. Dan had het beeld er uitgezien als hieronder, en was duidelijker geworden dat vooral de bibliobussen zijn verdwenen. Ook was dan helder geweest dat die verdwenen halteplaatsen maar beperkt zijn gecompenseerd door (mini)servicepunten en afhaalpunten. Mogelijk wel door Bibliotheken op School, dat tussen 2012 en 2015 grofweg is verviervoudigd in het basisonderwijs (niet zelden ook in beleidsmatige samenhang met het terugbrengen van het aantal vestigingen en bushalteplaatsen). Eind 2016 waren er 2.534 Bibliotheken op School met een bereik van 562.500 leerlingen.

Bibliotheekvoorzieningen 2013-2016 (CC BY 4.0)

Slachting onder personeel

Resteert de vraag waarom dit niet eerder is opgemerkt – door de VOB zelf, door de ambtenaren bij OCW, en door geïnteresseerde anderen. Mijn vermoeden is dat dit niet opviel omdat de daling zo goed aansloot bij het alarmerende persbericht uit 2010 en het sindsdien rondzingende getal van 30 procent, zijnde driehonderd vestigingen, minder. Ik heb de partijen in de discussie volgend op de brief van Bussemaker geattendeerd op de vertekenende cijfers. Nu er vier maanden later nog niets is veranderd, vond ik het gepast om deze post te schrijven. Vooral omdat de mythe van de verdwenen vestigingen een veel belangrijker getal in de schaduw stelt: de slachting onder werkzame personen in de openbare bibliotheken.

Uit de landelijke statistieken die het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) publiceert op basis van VOB-gegevens (uit andere bron: de jaarlijkse enquête onder haar leden) kun je opmaken dat in de periode 2010-2015 het aantal personeelsleden is gedaald met 24 procent. Uitgedrukt in arbeidsjaren gaat het om een daling van 20 procent. Ook de collecties – het aantal beschikbare materialen – zijn in die periode met 19 procent gedaald. Dit terwijl de inkomsten (‘baten’ bij het CBS) ‘slechts’ met tien procent afnamen.

Eigenlijke punt

De teruggang in inkomsten is dus bovenproportioneel afgewenteld op het personeelsbestand. Het zou mij niet verbazen dat dit is gebeurd omdat sluiting van een vestiging voor de burger én de gemeenteraad veel zichtbaarder is dan een reductie van openingsuren en afvloeiing van personeel. In een flink aantal gemeenten ging de bezuinigingsaanzegging daarom vergezeld van de opdracht om de vestigingen – of in elk geval zoveel mogelijk ervan – open te houden. Ja, dan rest er geen andere keuze voor het management om in het aanschafbudget te snijden en gekwalificeerd personeel te vervangen door vrijwilligers.

Personeelsleden en vrijwilligers in openbare bibliotheken (bron: FOBID)


En dat is het eigenlijke punt. We zouden er niet over peinzen om onze kinderen te laten onderwijzen door vrijwilligers. Of om doktersassistenten door vrijwilligers te vervangen (laat staan de huisarts of de chirurg). Niets ten nadele van de inzet en maatschappelijke bijdrage van vrijwilligers, maar openbaar bibliotheekwerk is een vak. In tijden van nepnieuws, alternatieve feiten en laaggeletterdheid – ook onder schoolverlaters – hebben we gekwalificeerde informatieprofessionals nodig in onze openbare bibliotheken. In volwaardige vestigingen die een substantieel deel van de week open zijn. Veel langer dan de maximaal vijftien uur die een servicepunt kennelijk maar open hoeft te zijn. Want wat heb je aan een gebouw met boeken waar de burger nog geen tien procent van de 168 uur die een week telt terecht kan? Dat is pas echt zonde van de publieke middelen. En geen mythe.

Naschrift 29 mei 2017:

Voor alle duidelijkheid: de site van de VOB vermeldt niet alleen de cijfers maar geeft ook de volgende interpretatie: “Met name in dit soort vestigingen [goed geoutilleerde vestigingen met 15 openingsuren of meer – FH] zien we een afname van ruim 300 over de laatste 5 jaar, ruim 28% minder.” Zie onderstaande screenshot en deze link naar de pagina (in Archive.org) zoals die was op 29 mei, twee dagen na publicatie van deze post.



Bewerkingsgeschiedenis

  • 29 mei: naschrift toegevoegd.
  • 2 juni: Zin toegevoegd over het aantal Bibliotheken op School per eind 2016, met dank aan Gerard Meijer, programmamanager Educatie van de Samenwerkende POI’s Nederland (SPN).
  • 6 juni: figuur met ontwikkeling personeelsleden en vrijwilligers in openbare bibliotheken toegevoegd.



