Boekhandel Dominicanen, Maastricht (door Jorge Franganillo, cc by 2.0)
Het boekenvak reageerde begrijpelijkerwijs negatief op de btw-maatregel van het kabinet-Rutte III om het verlaagde btw-tarief van 6 naar 9 procent op te schroeven. Wat in de discussie onderbelicht bleef, is dat andere maatregelen een positieve uitwerking op de boekenverkoop beloven. Een doorrekening maakt aannemelijk dat het totale effect positief zal zijn.
Toch nog even over dat verlaagde btw-tarief. Het kabinet-Rutte III gaat het verhogen van 6 naar 9 procent. Nadat de Eerste Kamer eind december met dat voornemen instemde, is zeker dat dat vanaf 2019 ook gaat gebeuren. In het verlaagde tarief zitten producten die je tot de eerste levensbehoeften mag rekenen. Eten en drinken, mits zonder alcohol. Leidingwater. Genees- en verbandmiddelen. Maar ook boeken, kranten en tijdschriften. Wel alleen de gedrukte varianten; e-books en ‘digitale diensten’ als de Correspondent zitten in het reguliere tarief van 21 procent. Inderdaad: voor de laatste Tommy Wieringa betaalt u op papier zes procent btw en wanneer u hetzelfde boek digitaal aanschaft – pardon, er een licentie voor afsluit – is dat 3,5 keer zoveel. (Waarom dat zo is? Ingewikkeld verhaal).
Hoger laag
Het verschil in btw tussen papieren en digitale boeken wordt met de maatregelen van Rutte-III wel kleiner, maar niet zoals bedoeld. Enfin, papieren boeken worden dus – in theorie, zie verderop – duurder. Uitgaand van een gemiddelde verkoopprijs van 20 euro voor een net gepubliceerde nieuwe roman zou dat een prijsstijging met 57 cent betekenen (20 euro keer 1,09/1,06 maakt 20,57; de feitelijke stijging van de prijzen inclusief de btw is namelijk niet 3,00 maar 2,83 procent).
Het voornemen van Rutte-III om het verlaagde btw-tarief omhoog te schroeven is onderdeel van een breed pakket aan belastingmaatregelen.
Het verbaast dan ook niet dat de wereld van het boek zich heeft geroerd. De stichting Collectieve Propaganda van het Nederlandse Boek (CPNB) en de Koninklijke Boekverkopersbond (KBb) sloten zich aan bij een actie tegen de btw-verhoging. Begrijpelijk, want het boekenvak krabbelde net een beetje op van de stevige omzetdaling in de periode 2009-2014. De omzet van ‘algemene boeken’ – zeg maar alles behalve school-, studie- en wetenschappelijke boeken – daalde in die periode met een kwart. Vanaf 2015 herstelde de markt zich enigszins. De omzet steeg van 485 miljoen euro op het dieptepunt in 2014 naar 524 miljoen in 2016 en 530 miljoen in 2017. Afgezet tegen de 642 miljoen omzet in 2009 is de markt echter nog altijd 17,5 procent in de min.
Het voornemen van Rutte-III om het verlaagde btw-tarief omhoog te schroeven is onderdeel van een breed pakket aan belastingmaatregelen. Omdat we vanwege die negen procent relatief meer zullen gaan uitgeven aan eerste levensbehoeften, komt er ter compensatie een verlaging van andere belastingen. Of je er per saldo op voor- of achteruit gaat, hangt af van de belastingen en vrijstellingen die op jouw situatie van toepassing zijn. Het Centraal Planbureau (CPB) rekende de plannen door en voorspelt dat vrijwel iedereen er in koopkracht op vooruit gaat.