Creative Commons License
Nepnieuws! De mythe van de verdwenen bibliotheken by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 27 mei 2017 | Posted in beleid, onderzoek, opinie, vakpublicaties, WareKennis | Tagged , , , , | 3 Comments

De boekenhelden van Timboektoe

Bron: Brent Stirton/Getty Images (via http://tinyurl.com/ph5fqjn)

Bron: Brent Stirton/Getty Images (via http://tinyurl.com/ph5fqjn)

Er zijn weinig dingen die zoveel walging oproepen als de vernietiging van cultuurschatten. In het bijzonder het moedwillig vernielen van boeken. De boekverbrandingen in nazi-Duitsland, het aan flarden schieten van de bibliotheek van Sarajevo in 1992 – als er al gradaties bestaan in barbaarsheid, horen de boekverbranders bij de koplopers.

Maak kennis met Abdel Kader Haïdara, bibliofiel en -thecaris te Timboektoe. Van zijn vader erfde hij een imposante boekenverzameling die vele generaties terug gaat. Een collectie die verhaalt over de bloeitijd van de Malinese stad in de vijftiende en zestiende eeuw, tijden van een vredelievende, tolerante, bijna humanistische islam. Boeken waarvan het bestaan door Verlichtingsfilosofen als Hume, Kant en Hegel, neerkijkend op het Afrikaanse continent en zijn bewoners, voor onmogelijk was gehouden.
De vroegere Libische heerser Khaddafi was als zelfbenoemd erfgenaam van het Sahara-Berbervolk Toeareg zo gecharmeerd van de boekenschat dat hij in 1996 vijf historici en archivarissen naar Haïdara stuurde met een koffer vol geld. ‘Noem je prijs.’ Haïdara bleef uiterlijk kalm en maakte vriendelijk doch beslist duidelijk dat deze cultuurschat in Mali behoorde te blijven.

Met lede ogen ziet Haïdara in maart 2012 aan hoe zijn stad wordt ingenomen door Toearegs en ‘Al-Qaida in de Islamitische Maghreb’. Mede door schenkingen van westerse donoren heeft de boekencollectie van Timboektoe internationale faam opgebouwd. Doodsbenauwd dat de ‘Islamitische Politie’ de boekenschat uit de vijfenveertig (!) bibliotheken in de stad zal halen en vernietigen, verzint Haïdara een list.

Kisten met boeken worden op ezelkarren vervoerd naar safe houses in de stad.

Van de Amerikaanse Ford Foundation heeft hij een subsidie gebreken om in Oxford Engels te gaan studeren. Twaalfduizend dollar staat geparkeerd op een spaarrekening in de hoofdstad Bamako. Op zijn vraag of hij dat geld mag gebruiken om de collecties te redden, maakt de Foundation het binnen drie dagen vrij. Familieleden en vrienden kopen er alle metalen en houten kisten mee die ze kunnen krijgen, zelfs in steden verderop. In de nachtelijke uren stoppen ze de boeken in de kisten. Die worden de dag erna op ezelkarren vervoerd naar diverse safe houses in de stad. Een zeer kostbaar deel smokkelt Haïdara naar het onbezette zuiden van Mali. De vrees voor vernieling van deze uitingen van een gematigde islam is gegrond. Als de nieuwe heersers zeggen dat ze de boeken ongemoeid zullen laten, zijn er maar weinigen die dat geloven. Het ongeloof wordt versterkt door de beeldenstorm die op moskeeën en begraafplaatsen wordt losgelaten.

Doortastendheid, diplomatie en durf redden de boeken van Timboektoe. Er zijn vele helden in het verhaal. De vrijwilligers die de boeken verstoppen. De Franse militairen die de islamistische strijders verslaan en het noorden van Mali bevrijden. De Ford Foundation die Haïdara geloofde toen hij zei dat hij hun geld beter kon gebruiken dan voor een cursus Engels in Oxford. En schrijver Joshua Hammer, die dit verhaal boekstaafde onder de titel ‘The Bad-Ass Librarians of Timbuktu’.


Deze column verscheen in Vakblad IP, jaargang 20 nummer 4, 6 mei 2016.


Creative Commons License
De boekenhelden van Timboektoe by Frank Huysmans is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.

Posted by Frank Huysmans on 5 mei 2016 | Posted in columns, opinie, vakpublicaties | Tagged , , , , , | Reactie