Verzet
Het verzet tegen de verhoging van het gereduceerde btw-tarief krijgt ook steun van linkse partijen, waaronder GroenLinks. Dat is op het eerste gezicht vreemd, want die partij heeft in het verleden vrij consequent gepleit voor vergroening van het belastingstelsel door de belasting op consumptie te verhogen en die op inkomen te verlagen. De maatregelen van Rutte-III passen prima in dat plaatje. De pijn bij de linkse partijen lijkt ’m erin te zitten dat het nu juist de eerste levensbehoeften in het gereduceerde tarief zijn die duurder worden, en niet de ‘luxegoederen’ in het reguliere tarief. De btw is een van de weinige belastingen waarop je als consument direct invloed kunt uitoefenen door je consumptiepatroon aan te passen. Voor de eerste levensbehoeften gaat dat natuurlijk wat minder makkelijk dan voor de producten en diensten die onder het reguliere tarief vallen. Bovendien zijn de linkse partijen het niet eens met de manier waarop de btw-verhoging wordt gecompenseerd. Zo wordt de belasting op winst voor grote ondernemingen verlaagd en de dividendbelasting afgeschaft.
Goede grap op Twitter: “In de goeie ouwe tijd waren hackers nog hardcore. Neem de groep die zich ‘PTT’ noemde. Die wist de adresgegevens te bemachtigen van bijna iedereen, sorteerde die op woonplaats en achternaam, printte dat hele bestand honderdduizenden keren uit en legde het ingebonden bij iedereen voor de deur.” Das war einmal. Het telefoonboek gaat nu echt verdwijnen. Bij het verschijnen van dat persbericht begin januari zwolg de vaderlandse pers een dag lang in nostalgie. Weet je nog, schreef NRC Handelsblad, de tijd dat wij journalisten met een liniaal over de pagina’s gingen om het woonadres te vinden van een mogelijke bron?
Ik herinnerde me ineens weer dat ik ooit datzelfde deed om achter het adres van mijn latere eerste vriendinnetje te komen. En ik dank het Vliegend Spaghettimonster op mijn blote knieën dat zoonlief, op de drempel van de puberteit, die beproeving niet meer hoeft te doorstaan.
Want het kan zo eenvoudig zijn. Neem nou India. Daar hebben ze een centrale overheidsdatabase, Aadhaar (‘basis’) genaamd. Je kunt er geheel vrijwillig je NAW-gegevens, geboortedatum, pasfoto, vingerafdrukken en irisscan in deponeren. Omdat de Indiërs er voor een bankrekening of een SIM-kaart van afhankelijk zijn, is deelname inmiddels niet meer zo heel vrijwillig. Een journalist van dagblad The Tribune meldde onlangs dat je in een WhatsApp-groep voor omgerekend een paar euro’s de inloggegevens kunt kopen. Binnen twintig minuten had ze toegang tot de data van 1,2 miljard (van de 1,3 miljard) landgenoten.
Binnen twintig minuten had een Indiase journalist voor een paar euro toegang tot de data van 1,2 miljard landgenoten.
Zou zulke toegang in Nederland te koop zijn, hoor ik de hormonen van zoonlief al vragen. Een groep juristen en bezorgde burgers, onder wie schrijvers Tommy Wieringa en Maxim Februari, is er niet gerust op. Dit Platform Bescherming Burgerrechten maakt bezwaar tegen het Systeem Risico Indicatie, SyRI. SyRI is “een instrument waarmee in een beveiligde omgeving op een zorgvuldige manier data worden gekoppeld en vervolgens geanalyseerd” aldus het overheidsbesluit uit 2014. Het Platform is nog niet zo zeker van die beveiliging en zorgvuldigheid. In een column riep Wieringa gemeenteambtenaren op bij hem te biecht te gaan. Hij hoorde verhalen over het niet kunnen weerstaan van de verleiding om tóch even het dossier van je nieuwe date in te kijken. (Los daarvan is het de vraag of de overheid een koppeling mag leggen tussen gegevens die ze voor verschillende doeleinden bij haar burgers heeft verzameld.)
Met gecentraliseerde databanken gaat het nooit lukken om een aanvaardbaar niveau van privacy te krijgen. We hebben zeven miljard persoonsgebonden datakluisjes nodig, en vervolgens toepassingen die een bewerking op (een beperkt deel van) die data kunnen uitvoeren. Alleen deze ontkoppeling van data en applicaties kan voorkomen dat een enkele app de enige toegangspoort tot alle data is. Kortom: het telefoonboek moet definitief dicht.
Op 18 januari 2018 is het rapport Lees:Tijd, Lezen in Nederland verschenen bij het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). De studie gaat op basis van diverse onderzoeksgegevens in op ontwikkelingen in de tijdsbesteding aan lezen.
Het SCP is al sinds 1975 ‘hofleverancier’ van sociaalwetenschappelijk onderzoek op het gebied van tijdsbesteding. Als een rode draad door een reeks aan publicaties loopt de vraag hoe het lezen zich ontwikkelt. Want sinds de eerste meting in 1975 (en eigenlijk al eerder; er was in de jaren vijftig al een tijdsbestedingsonderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS) loopt de tijd die we aan lezen besteden terug.
Veel mensen hebben zich in de loop der jaren afgevraagd of het wel klopte wat het SCP schreef over het leesgedrag. Tot midden jaren negentig stegen namelijk de uitleningen bij openbare bibliotheken en ook het aantal verkochte boeken ging (weliswaar met wat horten en stoten) omhoog. De deels terechte kritiek was dat de meetmethode die we lezen niet adequaat meer weergaf. De tijd die we op internet doorbrachten, werd namelijk niet verder onderverdeeld in soorten informatieverwerking (tekstueel of audiovisueel).
De laatste jaren hoor je de stelling dat ‘we nog nooit zoveel hebben gelezen.’ We zijn een groot deel van de dag bezig met het verwerken van informatie van beeldschermen: op het werk, op school, op Facebook, Twitter en WhatsApp. Mede daarom is in 2013 begonnen met een nieuwe meetmethode, Media:Tijd genaamd. Met deze methode is het SCP beter in staat om onderscheid te maken in soort activiteit, genre, en informatiedrager in de (media-)tijdsbesteding. Een week lang kunnen respondenten dit voor elk interval van 10 minuten aangeven voor meerdere (media-)activiteiten. Daardoor is het ook mogelijk om onderscheid te maken tussen lezen als singletasking, multitasking (naast een andere, niet-media-activiteit) en mediamultitasking (naast een andere media-activiteit). Lezen van papier en van verschillende soorten schermen kunnen afzonderlijk worden gemeten. Omdat dat onderzoek in 2013 en 2015 is gehouden, kunnen nu ook de veranderingen tussen die twee meetjaren in kaart worden gebracht. Zijn we meer van schermen gaan lezen, en bij welke bevolkingsgroepen is dat meer en minder het geval? Misschien vraagt u zich nu af waarom er niet ook gegevens zijn geanalyseerd voor 2017. In 2017 is er geen Media:Tijd-onderzoek gehouden; een herhaling zit nog in de planning. Wel beschikt het SCP over andere langjarige bevolkingsonderzoeken waarin het lezen wordt gemeten. Voor Lees:Tijd zijn ook het reguliere Tijdsbestedingsonderzoek (2006-2011-2016) en de Vrijetijdsomnibus (2012-2014-2016) gebruikt. En uiteraard is geput uit andere bronnen om een zo breed en compleet mogelijk overzicht te geven van de stand van het lezen in Nederland.
Zijn we meer van schermen gaan lezen, en bij welke bevolkingsgroepen is dat meer en minder het geval?
Voor de belangrijkste bevindingen uit het onderzoek verwijs ik graag naar het rapport zelf, dat (zoals altijd) gratis is te downloaden als pdf, en het persbericht van het SCP. Voor de kritische lezers is het trouwens altijd leuk om dat persbericht te vergelijken met de mediaberichtgeving (NOS, RTL, SBS, Nu.nl, AD, Telegraaf, DvhN, Volkskrant, NRC, Parool; deze lijst wordt geüpdatet).
Privacy & Cookies: This site uses cookies. By continuing to use this website, you agree to their use.
To find out more, including how to control cookies, see here:
Cookiebeleid